Het verhaal van Yonder Boys start in Berlijn met drie in de stad aangespoelde muzikanten,  banjoman  David Stewart Ingleton is afkomstig uit Australië terwijl de multi-snarenman en percussionist Tomas Peralta  vanuit Chili  afreisde. De enige Amerikaan in dit op de fundamenten van old time Americana evoluerend muzikaal verbond  is gitarist Jasn Serious die de overige Yonder Boys vocaal flankeert.

Vurige fingerpicking van banjo en gitaar en de harmonische zang herinneren aan de bluegrass traditie maar er ontstaat  een spontane vermenging met Latin pop en psychedelia. De titel Acid Folk refereert naar de alomtegenwoordige en experimentele, vrije benadering die aanleunt bij de jaren zestig.

Het door banjo aangestuurde Rabbit Song spoort aanvankelijk nog op de vertrouwde tracks van de mountain muziek, hoewel de viool rare bokkesprongen maakt in de dynamische opener. Het is de viool van Héloïse Lefebvre, één van de gastmuzikanten naast de alomtegenwoordige Mabioni die voor vocale versterking zorgt. Het deels a capella opgevoerde House Carpenter, een traditional uit het genre wordt opgesmukt met fraai blazerswerk.

kleurt het door flamboyante zangpartijen en driftige fingepicking gelardeerde Mumma’s Boy evenals  het dromerige folk van Eagle Song behoorlijk binnen de traditionele lijntjes.

In New Bohemians vertellen Yonder Boys hun Berlijnse verhaal op zangpartijen de verder borduren op de destijds door The Beach Boys  geïntroduceerde melodische harmonieën. The Great American Pussy Grab surft eveneens voorbij op zonnige West Coast golven, het is evenwel een expliciete  reactie op de ontluisterende gebeurtenissen, met een hoofdrol voor de voormalige president,  Serious observeert gedegouteerd de sociale ontwikkelingen in zijn vaderland vanop afstand, “It’s the worst thing in the year”.

Mosey On Down  wandelt  op een afwijkend klankspectrum met spookachtige zang en  enigszins ontspoorde blazersbijdragen. Het door het trio samen gecomponeerde Il Pesce Spada is een Zuiders uitstapje. Het zijn die onverwachte wendingen en het aanvullende productiewerk van de onvolprezen Tucker Martine die dit verrassende debuut optillen.