The Beach Boys
Feel Flows: The Sunflower & Surf's Up Sessions 1969-1971
Op Feel Flows, dat is verschenen als 2CD en 5CD-box en als 2LP en 4LP-set, bevat de (in 2019) geremasterde versies van de eerste twee albums die The Beach Boys uitbrachten in de jaren zeventig, Sunflower uit 1970 en Surf’s Up uit 1971, aangevuld met een wagonlading aan outtakes, live-opnamen en niet eerder (officieel) uitgebrachte nummers.
Als de jaren zeventig beginnen, hebben The Beach Boys er al een veelbewogen decennium op zitten met veertien studioalbums in acht jaar tijds en de kater van een geaborteerd meesterwerk. Volgens biografen is creatief leider Brian Wilson de klap nooit te boven gekomen dat hij Smile, de beoogde opvolger van het briljante Pet Sounds, niet kon afmaken en The Beatles met Sgt Pepper in 1967 onterecht de geschiedenisboeken in gingen als de échte vernieuwers. Zijn vrijwel tegelijkertijd geplande Smile ging nog een paar stappen verder dan ‘Pepper’, maar verscheen pas na de eeuwwisseling en veroorzaakte toen uiteraard geen revolutie meer.
Uiteraard was het afblazen van het vrijwel afgeronde Smile in het voorjaar van 1967 een miskleun, maar inmiddels is duidelijk dat Brian zich daarna vrij snel herpakte. Eerder dan The Beatles of Rolling Stones ruilden The Beach Boys de overdadigheid van de flower power al in november 1967 weer in voor eenvoud met het Smiley Smile album. The Beatles zaten toen nog midden in hun Magical Mystery Tour en The Stones moesten hún antwoord op ‘Pepper’ – Their Satanic Majesties Request – in november ’67 zelfs nog uitbrengen.
In ’68 en ’69 ontwikkelen The Beach Boys – tot dan vooral het vehikel van schrijver/producer/ arrangeur Brian Wilson – zich meer en meer als groep. Brian zit in de regel nog wel achter het mengpaneel, maar hij deelt de producerscredits op Wild Honey, Friends en 20/20 met de anderen.
Als in 1970 Sunflower verschijnt, blijkt dit vijftiende Beach Boys-studioalbum het eerste echte groepsalbum. Brian is als (co-) auteur van zeven van de twaalf songs – waarvan met name This Whole World vermeldenswaard is – nog altijd de belangrijkste componist. Ook broer Carl schrijft met Brian en Al Jardine aan een nummer mee – Our Sweet Love – maar met name drummer Dennis Wilson lijkt zich op een George Harrison-achtige manier te hebben ontpopt als componist. Vier songs zijn (mede) van zijn hand, waaronder het prijsnummer Forever. Het (tot dan toe) vaste schrijversduo Mike Love-Brian Wilson tekent voor drie songs. Hun Cool Water is een mooie afsluiter van het prachtalbum.
Mee op tournee ging Brian al sinds 1965 niet meer, dus met het Live in London-album uit 1969 – opgenomen in ’68 – had hij niets van doen gehad. Als in 1970 Sunflower gepromoot moet worden en Mike Love een paar keer verstek moet laten gaan, neemt Brian zonder morren zijn plek in. Helaas staan de sterren nog altijd niet goed voor The Beach Boys. Sunflower wordt door de critici goed ontvangen, maar verkoopt slecht. Dat is, na de lauwe ontvangst van meesterwerk Pet Sounds in 1966 en het afblazen van Smile in 1967 een nieuwe knauw voor Brian. Vanaf ’71 neemt zijn betrokkenheid bij The Beach Boys dan ook af.
Opvolger Surf’s Up wordt opgenomen in de eerste helft van 1971 en verschijnt eind augustus. Vanwege de afwezigheid van Brian wordt afgesproken dat Carl Wilson het leiderschap van de groep op zich neemt. Hij levert met Long Promised Road en Feel Flows twee prijsnummers aan. Uiteindelijk staat Brian na lang aarzelen toe dat zijn Surf’s Up, een song afkomstig uit de Smile-sessies in 1966, wordt afgemaakt voor het album. Carl vervangt een deel van Brians originele vocalen van vijf jaar eerder en er wordt een keyboardpartij toegevoegd. Brian levert ook twee van een vrij donkere tekst voorziene nieuwe nummers, A Day In the Life Of A Tree en ‘Till I Die.
Om het Wilson-aandeel op het album niet te groot te maken en ook Bruce Johnston, Mike Love en Al Jardine de ruimte te geven, worden de composities van drummer Dennis geschrapt. Wat de beperkte bemoeienis van Brian betreft, moet wel worden opgemerkt dat het leeuwendeel van de studio-opnamen voor beide albums wordt gemaakt in de huisstudio van Brian.
