×

Interview

03 november 2011

Interview Spinvis

Geschreven door: Sophie Westhiner

Label: Excelsior

Zes jaar hebben we moeten wachten, maar eindelijk heeft Erik de Jong oftewel Spinvis een nieuw album: Tot Ziens, Justine Keller. De Jong had het druk met andere muzikale projecten, dus het mag een klein wonder heten dat er weer een nieuwe plaat is. Een gesprek met de man achter Spinvis, over Justine, Ronnie, en 50 jaar zijn.

WiM: Zes jaar geleden kwam je laatste studio-album uit. Waarom heb je zo lang gewacht?
“Ik heb eigenlijk niet lang gewacht. Ik heb gewoon heel veel andere dingen tussendoor gedaan. Filmmuziek, woordspelen schrijven of muziek voor televisieseries: eigenlijk ben ik constant aan het werk geweest. Als iemand mij ergens voor vraagt, ben ik zo enthousiast dat ik meteen ja zeg. Zo rol je van het ene avontuur in het andere en voor je het weet ben je weer zes jaar verder. Ik heb ook veel opgetreden in Nederland en Belgiė, maar dat is voor het popcircuit meestal onzichtbaar. In Nederland zijn albums uitbrengen en optreden echt twee gescheiden werelden. Dat besef ik me niet altijd zo goed. Maar daardoor lijkt het of ik zes jaar ben weg geweest.”

WiM: Is er van al die dingen die je doet, iets dat je het liefst doet?
“Het liefste schrijf ik Spinvisliedjes. Door al die leuke dingen voelde ik me de afgelopen zes jaar als een kind in een snoepwinkel. Nu moet ik wat strenger voor mezelf zijn, want ik wil gewoon liedjes maken. Het volgende Spinvisalbum zal daarom ook geen zes jaar duren. Die liedjes gaan door, elke dag. Voor Tot Ziens, Justine Keller heb ik een selectie gemaakt uit veertig liedjes. Vorig jaar begon ik alles serieus bij elkaar te verzamelen en heb ik een soort samenstelling gemaakt. Langzamerhand kwam het verhaal van Justine erbovenuit. Het is niet echt een concept of een verhaal, maar ik wilde graag een album maken dat een bepaalde kleur en sfeer had.”

WiM: Dus er zit wel een thema in?
“Ja, dat wel. Het gaat over een liefde die werd geboren en ook weer weg is. Justine bestaat niet. Een jongetje van twaalf, die voor het eerst echt verliefd is, dat is een soort liefde die onwerkelijk is. Dat is de eerste keer dat je hart op die manier klopt en dat zal nooit meer op diezelfde manier kloppen. Bij alle mannen gaat dat weer over en maakt het plaats voor tastbare romantiek. Bij deze man – ik ben het dus niet zelf maar ik weet dat er gevallen zijn – gaat het niet over. Hij blijft heel zijn leven lang verlangen en fantaseren naar dat droombeeld uit zijn jongensjaren. Maar dat bestaat natuurlijk niet. En dat doet pijn. Daarom vlucht hij in drank en dat soort dingen. Hij moet daar mee proberen om te gaan. Soms lukt dat wel en soms niet. Uiteindelijk is hij in staat om afscheid van haar te nemen.”
“Justine Keller is een fantasienaam. Keller komt van de actrice Marthe Keller. Zij speelde toen ik dertien was in de televisieserie De Jonkvrouw van Avignon, en ik was zo verliefd op haar. Justine vind ik een echte Europese naam, en omdat ik vind dat ik Europese muziek maak, past die naam bij mijn muziek.”

WiM: Op het album staat het nummer Ronnie Knipt Zijn Haar. Ronnie is terug!
“Ja! Tien jaar gelden ging hij naar huis, met de bus en we wisten niet hoe het met hem zou aflopen. Nu zijn we tien jaar verder en ik was wel benieuwd hoe het met hem ging.”

