×

Interview

31 maart 2024

The Breath, in gesprek over het adembenemend mooie Land Of My Other

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Label: Real World Records

Het ronduit geweldige The Land Of My Other was in de herfst van 2023 een meer dan aangename verrassing van de prachtige stem van Rioghnach Connolly en van de handen van Stuart McCallum. Begin dit jaar maakten ze een kleine tournee door Vlaanderen om hun publiek de nieuwe tracks en meer in een live setting te laten ervaren. Prachtige locaties in Vlaanderen en erg mooie optredens zoals Hendrik Vanhee hier in een recensie van de tour opmerkte. Kunnen we ook in Nederland rekenen op de magie die de twee op het podium brengen? Written sprak met zowel Stuart als Rioghnach, over dat en meer tijdens de tour in België.

WiM: Jullie tour viel dus toevallig samen met flinke sneeuwval in België. Hoe gaat het allemaal met de tour zo tijdens de sneeuw? Stuart: Ja, de sneeuw ligt er nog steeds, maar het lijkt alsof het maar één dag heeft gesneeuwd en daarna is het gewoon heel koud. Dus ik denk dat het niet smelt.

WiM: Bedankt dat je de tijd hebt genomen om met me te praten. Stuart: Dat is helemaal goed. Rioghnach komt er ook aan. Ze sluit zo aan.

WiM: OK. Nou, dat is mooi! Hoe gaat de Belgische tour tot nu toe? Stuart: Echt goed, ja. De eerste show was in een prachtige oude kerk. En gisteravond was het in een soort black box zaal. Leuk publiek. We gaan vanavond naar Beveren.

WiM: Ja, mooie plaatsen voor een tour, net iets te ver weg helaas. Stuart: Ja, het is jammer, het zou leuk zijn geweest om je persoonlijk te ontmoeten, maar de volgende keer dat we in de Lage Landen spelen, komen we naar Nederland. We hebben een tour gepland voor april, dus hopelijk kunnen we elkaar dan spreken.

WiM: Serieus? Dat is geweldig nieuws! Stuart: Ja zeker. Het zit er echt aan te komen. We hebben het nog niet aangekondigd. Alles wordt net bevestigd op het moment, maar het ziet er naar uit dat we in Utrecht beginnen op de 11e, daarna Nijmegen, Amsterdam en uiteindelijk Rotterdam op de 14e.

WiM: Waar spelen jullie die dagen in Utrecht en Nijmegen? Stuart: Dat moeten als ik het goed zie Vredenburg en de Thiemeloods zijn.

WiM: De Thiemeloods, dat is een mooie plek. Het is niet al te groot, jullie verdienen een grotere locatie, tegelijkertijd, dit is is wel heel mooi. Geweldig. Ik ga voor heerlijk. Mooi is altijd goed.

-Rioghnach sluit aan.-

WiM: Goedemorgen Rioghnach. Gefeliciteerd met je fantastische nieuwe album. Rioghnach: Dank je. Stuart: Hoe gaat het met je? Gaat het goed met je? Rioghnach: Ja, ik heb het ontbijt gemist. Maar het gaat goed.

WiM: Als ik terug mag gaan naar het album. Het voelde echt alsof je een hele nieuwe wereld binnenstapte, waar natuur, persoonlijke groei en verlies en zelfs wat mystiek en spiritualiteit samenkomen. Wat mij erg aanspreekt is de manier waarop er altijd weer een andere muzikale kleur uit jullie muziek lijkt te komen, nou ja, in Rioghnach’s stem en in zowel Thomas’ en Stuart’s spel. Is dat iets dat anders was bij het maken en opnemen van dit album in vergelijking met de andere twee? Rioghnach: Muzikaal of persoonlijk? Beide. Stuart: Dit was de eerste keer dat we een externe producer hadden. De eerste twee albums heb ik geproduceerd. Dus voor mij was het een heerlijke ervaring om gewoon de gitarist en een soort van medeschrijver te zijn. In tegenstelling tot de man die de hele opnamesessie leidde, was het fijn om iemand anders op de stoel van producer te hebben. Het oor van iemand anders die je kon vragen en vertrouwen. Wat Thomas echt meebracht was een soort echte focus op de liedjes en rond het liedje, en hij dacht echt na over hoe de energie op de plaat te doseren. En hoe je het best elk van de nummers kon omkaderen als het gaat om de energie. Ik denk dat hij er echt veel aan heeft toegevoegd. Dus ik bedoel, hij is heel, heel terughoudend in wat hij toevoegt en toen we voor het eerst met hem spraken, zeiden we dat we wilden dat het een duoplaat zou worden.

