‘Wees gewoon eens eerlijk………..’
Enige tijd geleden at ik in Amsterdam Noord in een tent die op het menu repte over fine dining. Dan denk je toch: linnen gedekte tafels, fraai gereedschap, verfijnde keuken. Wat we kregen was een eetschuur met kale tafels en aardige fusion-liflafjes die wel zwaar aan de prijs waren. Oftewel: je voelt je toch ietwat geflest. En dan zit je achteraf met zo’n knagend gevoel van: wat is er mis met underpromise & overdeliver (mea culpa voor deze leus, excuus), zodat je blij verrast naar huis gaat? En waar is een beetje eerlijk vakmanschap gebleven? Denk: in menige Parijse bistro eet je de sterren van de hemel, zonder poeha, omdat het de kok haar/zijn vakeer te na is gebakken lucht te verkopen.
Ik moet er deze week aan denken in Het Concertgebouw bij de opening van het FIBER Festival. Ondertitel: [A] meeting place for audiovisual art, daring conversations and experimental electronic music. Let wel: ontmoetingsplek dus, in eerste instantie. Niet dat het programma ook maar ergens op moet slaan, zou je er bijna in lezen. Als een soort schot voor de boeg-sorry alvast.
En ze gaan verder: “FIBER invites a curious audience to explore a multi-sensory programme that reimagines the relationships between humans, technology and a radically changing world.” Het is gewoon een Nederlands festival hoor, maar de promoprietpraat moet allemaal exclusief in mank Engels. Van de artspeak-soort, die je in kunstbladen ook leest. Bijvoorbeeld multi-sensory: bedoelen ze daar de brandlucht mee die de Kleine Zaal vlak voor de pauze vult of de lichtman die het qua zijn werk ook niet helemaal meer weet en de peertjes maar op standje bijna-uit zet?
Wat me ook te binnen schiet, tijdens die opening, is een citaat dat ergens op de hoes van het album Bloody Kisses van Type O Negative prijkt: “Don’t mistake lack of talent for genius”. Totaal ‘fout’ tegenwoordig, natúúrlijk, die band. Wit, misogyn, seksistisch: één grote trigger warning, maar dat zinnetje mag menig artiest én boeker ter harte nemen. Want dat snijdt wel hout. Zeker in de week waarin kneusjes Mia en Dion voor de Eurovisieleeuwen gegooid werden, met de uitstraling van een platgereden egel en de ervaring van een piepkuiken dat in een hakselaar een kopje kleiner gemaakt wordt. Niemand in dat hele artiestieke (pardon: creative) team heeft ingegrepen, aan de noodrem getrokken of zijn handen eraf getrokken, behalve dan – godbetert – Jan Smit. Als van hém de kwaliteitsimpuls moet komen…
FIBER dus, sloeg voor de openingsavond de handen ineen met Entrée (het jongerenplatform van Het Concertgebouw) en ze beloven samen: “An evening concert with adventurous crossovers between the world of classical sounds and spherical electronic music. The Concertgebouw’s Recital Hall will be the stage for three female composers and performers. The focus of the evening is on their interdisciplinary compositions in which they merge arrangements and enrichments of acoustic instruments or vocals with technological expression.”
Jeuk Alarm Nummer Eén: Het woordenboek zegt het ook en hier wreekt dat steenkolen-Engels zich: spherical is bolvorming, rond. Dus: Gelul. Niemand heeft het in het Engels over spherical music. Behalve dan Daniel Terrugi die er met ‘Sphæra’ een plaat over gemaakt heeft. Maar hij wordt hier niet bedoeld. (O, god trouwens: haal ik weer een man aan, oud ook nog en wit. Ik mag wel oppassen.) Ook in het Nederland klopt ‘sferisch’ trouwens niet. Zeg gewoon sfeervol, als je dat bedoelt. Ja, het woord ruikt wat naar schemerlampen, geelgerookte muren en tapijtjes zoals bij oma en opa; beetje nostalgisch misschien en ik snap dat dat niet past bij een club die zichzelf graag als scherp en vooruitstrevend ziet, maar dat is wel zo eerlijk.
Laat het gebazel maar passeren. Zo wil je denken, niet de zure oude witte man uithangen. Open staan. Ze zijn jong. En maken dus ook fouten. Wees nou open-minded en curious. Maar dat oeverloze hypegezwatel vliegt je tegenwoordig te pas en te onpas in de meest ronkende en ravissante termen om de oren alsof de allergrootste talenten in elk métier (genius na genius) zomaar even op een avond zijn, waar jij óók kunt zijn.
Wat natuurlijk onzin is. Uitzonderlijk talent en genialiteit is extreem zeldzaam. En meestal spreekt een surplus aan talent wel voor zich. Zo stond de loeiharde rockband GNOD zondag in OCCII, Amsterdam. 25 woorden had die zaal nodig om de heren neer te zetten. Strik omeen, niets meer aan doen. Meer hoeft dat echt niet te zijn. De show was navenant briljant.
