Prince versus het internet, een strijd zonder winnaars
Door bootlegs verspreidende websites aan te klagen voor minstens een miljoen dollar elk, haalde Prince de afgelopen dagen de wrok van vriend en vijand op de hals. Uiteindelijk krabbelde hij min of meer weer terug. Hetgeen is gebeurd echter, komt niet zomaar uit de lucht vallen. Prince’ ongenoegen gaat al vele jaren terug.
Het is opvallend hoe nieuws kan verwateren. Op 16 januari jongstleden werden een aantal websites waarop vanuit het publiek opgenomen live-opnames van Prince werden verspreid aangeklaagd wegens inbreuk op zijn auteursrecht. Onder de inmiddels verdwenen sites onder meer het in Nederland populaire DaBang319 blog, maar ook sites als World Of Bootlegs, Purple Kiss 2.0 en NPR Universe. De aanklacht is HIER te vinden. Onder de aangeklaagden zitten behalve veel onbekende uploaders ook individuele Facebookgebruikers Dan Chodera en Karina Jindrova, die video’s van Prince concerten op hun pagina’s hadden gepost.
De pers dook pas laat op deze aanklacht. Entertainment Business was 23 januari een van de eerste media die er melding van maakte, waarna de rest in de dagen daarna mondjesmaat volgde en er twee dingen gebeurden. Enerzijds verwaterde het nieuws door met name slecht vertaalwerk van buitenlandse bronnen. Op een gegeven moment dusdanig dat De Telegraaf doodleuk meldde dat Prince louter achter fans aan ging die filmpjes hadden gemaakt. Terwijl het gros van de blogs en sites systematisch en op behoorlijke schaal – doch zonder kosten – complete concerten (audio en video), onuitgebracht studiowerk en ander zeldzaam materiaal deelde. De andere reactie was die van grootschalige verontwaardiging. Zowel de groep van hondstrouwe fans die altijd hebben gebogen voor zijne koninklijke wispelturigheid, als de massa die hem altijd al een rare kwiebus vond had geen goed woord over voor deze actie.
Op zichzelf kan je stellen dat het een uiterst onrealistische, kinderachtige zet was van een man die buiten de werkelijkheid leeft. Want dat is het ook. Maar een en ander heeft wel een langere geschiedenis. Eentje die tot eind jaren tachtig terug te herleiden is, het moment dat Prince één van ’s werelds meest gebootlegde artiesten werd. Zijn op het laatste moment teruggetrokken en via illegale kanalen beter dan zijn reguliere werk verkopende Black Album kreeg door het ondergrondse karakter eind jaren tachtig een mythische status. De perfect klinkende geluidsopname van zijn show in het Haagse Paard van Troje idem en talloze andere opnames (in perfecte, maar regelmatig ook beroerde geluidskwaliteit) zagen het levenslicht. Destijds (eind jaren tachtig, begin jaren negentig) vooral vanwege een maas in de Europese wetgeving, waardoor in landen als Portugal, Duitsland, Luxemburg en Italië dergelijk product gewoon geproduceerd kon worden. Zolang de benodigde rechten over de gespeelde liedjes maar werden afgedragen. Dit gat in de Europese wetgeving zorgde voor een wildgroei aan releases en werd pas halverwege de jaren negentig gedicht. Waarna veel bootleglabels omvielen of volledig ondergronds gingen.
Bootlegs hebben Prince al die tijd dwars gezeten. Tegelijk heeft hij er ook amper iets aan gedaan om de aanhoudende grote vraag naar met name concertmateriaal (wat je ook van ‘m vindt, het valt niet te ontkennen dat hij nog steeds een van de beste live performers ter wereld is) zelf te stillen, en er zelf ook nog iets aan over te houden. In een interview met Gijsbert Kamer van De Volkskrant, gepubliceerd op 4 november 1999, maakt hij zichzelf boos om de productie van en handel in bootleg cd’s. Nederland loopt daarin voorop, zo wist hij te vertellen. “Serieus, het zit me tot hier. Waar halen die lui het recht vandaan? Wij westerlingen hebben een heel eigenaardig idee over eigendomsrecht. Als ik in Japan speel en we leggen op iedere stoel een programmaboekje of een foto, dan liggen die er na het optreden nog. Als ik dat bij jullie zou doen (…) nam iedereen niet alleen het boekje maar ook de stoel mee naar huis.”