Mensen zullen dit album veel meer herkennen als wat we ook live doen, een veel getrouwere weergave van wat we live doen dan de vorige platen. Rioghnach: Ja, het is een soort compromis tussen een liveshow en een album, ergens daar tussenin.

WiM: Nou, als dit een compromis is, hoe zou het dan geklonken hebben als alles perfect was?  Dit klinkt al geweldig en zoals ik het beluister klinkt het echt niet als compromis. Ik vind het een geweldig album. Riognach: Dank je, dat is erg aardig.

WiM: Was het deze keer anders om de nummers te schrijven? Rioghnach: Ik denk dat de manier waarop we schrijven tot nu toe sporadisch is geweest, maar echt intens, zeker als we echt productief zijn. Wanneer we samen zijn, schrijven we een nummer. Bijna elke dag dat we samenwerken, schrijven we nummers. Het gaat heel gemakkelijk, maar persoonlijk was deze tijd heel tumultueus. Het was vol onrust. Ik was bang voor wat er in mijn hoofd omging. Ik kon en wilde er niet naar kijken. Dus moest ik heel voorzichtig zijn met wat ik onderweg meebracht. En ik wilde lief zijn voor mijn toekomstige zelf, dus ik stelde het schrijven zo lang mogelijk uit. We probeerden covers te doen, we hielden ons bezig met jams en lockdown en. Maar het begon uiteindelijk met Land Of My Other (het nummer).

Toen dat af was, was het was een enorme opluchting. Het voelde echt als: Nu ben ik er klaar voor. We zijn er klaar voor. We kunnen aan de slag gaan. Want het deed uiteindelijk geen pijn. Het was louterend.

WIM: Hoe kwam het schrijven tot stand? Want er zit iets heel Keltisch, iets á la Thin Lizzy, in je spel, Stuart, in dat nummer. Is dat iets dat je bewust hebt uitgewerkt of was het iets dat gewoon naar boven kwam? Stuart: Nee, ik kan je vertellen hoe het tot stand kwam. Als je wilt. Wil je ook een heel, heel saai technisch gitaarantwoord? Ik pak de gitaar en laat het je horen.

WiM: Rioghnach, ik moet je echt complimenteren met je zang. Je hebt mijn hart er echt mee geraakt.  Rioghnach: Dank je wel. Het voelde heel helend om zo te zingen. Ja, het zit wel echt vol verdriet.

WiM: Bedoel je dat nummer of het hele album? Rioghnach: Er zijn zeker meer tracks, meer delen die als ik ze opnieuw beluister, tranen laten opwellen. Gewoon huilen, snikken, ik barst in tranen uit. Bedankt dat je zo naar het album hebt geluisterd. Dat waardeer ik zeer.

-Stuart komt terug met zijn gitaar.-  Stuart: OK, ik heb verschillende muziekstukken geschreven waar er meerdere dingen tegelijk gebeuren. Voor mij begon het met deze Villalobos étude. Zoiets. Dus schreef ik een deuntje als dit. -Speelt een loopje op zijn gitaar.- Dat was één ding dat ik deed. Het begint dan daarmee en dan voeg ik er een melodie aan toe. Dat heb ik toen juist omgedraaid om eens te horen hoe dat zou klinken. En dat idee was ik aan het oefenen. Zo begon het dus in juni, toen we naar de studio gingen. En zo startte het op een heel natuurlijke manier begon.

