The Sore Losers
Ultra Elektric
The Sore Losers. Hun zoeken naar een ander platenlabel, Suburban Records, lag helemaal in de lijn van hun streven naar onafhankelijkheid. Al jarenlang internationaal in het getouw met The Datsuns, White Denim, met topproducenten, gaven ze oren en ogen al die tijd goed de kost, tot ze er zich helemaal klaar voor voelden. Hun boontjes voortaan zelf doppen. Blijkt intussen ook bij de making-of van deze Ultra Elektric, hun vijfde: zowat alles hebben ze zelf gefikst. Naast de songwriting ook de opname, productie en de mixing, alles bovendien in de eigen, naar de nieuwe plaat vernoemde Ultra Elektric Studio.
Vrijgevochten groep dus die The Sore Losers. Na 11 jaar weten ze trouwens onderhand wel waar ze zich goed bij voelen en ook hoe die 12 relatief korte songs van hen precies moesten klinken. “Dichter bij Little Richard dan bij Dylan” hoorden we ergens gitarist Cedric Maes gesluierd opmerken. Voeg er prioritair ook maar Jack White en vooral Led Zeppelin aan toe. Wie kwam immers deze week op Radio 1, gitaar in de hand, vlotjes vingeroefeningen overdoen bij ‘t album Led Zeppelin IV, nu precies 50 jaar oud? Jan Straetemans, zanger-gitarist van The Sore Losers. En die riffs en solo’s van Zep, hij en z’n gitaarmaat Cedric Maes hebben ze echt wel in de vingers. Niet in het minst dus ook op dit Ultra Elektric, met ook de zangstijl van Plant her en der eervol opduikend .
Weer een groep overigens die de isolatie van de lockdown prima heeft benut. Gelukkig juist na hun laatste touren, de gitaarvirtuozen hebben in de gedwongen stilte hun kunde alleen maar kunnen verbeteren. Ook de composities mogen er zo helemaal zijn. Veel minder blues en country nu, maar, om de energie er straks op de podia te kunnen uitrammen, altijd pittige uptempo rock met meezingbare refreinen, scheurende gitaarriffs en vurige vingervlugge solo’s. Je hoort het, die mannen staan nu muzikaal zo sterk in de schoenen dat ze het hele bredere rockgenre aankunnen. Net zoals op de hoes, alles gaat in het rood, citeren ze zelf. Alles gepassioneerd vooruit: tempo, energie en geluidsvolume. ‘t Knalt als een rechttoe rechtaan rockband in zowat alle nummers. Stevige, ruige rock, met toch, uit ervaring, biezondere aandacht voor de song en nog de nodige nuance en afwisseling om het geheel tot het einde spannend te houden.
Sterke nummers levert dat op, die zich ook supersnel nestelen! Catchy toppers als Tightrope, het vurige Yeah Yeah Yeah, het shakin’ Heavyweight Champion, zinderende single Amy. Maar evengoed het gedempter Birds Of A Feather, speels verkennend openend, maar na de eerste Zeppelinschreeuw net zo leidend tot een meeslepende apotheose van puur rockgeluid. Of wat dacht je van het grootse, zelfbenoemd Magnum Epos, rocksong met warempel Beatlesakkoordjes? Kleine complexe Stairway naar de hemel van The Sore Losers. Overloadin’, iets bluesier, met onweerstaanbaar refrein. To The Well, seventiesrocker met hints naar Zeppelin’s Black Dog en mooie solo van Cedric Maes. Met Shareek The Greek wordt de volelektrische rockplaat toch afgesloten in een electronisch jasje.
Twaalf toffe back-to-basics-rocksongs. Inderdaad, weinig tekstgedreven, maar fris als een wervelwind razen ze voorbij. Wat een rockbelevenis, deze band op dreef!
Ja, jammer dus voor de tijger. Vrezen dat ie die stroomstoot van The Sore Losers niet kan hebben overleefd.