Fijne openingsavond Blues Peer
Vrijdagavond komt de jaarlijkse tocht naar het Limburgse Peer weer op gang. Het scenario is een beetje gelijklopend met de vorige editie. Weerom een Belg die zegeviert in een Tourrit op de vooravond van het Bluesfestival, helaas wordt die grandioze zege van Thomas De Gendt in een geamputeerde en incidentrijke Mont Ventouxrit overschaduwd door de verschrikkelijke gebeurtenissen in Nice die ons weer met de bikkelharde realiteit confronteert.
Opnieuw ideaal festivalweer, over de meer bluesgetinte affiche wordt minder geklaagd, vooral de liefhebbers van gitaarwerk komen dit jaar uitgebreid aan hun trekken, er is wel enig gemor over de duurdere drank- en inkomtickets. Vrijdag begint alvast met een mooie aanloop, terwijl de meeste festivalgangers nog hun tentje opzetten op de camping het podium aan begonnen door Suncourt Ramblers, een plaatselijk zevenkoppig gezelschap dat met een akoestisch instrumentarium zijn heil zoekt in bluegrass met uitstapjes naar folkpop, een pretentieloze, leuke opener.
In de Belgische politiek ligt het tegenwoordig wat moeilijker maar in de muziek bestaan geen grenzen, laat staan van die ronduit belachelijke afbakeningen van de gewesten of worden het binnenkort onder impuls van Vlaanderen opnieuw gouwen. Boogie Beasts is in ieder geval een uitgebalanceerde ‘Belgische’ symbiose. Zanger gitarist Jan Jaspers verdiende voordien ruimschoots zijn (gulden) sporen bij Dizzy Dimples met Filip Casteels (El Fish) en Henk Van Der Sypt (Last Call). Tien jaar geleden vormt Jaspers samen met Dizzy drummer Gert Servaes Voodoo Boogie. Het Limburgse duo werkt nu samen met harmonicaman Fabian ‘Lord’ Bennardo( zang en harmonica) en zanger gitarist Matthias Dalle alias The Goon Mat. Twee muzikanten van Luikse origine die voordien bij het Stinky Lou en The Goon Mat figureerden. Muzikanten die het klappen van de zweep kennen en bovendien vertrouwd met het podium in Peer. De boogie beesten doen hun naam alle eer aan met onvoorwaardelijke inzet en tomeloze energie en een ontketende harpsucker terwijl Jaspers zich op rauwe rudimentaire bluespatronen concentreert. Vroeg in de set een langgerekt Boogie Chillen een interpretatie van de oerriff van John Lee Hooker, die ooit over de Peer festvalweide galmde , genereert, naadloos overlopend in Blast een geweldige drive die het dansende publiek moeiteloos meesleept en de tent in een gigantisch juke joint transformeert.
Jan de Bruijn was er eenenveertig jaar geleden op de prille editie van BRBF al bij. Met zijn zus de zangeres An en zijn zwager Pieter van Bogaert aan de hammondorgel. The Crew werd drie jaar voordien al opgemerkt, in Humo’s Rock Rally ‘82 flankeerden ze de laureaat The Chrome en 2 Belgen, naast de Leuvense Boxcars die zelfs op de voorganger van het festival, de Peerse Fieste figureerden. The Crew kreeg een vervolg met One For The Road. Nadien volgden er naast Double Brown nog projecten voor de gitarist al dan niet met zus An. Het hammondorgel van Pieter blijft een constante , het vertrouwde bruine B3 meubel is wellicht het instrument dat de meeste edities van het festival beleefde als gewillig vehicle voor gerenommeerde toetsenvirtuozen. Daar behoort Pieter zelf ongetwijfeld bij, vrijdagavond etaleert op zijn bescheiden manier zijn klasse, samen met Luc Janssens (Luke Alexander bij Electric Kings), bassist Bart Buls en een puike blazerssectie ondersteunen ze de Bruijn. De set is nagenoeg volledig opgebouwd rond de nieuwe CD Bittersweet met eigen werk van De Bruijn. Fragiel singersongwriterwerk als The Singer wordt afgewisseld met een aanstekelijk Blow The Fuse dat met zijn melodieus oplopende snarenritmiek in combinatie met piano nadrukkelijk naar de sound van Jackson Browne lonkt. In de wiegende soulstuff van Looking For A Better Day zit een fijne saxsolo die ook de fraaie soulslijper She Loves A Fool kleurt. De lichtjes fantastische Sam Vloemans laat zich evenmin onbetuigd met bijkomende percussie en afwisselend felle uithalen of gedempt trompetwerk zoals in het intimistische Can’t You Tell waarin De Bruijn alleen door piano geflankeerd wordt. In een broeierige You Ain’t The World To Me rekent hij stevig af met een ex, even later neemt de romantiek de overhand in Come On Over. Om de bluesliefhebbers te plezieren wordt even teruggegrepen naar het verleden met Nobody’s Fault But Mine en vervolgens wordt een diep doorvoelde en uiterst persoonlijke set afgesloten met het van Curtis Mayfield’s geleende People Get Ready.
Ik heb het bij de geprogrammeerde aankondiging nog niet echt door maar ook de afsluiters blijken geen onbekenden. Michael en Andreas Arlt zijn de bezielers van BB & The Bluesshacks en delen nu het podium met Bonita, een zangeres met Zuidafrikaanse roots. De Arlt broertjes serveren een dynamisch voorproefje waarin Michael zich met zijn harmonica in onversneden Chicagoblues uitleeft en Arlt zijn vaardigheid op de snaren etaleert in werk van BB King en Junior Watson. Het is vooral die lenige jumpblues die imponeert. Vooraf zong Michael “she moves me”, de opkomst van Bonita gaat niet ongemerkt voorbij evenals haar duetten met Michael. “Just enough to keep me hangin on” zingt de fraaie dame, niet onaardig maar helaas net niet genoeg overtuigend om ons tot het bittere einde in Peer te houden met het vooruitzicht op nog twee volle festivaldagen voor de boeg.