Rioghnach: Je bent onze eigen countrymuzikant, nietwaar? Ik hou gewoon van een beetje country. Stuart: Maar voor mij is het meer een soort Gillian Welch, David Rollins. Het heeft in ieder geval helemaal niets te maken met Thin Lizzy.

WiM: Het is de combinatie met je tekst en de manier waarop je het zingt. Ik kreeg er echt kippenvel van. Als je zegt dat jullie elke dag een liedje schrijven, hoe doen jullie dat dan? Begint het met de gitaar van Stuart? Of Rioghnach, is het jouw zang? Hoe ontstaan de liedjes?

Rioghnach: Nou, het is vooral omdat we allebei patroonfreaks zijn, dus we houden van kleine patroontjes. Dus hij begint te pielen. En ik begin patronen over te zingen of ik begin patronen voor mezelf te neuriën. Hoe dan ook, in de auto of waar dan ook, overal heeft hij altijd zijn gitaar bij zich. Dus ook vanaf het moment dat we gisteren bij de zaal aankwamen tot het moment dat we het podium opgingen, was hij gitaar aan het spelen. Dus ja, we hebben gisteren ongeveer 3 nummers geschreven.

Stuart: Ik kan je nog meer details geven. Rioghnach: Ja, kom maar op. Geef ons maar alle saaie informatie. Stuart: Oké, dus het schrijfplezier van gisteren werd geïnspireerd door deze jongens. Een boek met études van Mark Mauro Giuliani’s, met 120 studies voor de ontwikkeling van je rechterhand bij het spelen. En ik was hier mee bezig, op pagina 15. Dat was gisteren erg inspirerend. Het zijn gewoon oefeningen, maar als je ze begint toe te voegen aan mooie akkoorden krijg je allemaal mooie resultaten. Dus je combineert oefeningen met mooie akkoorden. En het tweede boek waar we nog inspiratie uithaalden, had alles met drums te maken. Voor een snare drummer. Dus het zijn allemaal snare drum patronen. En zo krijg je allemaal verschillende routes die naar liedjes leiden. Rioghnach: Het lijken misschien domme dingen, maar we houden onszelf ermee bezig.

WiM: Wat ik prachtig vind is dat ik denk dat er iets van de chemie die zo’n moment laat zien voelbaar of of merkbaar is op het album en het is prachtig hoe Thomas dat heeft neergezet. Want dat krijg je niet zo vaak als een album wordt opgenomen, maar bij dit album  knettert het gewoon uit je speakers en jullie hebben het perfect op plaat gezet. Rioghnach: Geweldig. Geweldig. Ja. Dank je. En toen begonnen we meestal rond 11 uur ‘s ochtends met drinken tijdens de sessies en we stopten pas rond middernacht.

Ja, het was rond kersttijd in de studio en we waren teruggekomen uit België met heel veel heerlijk bier. En er was een fruitbier. Ik, zoals een kersenbier. En dat werd ontbijtbier, ontbijtbier, cherry Chouffe, trouwens. -Zingt Cherry Chouffe, Cherry Chouffe.

Normaal gesproken drinken we geen drankjes in de studio, maar soms moeten we wel. Als we dat te vaak doen, krijgen we niets gedaan. We hadden geen tijd te verliezen, maar ik denk dat we het beste van het moment hebben gemaakt met Thomas erbij. Het was een spoedcursus in openheid. Ja, omdat we wilden dat dit album er gewoon kwam. Je kunt niet anders dan oprecht zijn en zo was het ook. Het was wel een erg kwetsbare plaat.

WiM: Je zei toen je het titelnummer opnam dat je je realiseerde dat jullie er klaar voor waren. Maar toch, met zulke persoonlijke teksten moet je jezelf nog verder pushen om de nummers zo te schrijven? Rioghnach: Ik denk dat een deel van de plaat zelfs ondraaglijk is om nu naar te luisteren. En er zijn er nog een paar nummers die we niet eens hebben uitgebracht omdat het echt teveel was.