WiM: En hoe gaat het met hem?
“Nou, hij woont dus alleen. En het gaat wel goed. Hij heeft een tuintje en een vrouw in zijn leven. Maar hij zit maar te wachten op die vrouw want ze belt niet en ze is er bijna nooit. Het is geen ramp, hij vindt het niet heel erg want hij komt de dag wel door. Maar hij heeft een soort verlangen. Gelukkig is het niet heel tragisch, dus het gaat wel goed met hem.”

WiM: Bestaat Ronnie echt?
“Ja, nu bestaat hij echt. Voor mij is het een andere Ronnie dan voor jou, maar iedereen kent wel een Ronnie, toch? Dat is zo’n jongen die is er gewoon en hij is wel oké, maar hij heeft het allemaal niet zo door. Maar hij is wel een lieve jongen.”

WiM: Bij het album heeft Hanco Kolk een grafic novel gemaakt. Waarom?
“Zes jaar geleden heeft hij een strip bij een liedje van mij gemaakt. Ik hou heel erg van strips, ik had ook graag striptekenaar willen worden, als ik had kunnen tekenen. Sindsdien zijn we vrienden. Hanco tekent gewoon heel mooi, dus was het voor mij logisch dat hij tekeningen zou maken. De teksten had ik nog lang niet allemaal klaar maar hij wilde wel al weten waar hij aan moest gaan denken. Vanaf zomer vorig jaar heb ik hem daarom ideeën voor liedjes gestuurd en hij mij schetsen. Hanco was al snel klaar met de voorkant van het album, waar Justine op staat. Ik had haar nog niet goed gevisualiseerd, maar toen ik dat zag dacht ik ‘o ja, natuurlijk, dat is Justine’. Dat helpt wel. Als de voorkant er is, lijkt het alsof het album al bestaat. Alleen moet je het nog invullen. Dan heb je een soort anker en begint het tastbaar te worden.”

WiM: Je gaat nu een clubtoer doen. Sta je liever in het theater of in de club?
“Het leuke van theater is dat je muisstil kunt musiceren. Mensen zitten op een stoel en luisteren. Als muzikant is dat heel leuk. Maar niets is te vergelijken met een club, waar mensen dansen, schreeuwen en over het podium hangen waardoor er energie is. Dat heb ik nodig. Ik kom uit de punk en speel al heel mijn leven in clubs. Die theaters zijn er sinds een paar jaar bijgekomen, maar mijn hart ligt toch echt in de clubs. Maar het liefst zou ik willen dat er iets tussenin was. Het is een veelgehoorde klacht dat mensen bij stille liedjes opeens over hun vakantie gaan praten. Ik heb er zelf niet veel last van, het haalt me niet uit mijn concentratie en ik word er niet boos om. Maar de voorste mensen willen luisteren en die worden dan gehinderd door het gepraat. Dat is iets van de laatste tijd. Mensen gaan voor de gezelligheid naar de kroeg, niet voor de muziek. Die muziek is er maar je komt voor je vrienden. Ik doe dan maar gewoon mijn best, want er zijn ook mensen die wel luisteren. Daar moet je je dan op richten.”

WiM: Je bent dit jaar 50 geworden. Hoe vind je dat?
“Ik dacht dat ik het compleet onbelangrijk zou vinden. Ik ben er namelijk helemaal niet mee bezig. En mensen zoals Simon Vinkenoog, met wie ik gewerkt heb, dat zijn leeftijdsloze mensen. Ik vind het nu alleen maar jammer. Jammer dat je gewoon minder tijd hebt. Maar verder vind ik het helemaal niet erg om oud te worden. In tegendeel: je verandert. Maar sommige dingen veranderen nooit, zoals dat jongetje van 13 dat verliefd was op die actrice, die blijft altijd in me. Het is leuk om te ontdekken wat er wel en niet aan je veranderd, dus ouder worden vind ik helemaal niet erg, ondanks dat ik er nu wel meer bij stilsta dan dat ik van plan was. Ik wil nog zo veel doen, dus de tijd ademt in mijn nek. Ik zou nog een boek willen schrijven en een toneelstuk en film maken. Ik kan veel, dus dat wil ik ook allemaal doen. Daarom zou ik graag vierhonderd jaar willen worden. Ik ben het er niet mee eens, met die dood.”