Met de snelle opkomst van het internet werd het delen van concertopnames in de jaren die volgden ook makkelijker. Waar fans dat voorheen met cassettebandjes en CD-R deden via de post, maakten P2P netwerken (en later clouddiensten als Megaupload en WeTransfer) het onderling distribueren van dergelijk materiaal makkelijker dan ooit. Net als de reguliere platenmaatschappijen, voelden de bootleggers die nog over waren daar de zwaarste klappen van. Hoewel het niet uitstierf, stokte de wildgroei aan professionele bootleg cd’s en dvd’s en bleven alleen gespecialiseerde labels over. Onderwijl ontwikkelde Prince een haat-liefde verhouding met het internet. Begin deze eeuw richtte hij zijn NPG Music Club op, een online platform waarlangs hij digitaal richting betalende fans zeldzame (live en studio) opnames deelde. Maar dat initiatief werd in 2006 abrupt de nek weer omgedraaid met de boodschap: “The NPG Music Club was a first step; the lessons learned will last 4ever. Now comes a time of great reflection and restructuring. The future holds nothing but endless opportunity and we plan on seizing it wholeheartedly.”
De aangekondigde reflectie moet zijn omgeslagen in bitterheid, want nog geen jaar later werd het internet als grote vijand benaderd. Fansites (onder meer Housequake.com) werden vanaf 2007 met juridisch geweld weggepest en YouTube video’s werden offline getrokken. Met als meest in het oog springende zaak het filmpje van een baby die danst op 29 seconden van Let’s Go Crazy. De moeder van het kindje diende, nadat het filmpje op last van Prince’ advocaten was verwijderd, een tegenclaim in waarin ze zichzelf beriep op de zogenaamde ‘fair use doctrine’, die in de Verenigde Staten geldt en die wij hier in Nederland als ‘citaatrecht’ in enigszins gelijke vorm ook kennen. Het resultaat is dat het amper boeiend te noemen filmpje door alle ophef inmiddels meer dan een miljoen keer is bekeken en dat advocaten en rechters nog immer over elkaar heen buitelen over deze kwestie. Een zaak die inmiddels dus al veel (heel veel) meer kost dan de schade die deze 29 seconden durende clip Prince ooit zou kunnen berokkenen als hij deze met rust had gelaten.
In 2010 verklaart Prince in een interview met de krant The Mirror het internet dood: “The internet’s completely over. I don’t see why I should give my new music to iTunes or anyone else. They won’t pay me an advance for it and then they get angry when they can’t get it. The internet’s like MTV. At one time MTV was hip and suddenly it became outdated. Anyway, all these computers and digital gadgets are no good. They just fill your head with numbers and that can’t be good for you.” Om vervolgens in 2013 – het moment dat hij met zijn nieuwe band 3RDEYEGIRL op tour gaat – doodleuk een website in het leven te roepen (http://3rdeyetunes.com) waar nieuw materiaal verkocht wordt. Gelijktijdig wordt bezoekers van zijn optredens met klem (lees: ze worden doodleuk verwijderd) verzocht tijdens de optredens geen foto’s of filmpjes met mobiele telefoons te maken. Iets wat eveneens voor een flinke hoos aan kritiek zorgt. Kritiek die uiteindelijk vooral een door de media opgeblazen en aangewakkerd ‘schandaaltje’ blijkt.
Het offline laten halen en aanklagen van de diverse sites zoals 16 januari gebeurde, is uiteindelijk dus niet helemaal uit de lucht komen vallen. Niet in het minst omdat, los van voorgaande, veel van de betrokken websites de afgelopen maanden al meerdere malen een waarschuwing hebben gehad. Sommigen zijn zelfs al vaker van URL gewisseld, omdat de blogservice waarvan ze gebruik maakten hen op last van Prince’ advocaten had neergehaald. Waarom er vervolgens op 28 januari, nog geen twee weken na de oorspronkelijke aanklacht, is besloten de zaak te laten vallen blijft een raadsel. Is Prince met zijn team geschrokken van de stortvloed aan negatieve reacties vanuit zijn achterban? Dat lijkt niet heel logisch. Daar houdt hij doorgaans nooit expliciet rekening mee. Wellicht is het feit dat de meeste partijen die hij aanklaagde geen ‘gezicht’ hadden (en dus niet op persoonlijke titel te ‘pakken’ waren) een reden. Al zijn er ook genoeg gaten te schieten in de aanklacht. Wellicht realiseerde men dat uiteindelijk ook wel. Of misschien gaan na al die jaren eindelijk Prince kluizen écht open en wil hij de concurrentie uit de weg ruimen. “Because of the recent pressure, the bootleggers have now taken down the illegal downloads and are no longer engaging in piracy. We recognise the fans craving for as much material as possible, but we’d prefer they get it from us directly than from third parties who are scalpers rather than real fans of our work”, zo verklaarde Prince’ advocaat tegenover website TMZ. Dat impliceert dat er meer bij de bron te halen gaat zijn. Maandag (3 februari aanstaande) houdt Prince een persconferentie in de woonkamer van zangeres Lianne La Havas, waar hij naar verluid enkele shows in Londen gaat aankondigen en meer nieuws brengt over het verwachte nieuwe album Plectrum Electrum. Wellicht wordt tijdens die persconferentie meer duidelijk over het hoe en waarom van de vreemde actie.