Je kunt met verdriet soms wel denken dat je het gehad hebt, maar dat werkt niet zo. Je bent er nooit zomaar. Verdriet is niet lineair. Het raakt je op momenten dat je het ook gewoon niet verwacht. Zie het maar als een schommel of een slinger. En voor je het weet is de ene zwaai veel zwaarder dan de andere. En zo’n moment kwam echt op het juiste moment toen we dingen hadden geboekt in Real Word studio’s. En je snapt het wel, dat is niet een plek waar je zomaar een nieuwe afspraak kunt maken. Ja. Dus het was gewoon door de zure appel heen bijten, met alle gevoel dat erbij kwam kijken.

WiM: Spelen jullie de nummers dan live of zijn er andere nummers die je uit de setlist laat omdat je denkt dat ze te dichtbij komen? Rioghnach: Ja, er is een nummer dat we niet op het album hebben gezet en dat we altijd live spelen omdat juist dat goed werkt. Maar er zijn er een paar die we denk ik nooit zullen doen, dat is bij elk album hetzelfde. Ja, ik denk dat er een paar zijn die we live niet gaan brengen.

Stuart: En dan is er nog de behoefte aan de instrumentatie van het album om de juiste vibe te krijgen en die zou een beetje te moeilijk kunnen zijn om als duo te proberen. Misschien wel wat zelfgericht vanuit mij als gitarist, maar het zou moeilijk zijn om het te laten klinken zoals het moet klinken met alleen de gitaar, terwijl er nogal wat nummers zijn die, hoewel ze niet alle instrumentatie van het album hebben, juist heel natuurlijk klinken en perfect lijken te werken in een duosetting. Dus daar hebben we ons op geconcentreerd. En wetende dat we nu drie albums met materiaal hebben, dat betekent dat we dus ook genoeg nummers hebben om uit te kiezen.

Rioghnach: Je moet het publiek op de eerste plaats zetten. Gelukkig vinden ze veel van onze liedjes leuk. Hoewel je soms tussen elk nummer een soort grap of een verhaal moet maken, maar veel nummers zijn ook echt heavy en echt heel droevig en we willen niet iedereen depressief maken. We willen een veilige basis brengen in onze concerten, zodat iedereen kan voelen wat hij of zij nodig heeft. Maar als je, denk ik, medelevend en humaan wilt zijn, dan kun je de mensen niet alleen maar sombere liedjes laten horen en ze huilend de nacht in sturen. Ook al houd ik zelf echt van al deze echt harde, rake boze, trieste liedjes, we zouden dat ons publiek echt niet avond aan avond willen aandoen. Het zou een erg trieste tour worden. We zouden er ook helemaal kapot aan gaan. Echt wel.

WiM: Jullie hebben een voor de hand liggende keuze gemaakt om dit album puur als duo op te nemen. Hoe werkte dat? Stuart: Op de vorige twee albums, natuurlijk, waar er veel meer instrumenten waren en tussen het vorige album en nu deden we veel optredens gedaan en we kwamen er achter dat het goed voelde om het te doen zoals we het deden, gewoon samen. We wonnen bijna aan zeggingskracht door minder instrumenten te hebben. Hoe meer ruimte er was, hoe meer mensen zich aangetrokken voelden, maar ook hoe meer mensen de connectie tussen mij en Rioghnach konden voelen. Dat is wel wat altijd de kern van The Breath was. Dus ik denk dat ik dat min of meer heb geaccepteerd en dat ik er vertrouwen in had dat dat belangrijk was. Belangrijk om zo duidelijk mogelijk weer te geven. En ik heb het gevoel dat Thomas dat echt begreep. Hij is de meester van de terughoudendheid en dat hoor je ook echt op Land Of My Other.