Mike en Al komen voor Surf’s Up met Don’t Go Near The Water, dat past bij het voornemen van de groep meer maatschappelijke betrokkenheid in de teksten te tonen. Met deze song over milieuverontreiniging is de groep een voorloper door daarmee al te komen in het jaar van het eerste officiële milieurapport ooit, van de Club van Rome. Een klassieker wordt ook Disney Girls (1957), een op muziek gezette jeugdherinnering van Bruce Johnston. Hij zal het een jaar of vijf later nog eens op een soloplaat zetten.
Een optreden op het folkfestival Big Sur geeft de groep in 1971 voor het eerst wat kredietwaardigheid onder het rockpubliek. De verkopen van het Surf’s Up-album in Amerika zijn voor de verandering ook weer eens om over naar huis te schrijven. De 29ste plaats bij Billboard is de hoogste sinds 1968. De singles van het album halen de Amerikaanse hitparades niet. In Europa, met name in Engeland, waar de groep de laatste jaren juist wel populair was gebleven, doet het album het met toppositie 15 nog beter. In de singles echter blijkt ook hier geen interesse.
De twee albums verschijnen op een schakelmoment in de carrière van The Beach Boys. Een echte singlesband zijn ze al sinds Pet Sounds (1966) niet meer, platenlabel Capitol blijft de groep na 1967 echter marketen op basis van het verouderde surfimago. Als blijkt dat ook de afdracht van de royalty’s een zooitje is, besluit de groep een ander platenlabel te zoeken. Die staan niet in de rij, maar uiteindelijk hapt in 1970 Warner/Reprise toe voor de distributie van de Beach Boys-platen, die voortaan onder de noemer Brother Records moeten verschijnen.
Voordat Sunflower in de zomer van 1970 uiteindelijk uitkomt, zijn twee versies van het album door Warner afgewezen. Zodoende ligt er nogal wat restmateriaal op de plank. Daarvan verschijnt nu vijftig jaar na dato eindelijk een (flink) deel op de Feel Flows-box.
Een van de prijsnummers is Big Sur, een ode van Mike Love aan de Californische kuststreek. Het zal uiteindelijk in 1973 worden verwerkt in California Saga op het album Holland. De 1970-versie verscheen nooit eerder. Veel van de andere nummers die in 1970 over de rand vielen, vinden in de jaren ’70, ’80, ’90 en in de nieuwe eeuw alsnog hun weg naar de fans, vaak in bewerkte of hernoemde vorm. , Susie Cincinatti en When Girls Get Together komen in ’76 en ’80 op de BB-albums uit dat jaar terecht. Lady wordt door Dennis hernoemd en in ’72 op een solosingle gezet. Het nummer 4th Of July verscheen in ’93 op de Good Vibrations box set.
Seasons In The Sun is de Engelse vertaling van Le Moribond van Jacques Brel. The Beach Boys worden in 1970 gevraagd mee te werken aan een sessie van zanger Terry Jacks en besluiten het nummer zelf ook op te nemen. Ze zijn er niet tevreden over en zijn blij dat Jacks er later zelf wel een hit mee heeft. Loop the Loop en Soulful Old Man Sunshine verschijnen in 1998 op de Endless Harmony-soundtrack. San Miguel verschijnt in 1981 op een compilatie. Sweet And Bitter (van Mike) en My Solution – een vervreemdend Brian-nummer – zijn andere voorbeelden, hoewel Brian zijn nummer later wel als soloartiest oppakte. Hier staan ze allemaal bij elkaar in de historische context.
Van de verschillende nieuwe uitgaven graaft de 5CD-box vanzelfsprekend het diepst in de archieven. Naast alle destijds niet uitgebrachte songs die nu bijeen zijn gebracht, bevat de set ook live-versies door de jaren heen van diverse songs en a capella-versies. Die box met in totaal is met in totaal 130 nummers voer voor de echte fan. Voor de muziekliefhebber die net iets meer wil weten over twee belangrijke albums uit de popgeschiedenis volstaat de dubbelaar. Naast de 22 songs van de oorspronkelijke platen staan hier 34 extra tracks op, waaronder de meeste ‘nieuwe’ songs – negen stuks – en een stuk of twintig live- en afwijkende versies. Als je bedenkt dat de 5CD-box zo’n honderd euro kost, is die ‘goedkope’ optie voor iets meer dan twee tientjes zeker het overwegen waard. De 4LP-versie wijkt licht af van de 2CD. Maar daar moet je dan wel zo’n tachtig euro voor neerleggen. Kies zelf maar.