×

Recensie

Pop

10 april 2015

Brian Wilson

No Pier Pressure

Geschreven door: Edwin Wendt

Uitgebracht door: Capitol

No Pier Pressure Brian Wilson Pop 3 Brian Wilson – No Pier Pressure Written in Music https://writteninmusic.com

Als er één artiest is waarvan je een nieuw album niet onbevangen kunt beluisteren, is het Brian Wilson wel. Met Pet Sounds (en meer nog met de lang onuitgebrachte opvolger Smile) zette de componist een standaard waaraan niet alleen hijzelf, maar eigenlijk de hele popmuziek sindsdien is afgemeten. Dat lot deelt hij met bijvoorbeeld Paul McCartney en Mick & Keith. Groot verschil met die andere megasterren is dat Wilson na Pet Sounds en de halverwege gestrande Smile-sessies ruim een decennium onder de radar verdween. Toen hij daar in 1976 weer bovenuit kwam, bleek dat de dope hem zowel fysiek als geestelijk flink te grazen had genomen. Op de plaat bleek dat hij nog wel Beach Boys-waardige melodieën in zijn pen had, op het podium zorgde Wilsons optreden voor plaatsvervangende schaamte.

In 1988 moest het album Love And Mercy een comeback markeren. Wilson was inderdaad flink afgeslankt en leek ook verder weer ‘in shape’, maar die gouden stem was nog niet terug. En dat is daarna ook niet meer gebeurd. De baas van een van de belangrijkste close harmony groepen kan zelf geen zin meer echt zuiver zingen. Bovendien zijn Brian’s ooit zo poëtische teksten tegenwoordig een stuk platter dan in ’66 of ’67. Mijn beste werk heb ik gemaakt onder invloed van drugs, verklaarde Wilson later. Nu vindt hij dat hij beter wat minder goed werk had kunnen maken en wat minder drugs had moeten gebruiken.

Dat is misschien wel de ‘mindset’ waarin het nieuwste Brian Wilson-werkstuk beluisterd moet worden. Maar dan moet je dus ook de extra credits vergeten die hij verdient voor alle werk tot 1970. Want daarvan neemt hij nu zo’n beetje afstand, omdat het onder invloed van lichaamsvreemde stimulantia tot stand kwam. Dan is No Pier Pressure (geweldige titel trouwens) gewoon een album van een 70-plusser die fraaie melodieën kan fabriceren en die een paar (vooral jongere) vrienden heeft uitgenodigd om een en ander muzikaal en vocaal vorm te geven.

Maar zo werkt het natuurlijk niet. Brian Wilson is Brian Wilson, het grote genie van The Beach Boys, die juist om wie hij is en om wat hij heeft gedaan een plaat kan maken als No Pier Pressure. Op het album werken op Mike Love en Ricky Fataar na alle nog levende ex-Beach Boys mee: Al Jardine, David Marks en Blondie Chaplin. Die laatste maakte met Ricky Fataar deel uit van The Beach Boys ten tijde van hun Holland-avontuur in 1972. Mike Love heeft zichzelf bij Wilson buitenspel gezet door zijn weigering om na comeback-album That’s Why God Made The Radio in 2012 aan een opvolger te willen meewerken. Liever ging hij in zijn eentje verder als The Beach Boys (waarvan hij de naam bezit.) Kassa voor Love, maar de artistieke verwachtingen lagen bij Wilson.

Naast de oudgedienden is er vocale bijstand van de jongere generatie in de vorm van singer-songwriters Peter Hollens en Nate Ruess (beiden 33), het door Wilson geïnspireerde duo She & Him en de 26-jarige countryzangeres Kacey Musgraves. Eindelijk vinden mijn dochters me ook eens ‘cool’ schrijft Wilson in de liner notes. Nu zal dat wel meevallen, bovenden lijken de ‘jonkies’ zich meer op te trekken aan Wilson (en schatplichtig aan hem te zijn) dan dat hij nu zoveel invloeden van nieuwe muziek toelaat op zijn album. Hooguit zijn er wat dance-invloeden in de track Runaway Dancer.

Bovenal bewijst No Pier Pressure dat Wilson nog steeds geweldige melodieën uit zijn piano kan toveren. Het melancholische On The Island, vertolkt samen met duo She & Him, is een goed voorbeeld. The Right Time, vertolkt met Beach Boys Jardine en Marks heeft een ongelofelijk catchy refrein. Het werk van Wilson anno 2015 mag niet meer worde vergeleken met zijn beste werk it de tweede helft van de sixties. Maar het alleszins verdienstelijke That’s Why God Made The Radio is wel een goede standaard. Daar tippen de beste nummers op No Pier Pressure wel degelijk aan. Dat zijn naast de twee genoemde de fraaie ballad Whatever Happened (ook weer met Jardine en Marks) en de instrumental Half Moon Bay. Die nam Wilson op samen met de film-, jazz- en elektronischemuziekveteraan Mark Isham. Bij instrumentaal Wilsonwerk denk je al snel aan de samenwerkingen met Van Dyke Parks en komt Smile even om de hoek kijken. Het moet gezegd: de door saxofoon gedomineerde track ademt inderdaad de sfeer van enkele van de ‘spooky’ Smile-instrumentaaltjes. Met Isham heeft Brian, naast de de-Beach Boys en de jongeren ook een generatiegenoot binnengehaald: Isham is 63.

Het genot van een nieuwe Wilson plaat zit hem vooral in het feit dat de grootmeester anno 2015 nog actief is. Zijn broers Dennis en Carl zijn er allang niet meer en Brian kan vocaal niet meer wat hij ooit kon. Dat blijkt het best in de spaarzame stukjes op dit album waarop zijn stem ‘kaal’ en enkelboudig is opgenomen. Dan vliegt Brian toch echt vrij snel uit de bocht. Met de hedendaagse technieken en veel overdubwerk én ‘with a little help from his friends’ wordt dat goed gemaskeerd. Daar kun je moeilijk over gaan doen, het alternatief is dat Brian helemaal niets meer doet.

Brian is er nog. En dat kunnen er weinig die de sixties zó hebben beleefd als hij nog zeggen. En, met geldwolf Mike Love die zelf op de strafbank is gaan zitten, gelukkig ook geen ‘peer pressure’ (groepsdruk) meer.



  1. This Beautiful Day
  2. Runaway Dancer
  3. Whatever Happened
  4. On The Island
  5. Half-Moon Bay
  6. Our Special Love
  7. The Right Time
  8. Guess You Had To Be There
  9. Tell Me Why
  10. Sail Away
  11. One Kind Of Love
  12. Saturday Night
  13. The Last Song