WIM: Was Thomas de logische keuze voor jullie? Stuart: Hij is niet alleen een ongelooflijke pianist en kan alles met dat instrument gewoon doen, maar met hem aan de knoppen, wilden we gewoon heel graag aan de slag. Rioghnach: Hij heeft ook zachte ogen. Alsof hij het geheel ziet. Ja, het hele nummer zoals hij het in gedachten heeft, wat het nummer behelst en wat het nodig heeft. En hij wilde gewoon het licht aan de nummers toevoegen. Zo zei hij het. Hij heeft zoiets van, het is jullie muziek en ik belicht jullie alleen maar. En dat was heel intuïtief. Ja. Echt speciaal.

Stuart: Toen het label voorstelde om met een producer te werken, weet je, hadden we een shortlist met mensen erop. En daar zat Thomas bij. Ja, dat is gewoon een droom die uitkomt. Weet je, en eerlijk gezegd zoals met echt welzijn het label, ze hebben veel connecties. Maar ik denk dat we allebei fans zijn van The Gloaming en fans van andere albums die Thomas heeft gemaakt, weet je. Sommige van de albums die hij geproduceerd heeft, zoals een aantal Sufjan Stevens albums zijn echt belangrijke voor mij, dus ja, het leek de voor de hand liggende keuze en het label was enthousiast dat we vroegen of we met Thomas konden werken en hij was enthousiast om met ons te werken. Dus ja, dat was prima.

WiM: Jullie tracks hebben allemaal een bepaalde magie, vooral in jullie beider partijen. Als ik goed geïnformeerd ben, was Thomas al na het horen van twee zanglijnen heel enthousiast om de klus op zich te nemen. En de magie is er zoals gezegd altijd, zoals in Cliona’s Wave. Hoe is dat tot stand gekomen? Stuart: We zijn met die track begonnen in Berlijn. Soundcheck. Weet je nog? De geluidsman die heel enthousiast werd. Ik heb de opname nog op mijn telefoon. We drukten gewoon op opnemen en afspelen en zomaar liep de geluidsman opeens MIC-standaards omver. Ja, en dat was het enige nummer dat we zonder Thomas hebben opgenomen. Er was een sessie voordat hij naar Engeland kwam en die hebben we opgenomen. Ja. Dus dat was een beetje anders.

Rioghnach: Zo ontzettend er bovenop, weet je, ik wilde het idee krijgen dat ik aan het zingen was en als we naar een echt mooie studio als Real World gaan, hebben ze overal binaurale hoofdtelefoons die je als baby’s in je armen kunt dragen. Het was zo’n gave beleving om te zingen alsof je in iemands oor zong. Zo dichtbij en kwetsbaar. Het liedje gaat over de roep van een vader die je naar je dood roept of je waarschuwt voor gevaar. Dat is heel griezelig, weet je, vooral de manier waarop het voelt alsof je stem op het water rust, of juist hoe je stem  over het water draagt.

WiM: Wat bijzonder is, is dat er twee albums van vorig jaar zijn die me echt geraakt hebben en jij draagt er aan beide bij met jouw stem, de andere is Peter Gabriel’s i/o. Hoe kwam het dat je gevraagd werd om mee te doen? Rioghnach: Peter belde me gewoon op en vroeg het. Ja, ik wist niet dat hij mijn nummer had. Ik ging bijna dood. Ik dacht dat het een van de mensen van Real World was, de hoofdtechnicus die aan onze plaat werkte. Ik denk dat Real World als een familie is. En dan gebeuren dit soort dingen. Hoeveel jaar zitten we nu bij het label? Zeven jaar. Dus in die tijd hebben we nooit, zoals, ik denk dat Peter in 20 jaar geen album heeft gemaakt. Dus ik denk dat hij een familiepot had om uit te kiezen. Wellicht was het ook een beetje liefdadigheid, maar het was echt geweldig om zijn stem te horen.

WiM:  Er is meer dan The Breath waar jullie allebei voor spelen en zingen. Hoe verdelen jullie je tijd tussen al die dingen? Rioghnach: Heel weinig slaap, ja. Met heel veel moeite eigenlijk wel. Ik denk dat we heel bevoorrecht om niets te doen wat we niet willen doen. En als je dan kiest om iets te doen, dan moet je je echt met alles wat je hebt daar voor inzetten. Je maakt keuzes om dus ook tijdelijk niet bij je gezin te zijn. Dan moet dat het ook echt waard zijn. Want we hebben vrij jonge gezinnen en ja, ik denk dat we persoonlijk alles met liefde doen, ja.

