The National
Trouble Will Find Me
Zelfverzekerd. Consistent. Prima geproduceerd. Uitstekend liedjesmateriaal. Trouble Will Find Me van The National heeft het allemaal en in de hersenpan kan je prima rationaliseren dat het een uitstekende nieuwe cd/LP is. Desalniettemin heeft het album moeite om de hartstreek te raken. Niet omdat de boel heel slecht is. Verre van zelfs. Maar er ontbreekt een ondefinieerbaar ‘iets’.
Natuurlijk is het zo dat een album beoordeeld moet worden op de eigen kracht. Op de eigen identiteit. Maar je ontkomt er niet aan om een referentiekader te scheppen. Bij een beginnende band wordt dat kader gezocht bij soortgelijke artiesten. Heeft een band een oeuvre opgebouwd, dan wordt dat het kader. The National heeft de pech dat Trouble Will Find Me aansluit op vijf eerdere albums, waarvan met name de laatste drie (Alligator, Boxer en High Violet) kwalitatief een stijgende lijn lieten zien die vergelijkbaar was met een Space Shuttle lancering, waarna de band uiteindelijk de dampkring ontsteeg. Trouble Will Find Me laat de band in min of meer gewichtsloze toestand om hun zelfgeschapen planeet cirkelen.
Dat levert ontegenzeggelijk pareltjes op, waarbij de band ook niet schroomt om nieuwe elementen aan haar geluid toe te voegen. Met name de erg fraaie arrangementen op Trouble Will Find Me vallen op in al hun subtiliteit. Let in bijvoorbeeld This Is The Last Time eens naar de onopvallende maar sfeerbepalende strijkerspartijen. Diezelfde orkestrale maar nergens overheersende begeleiding maakt – terwijl de pianopartij effectief voor afleiding zorgt – dat een nummer als Pink Rabbits begint te broeien en tot leven komt. Vocaal verlegt frontman Matt Berninger tevens grenzen. Zijn sombermansbariton gaat af en toe (opener I Should Live In Salt bijvoorbeeld, of in Heavenfaced) voor zijn doen ineens opvallend de hoogte in. Zonder dat het repertoire in een collectie fuifnummers verandert, dat spreekt voor zich. In die zin is The National geen band die ineens heel ingrijpend verandert. Het is eerder een steeds verder uitkristalliseren van de eigen identiteit.
Misschien is dat laatste wel het ‘probleem’ met Trouble Will Find Me. De vorige albums van The National klonken als een zoektocht. Als een innerlijke strijd waarbij elk bandlid om zijn plek vocht en binnen die worsteling schuurde het, knauwde het, moest je af en toe je best doen om van een liedje te gaan houden en werd je gaandeweg met inventive ritmepartijen of gitaarpingeltjes om de oren geslagen. Op Trouble Will Find Me is het bandgeluid in rustiger vaarwater terecht gekomen. Het album komt een stuk makkelijker binnen dan eerder werk en laat een band horen die relatief recht-toe-recht-aan de nummers afwerkt. Nog steeds niet is The National het zonnetje in huis, maar met toefjes messcherpe en inktzwarte humor (“Remember when you lost your shit and drove the car into the garden. And you got out and said I’m sorry to the vines and no one saw it”, klinkt het in I Need My Girl, je ziet het tafereel grimlachend voor je) is het een band die anno 2013 wel wat licht in de duisternis brengt en die boven alles klinkt als een groep mannen die (relatief) comfortabel in hun vel zitten. Dat levert dertien prachtige, veelal ingetogen, liedjes op die als verzameld werk binnen een ander referentiekader makkelijk vier en een halve ster aan waardering zouden krijgen. Afgezet tegen het volledige The National oeuvre kan je na enkele weken draaien echter niet anders dan concluderen dat Trouble Will Find Me een prachtig album is, maar dat het misschien iets te makkelijk wegluistert en dat het broeierige onderhuidse van het eerdere werk – dat je afwisselend een stomp in de maag en kippenvel gaf en de muziek van deze band zo speciaal maakt – slechts mondjesmaat aanwezig is.
The National – Trouble Will Find Me:
- I Should Live In Salt
- Demons
- Don’t Swallow The Cap
- Fireproof
- Sea Of Love
- Heavenfaced
- This Is The Last Time
- Graceless
- Slipped
- I Need My Girl
- Humiliation
- Pink Rabbits
- Hard To Find