Terug naar Het Concertgebouw. Perila opent het bal. Haar werk wordt aangekondigd als een verkenning van verdampende of vervliegende geluiden, die deels uit fragmenten van vocalen bestaan. Dat klinkt heel interessant. Hoe verklank je verdamping, de overgangstoestand? Een vervliegende stem; kan heel intrigerend werken, vooral als je terugdenkt aan vocale experimenten die Stine Janvin Motland eerder eens deed in De Appel. En, hand over het hart: het gebodene valt muzikaal nog wel enigszins mee. Relatief zoete ambient is het, die best lummelliggend – zoals Interzone Ambient Festival in Utrecht deed – in een zitzak genoten kan worden. Perila heeft niet nagedacht over een spanningsboog (misschien past dat ook niet bij haar muziek) en dus is wat ze concertant (geen idee wat er live aan is, dat nemen we dan maar aan) brengt voor een zittend publiek een knikkebollend te lange zit. Zo’n twintig minuten te lang.
Perila wordt neergezet als geluidkunstenaar. En haar ambient zou immersive zijn, wat gewoon een synoniem blijkt voor lichtelijk slaapverwekkend. De verdamping is nergens te horen, texturen zijn vrijwel continu ver weg, de glanzend gepolijste lange noten blijven spiegelglad. Maar goed, haar stemgebruik in de zalvende golfslag is bedoeld to empower the ambience of a track. Tja, empowerment, blij dat we dat woord ook nog even hebben kunnen afvinken. Perila ís geen geluidkunstenaar. Dat is een ander vak. Frietboer Bram Ladage heeft ook een ander beroep dan sterrenchefs als Sergio Herman en Jonnie Boer.
Bij Alliyah Enyo vliegt FIBER pas echt uit de bocht. Ik citeer even: “Using sound as a meditative medium, Alliya embraces ritualisation to create ‘Sonorous Myth’ installations and performances. She is a young, emerging musician with a strong interdisciplinary practice based in Edinburgh, Scotland. Intrigued by meditative processes she moves between the disciplines of music, composition, dance and installation art. Her process involves designing, recording and archiving sound using field recordings from archeological objects to create memories. Her work exists as a mythologisation of her emotional landscape conflated with ancient Greek mythologies. Using analogue hardware, Alliyah creates soundscapes that are multi-layered and soothing, resulting in an emotional experience full of echoes and resonance.” Dan maak je je op voor hét talent van het moment.
Wat we krijgen, is stoffig, muffig, oubollig en kansloos. Enyo maakt muziek die op het beste moment klinkt als een geïsoleerde vocal track van een afgekeurde demo van een duet tussen Enya en Clannad. En meestal daarbij niet eens in de buurt komt en dus ergens verpietert op een niveautje dat zelfs menige winkel voor spiri-wiri nog niet tussen De Celestijnse Belofte en walvisgezang-CD’s zou zetten.
Die lappen FIBER-tekst, alsof Maria João Pires of Martha Argerich zelf op het podium staan qua klaterende loftuitingen, die zijn simpelweg dubbeloneerlijk. Je geeft zo de artiest geen schijn van kans, want als de lat zo ongelofeloos hoog gelegd wordt, kún je eigenlijk alleen maar eronder kukelen. En het is ook niet eerlijk naar je publiek, want in niets maak je waar wat je voorspiegelt.
En dan voelt het toch alsof je een loer gedraaid is, alsof je toch niet serieus genomen hoeft te worden, omdat verondersteld wordt dat je toch alles wel vreet. Of: omdat FIBER Festival toch – vooral – een ontmoetingsplek is? Gezien het matige applaus en de massale uittocht na Enyo valt dat – gelukkig – tegen. We zijn niet gek immers.
Eerlijkheid duurt het langst. Dan kun je zelfs deze artiesten boeken; geen idee waarom je dat zou willen, want dit was erg matig materiaal en er is zoveel beter in omloop. En dan leg je gewoon uit dat iemand zoekt naar een live-vertaling of aan het begin van een carrière staat of dat je het zelf ook spannend vindt en hoopt dat het wat wordt, maar gelooft in het bieden van die eerste stappen.
Dan geef je zo’n artiest 20 minuten. Niet erg als het in elkaar zakt als een mislukte soufflé, want het is zo voorbij of een ervaring om uit te bouwen en om op verder te werken. Dan werk je met een artiest aan verwachtings- en spanningsboogmanagement. Stel je de vraag of bepaalde muziek in concertvorm überhaupt wel zin heeft. Dan leg je uit dat experiment vallen en opstaan kan betekenen. En dan zul je zien: dat wérkt, voor publiek en voor artiest.
FIBER staat zeker niet alleen hierin. Alles moet anno nu, zo lijkt het, wel borderline-FOMO groots en meeslepend en onvergetelijk zijn. Dat kan niet. Dat zal niet. Dat is per se een deceptie. Maar dat hoeft het niet te zijn of te blijven.
Om te beginnen. Vier woorden. Wees gewoon eens eerlijk.