Stuart: Ja. Ik denk dat het voor mij ook veel te maken heeft met de energie, de ruimte die in je hoofd voelt. Als je muziek aan het maken bent, geeft dat heel veel energie. Er komt een heleboel los, problemen en dingen waar je over piekert en dat geeft de ruimte om los te laten. Dus het is nogal zuiverend. En ja, natuurlijk kun je altijd verlammende twijfel voelen, ook aan jezelf. Maar voor mij werkt het zo. Het louterende van het muziek maken, ik denk dat dat de reden is waarom ik verslaafd ben aan muziek maken. Je wint er zoveel aan ruimte in je hoofd door. Dat is echt fascinerend. Zeker als je je bedenkt dat de muziek die je maakt een momentopname is. Ik heb zoveel albums gemaakt waar ik nadat ik ze gemaakt heb echt nooit meer naar heb geluisterd. Het is voor mij altijd een vastlegging van dat moment, niet van de volgende dag. Je reset elke dag als het ware. Weet je, als je een goede nacht hebt gehad, dan maakt dat niet uit, want vandaag is een andere dag. Je hebt een slechte nacht, maak je daar dan ook niet gek om. Dat heeft geen zin. Al helemaal niet maand na maand. -Beiden lachen-. Nou, weet je, je moet gewoon even resetten, toch? En doorgaan. Oké, wat? Wat ging er mis gisteravond? Vooral doorgaan en een beetje jezelf zijn.

Rioghnach: Ja, blijf er maar niet mee zitten. Neem het ter kennisgeving aan, leg het vast maar sluit het boek en ga door.

WiM: Dus dat is iets wat jullie allebei zo zien? Rioghnach: Ja, ik denk dat het voor mij gaat om balans. Ik denk dat elk project waar ik ooit bij betrokken ben geweest belangrijk is geweest om dat evenwicht te vinden. Het is gewoon dat je naarmate de tijd verstrijkt, je je ervaringen als het ware distilleert. Ja, je kunt nog steeds je behoeften hebben en weten wat voor jou belangrijk is, wat louterend en ook wat voor jou belangrijk is, wat authentiek is. En als je jarenlang doet wat andere mensen van je vragen, dan ontstaat bij je zelf nieuwsgierigheid en behoefte naar wat bij jou hoort. Je komt er vanzelf achter, als je ouder wordt en meer ervaring krijgt dat je op een bepaald moment echt allen nog wil doen wat we echt leuk vinden. Ik denk dat dit iets is dat ik altijd leuk zal vinden, ik wil dit gewoon blijven doen, het helende aspect ervan komt zo bij mij binnen, maar dit hoort gewoon ook bij mij. Als dat niet gerespecteerd wordt, dan zal het er gewoonweg niet zijn. Het is gewoon vanzelfsprekend. Ik zal het altijd eren. Voor ons is het altijd heel speciaal geweest. We respecteren dat ook echt van elkaar. En zeker ook in wat we samen doen.

WiM: Toen jullie elkaar voor het eerst ontmoetten was er toen al een gevoel van de chemie van de magie die jullie samenbrengen, of hoe  is dat ontstaan? Rioghnach: Nee, dat heeft jaren van vlijen en stroop smeren gekost. En manipulatie -lacht- en we zijn nu heel hecht, dat komt gewoon door de vriendschap en omdat we elkaar vaak zien. Dus je weet dat toeren dat doet. Toeren is altijd een maken of breken met degene met wie je op tournee bent, je leert iemand soms beter kennen dan hij zichzelf kent en dat is echt heel interessant.

WiM: Ja, nou, wat ik heel bijzonder vind is dat zelfs via een internetverbinding ik het vanaf hier kan voelen, dus dat is iets speciaals dat jullie twee samen delen. Stuart: Ja. Ik bedoel, er is echt maar een beperkt aantal muzikanten waar ik mee heb gewerkt en waarschijnlijk ongeveer 3 waar ik het gevoel heb dat er gewoon bijzondere dingen gebeuren. Weet je, er is niet echt een reden voor, maar het gebeurt gewoon. De yin tegen de yang, al dat soort dingen. We zijn in veel opzichten heel verschillend. Maar in de kern van wat we doen, lijken we erg op elkaar. Ik denk op een persoonlijk en muzikaal niveau zeer zeker. De manier waarop we hier zijn gekomen is verschillende maar dit is echt iets wat ons bindt.

Rhoghnach: Zo anders, maar geweldig. Geweldig. Ik leer altijd bij. Altijd, elke dag is een goede dag.

WiM: We hebben het een beetje over Thomas gehad. Heb je er ooit aan gedacht dat hij misschien met jullie mee zou kunnen op tournee of is daar nooit aan gedacht? Rioghnach: Hij is een eigenzinnige jongen en een geweldige vriend en hem nader leren kennen is wel een beetje een reis. Maar met alle respect, ik denk niet dat hij nog van toeren houdt. Ik denk dat hij zijn deel heeft gedaan en ik denk dat wij dat in de toekomst misschien nog wel eens zullen doen. Ja. En ik weet dat als we ergens bij hem in de buurt waren of als hij op hetzelfde moment in Londen of in New York was, dat hij dan bij ons zou komen zitten, geen probleem. Ik weet alleen dat hij niet in is voor de grote tours. Hij heeft dat wel gehad. En we zouden het hem niet vragen tenzij het echt speciaal was. Ik weet dat hij graag speelt, maar hij is tegelijkertijd een soort studio hobbit. En hij heeft echt een heel fijne plek in New York. En weet je, mensen van over de hele wereld trekken aan hem. We weten dat we goed met elkaar zijn en we weten dat we ook vast nog eens zullen spelen. Bijvoorbeeld wanneer we allemaal in New York zijn.

WiM: We waren een beetje laat met de recensie, want ik denk dat ik hem in december of eind november heb geschreven. Ik denk dat het december was. Maar toen ik me voorbereidde op dit interview en de recensie checkte ik of er veel andere recensies waren en het leek erop dat er niet veel promotie was voor het album. Hoe ging dat dan? Stuart: Ja, daar zijn we nogal bezorgd over. Ik bedoel, ik denk dat er redelijk veel recensies waren. Ik denk dat het steeds moeilijker wordt om grote recensies te krijgen. Maar ik denk dat we vooral recensies kregen in de Guardian, de Times en de Daily Mail. Ik denk dat het label zich wilde richten op specifieke gebieden. Dus Engeland, Schotland, Ierland, Wales, dat waren de gebieden waar ze zich op wilden richten, ik denk vanwege het beperkte budget voor PR en dat soort dingen. Dus ja. We zijn je heel erg dankbaar dat je het album hebt opgepikt en de recensie hebt gemaakt. En ik weet dat het zeker een ding was dat de promotor, de agent, aanspoorde om de deal voor de data in Nederland rond te krijgen, dus het wordt zeer gewaardeerd.

WiM: Die concerten zijn iets waar ik erg naar uitkijk. Nou, omdat het album zoveel voor me betekent, was het een genoegen om dit interview met jullie twee te kunnen hebben. En heel erg bedankt voor jullie tijd en veel plezier met de komende shows. En tot ziens in Utrecht dan. Rioghnach: Ja. Nou, dank je wel en bedankt voor het interview. Het was erg leuk.

 

Ken je band nog niet en ben je benieuwd? Check dan deze playlist die Stuart deelde: https://tinyurl.com/r59j8tcc

The Breath speelt in Nederland op 11 april (Vredenburg, Utrecht), de 12e (Thiemeloods, Nijmegen), de 13e (Tolhuistuin, Amsterdam) om te eindigen met een concert op de 14e (Lantaren Venster, Rotterdam).

 

Foto’s: Jody Hartley en Paul Husband