×

Concert

24 oktober 2022

Meer ontdekkingen dan je aankunt op drie dagen Left Of The Dial

Geschreven door:

Hoeveel concerten kun je bezoeken in drie dagen? Nou ja, geen hele concerten, setjes van 40 minuten. De organisatie van Left Of The Dial, de jaarlijkse driedaagse in oktober in het centrum van Rotterdam, daagt de bezoekers uit tot het onmogelijke: een ‘bill’ met 114 bands die op 11 locaties een of, in de meeste gevallen, twee keer of nóg vaker optreden.

Bands geselecteerd op het feit dat de organisatie (zeg maar de mensen achter poppodium Rotown) ze leuk vinden nadat ze een jaar lang overal en nergens hebben gescout. Veel postpunk, indie, garagerock, aan de 80s ontleende elektropop, lo-fi, grunge, eigenwijze singer-songwriters en een verdwaalde Americana- en glamrock-act. Oké er valt last minute een bandje uit, een dag van tevoren blijkt een van de locaties tóch niet beschikbaar en worden alle daar geprogrammeerde bands er op de andere locaties nog even tussen geritseld. Geen probleem, althans niet zichtbaar voor de bezoeker.

Mocht er toch nog iemand zijn die 110 bands in drie dagen op elf locaties wat mager vindt? Dan vertrekken er óók nog vaartochten met bandjes aan boord vanaf De Boompjes, is er karaoke in een tent op de Nieuwe Binnenweg en een literair muziekprogramma in boekenpaleis Donner. Jaap Boots presenteert er bijvoorbeeld zijn nieuwe boek.

Written in Music zag in drie dagen tijds negentien concerten, of in sommige gevallen delen van concerten. De bezoeker van LOTD doet er verstandig aan zich er van te voren mee te verzoenen dat die niet alles kan zien, ook al treden de meeste bands twee of drie keer op.

De vijftien locaties liggen alle in het Rotterdamse centrum, maar wel verspreid over twee gebieden die om tien minuten stevig doorwandelen vragen. Een bandje kijken in Arminius en direct daarna op podium Perron (tien minuten verderop) is dan ook vrijwel ondoenlijk. Veel bezoekers lossen dat op door LOTD per fiets te doen.

Zowel de vrijdag als de zaterdag beginnen met een absolute topband. Op vrijdag is dat Deadletter, hoekige postpunk van vijf Londenaren die Rotown al om half vier ’s middags op zijn kop zetten. Niks geen stroef begin van de dag, de zaal is meteen ‘aan’. De band ook trouwens, al lijkt de bassist daar getuige zijn oogopslag wat hulp van buitenaf bij te gebruiken. ‘More Heat’, roept de zanger ter introductie van het nummer Heat. Dat klinkt ’s middags in Rotown nog een beetje misplaatst, want al heeft Deadletter heel Rotown mee, echt dampen doet het nog niet en dat gaat ook na deze oproep niet gebeuren. ’s Avonds bij hun optreden in V2 echter zweet de hele ruimte.

Op zaterdag begint het Japanse viertal Bo Ningen verstild met het eerste nummer. Net als de eerste bezoekers, met een schuin oog kijkend naar het plakkaat met ‘Gezangen’ en ‘Gebeden’ op de muur van de Arminiuskerk, op de grond willen gaan zitten, barst de band los in een psychedelisch pandemonium van in echo onderdompelde gitaarriffs en donderende drums. Om even later weer de verstilling op te zoeken. Prachtig optreden.

V11, het drijvend podium in de Wijnhaven, is een prima plek voor de bands die het zoeken in de punk, postpunk, garagepunk en lo fi. Written ziet er onder meer Beige Banquet. De pompende bas en bijtende leadgitaar worden ondersteund door handklapjes en andere effecten uit de synthesizer (dat klinkt lulliger dan het is) waar overheen de zang meestal een spoken word-vorm aanneemt. Dat zal veel bezoekers, die het concert grotendeels ondergaan vanuit één grote circle pit, wordt wezen.

De zanger van Enjoyable Listens, die donderdag de boel afsluit in de benedenzaal van De Doelen, is niet alleen een verdienstelijk crooner, ook als stand up comedian staat hij zijn mannetje. Het leidt ertoe dat ook het publiek wat balorig wordt. Als een bezoeker twee pilsjes overhandigt, is de eerste reactie van zanger Luke Duffett ‘die zetten we bij de verzameling’. Tot bassist J. Savage het biertje in één teug naar binnen klokt en Duffett meent dat hij niet kan achterblijven.

Savage krijgt seconden later van een andere bezoeker nóg een biertje, dat ook weer binnen luttele seconden in de keel verdwijnt. Duffett laat het bij die ene. Of het alleen door dit intermezzo komt, is niet duidelijk, hij verontschuldigt zich voor zijn wat tegenvallende zangprestaties. De volgende avond belooft hij degenen die die naar zijn optreden in Arminius komen wél zijn gebruikelijke vijf octaven. Yeah, right.

Niet élk optreden is geslaagd – ‘We sluiten dit fantastische festival af, straks met zijn allen dansen in Rotown!, roept de zanger van Sunday League zaterdag tegen middernacht in Perron. Het is toch een beetje de nachtkaars waarvan je had gehoopt die niet tegen te komen op een festival vol hoogtepunten, waarvan je tegelijk weet dat je even zovele hoogtepunten gemist moet hebben: The Bug Club, schijn fantastisch geweest te zijn, maar toen stonden we na de tornado van Beige Banquet in V11 eventjes bij te komen in Tech Noir om een staartje Eades mee te pakken – best leuk, niet meer dan dat. Gelukkig wél in Arminius kunnen genieten van Ethan P. Flynn, sfeervolle singer-songwriterrock met hoofdrollen voor de cello en de toetsen.

Als je hebt zitten meerekenen en weet dat voor een gemiddeld beginnend bandje in het clubcircuit zo’n 12,50 entree wordt gevraagd, moet dit ticket toch wel een astronomisch bedrag kosten. Niks ervan, voor vier tientjes was je binnen, de ‘early bird-tickets waren een jaar geleden voor 35 euro te koop. Dat moet wel betekenen dat de organisatie veel goodwill heeft. Natuurlijk combineren de bands het LOTD-weekend met andere optredens in of rond Nederland.

Zo was het Britse powerpoptrio The Bug Club vorige week dinsdagavond nog te gast voor een liveoptreden bij de VPRO-radio, waar presentator Eva Koreman vertelde over de rest van hun tour. Bo Ningen was vorige week voor een project in Friesland. Belangrijker wellicht dan dat logistieke voordeel voor de bands is dat ze bij Left Of The Dial echt in een warm bad terechtkomen. ‘Opper-Leftie’ Minke Weeda schrijft er in columns wel eens over dat zij bands als gasten beschouwt en ze ook zo wil behandelen. Logisch misschien, maar dat blijkt toch niet zo te zijn. Verschillende bands roepen op het podium dat ze Rotterdam zo’n geweldige stad vinden, het publiek geweldig vinden en zich écht welkom voelen bij Left Of The Dial.

Dat kán gladde promopraat zijn, maar het blijkt meer dan dat. Als Written in Music, in een korte pauze tussen Vero (springerige Bangles- en Wetleg-pop van drie meisjes uit Zweden in V2) en Mewn (indrukwekkende Britse indie in Arminius) een vegetarische roti naar binnen schuift op het Binnenwegplein komen we twee jongens tegen uit de entourage van het viertal Maruja uit Manchester. ‘Bands worden in Engeland als stront behandeld. Geen eten, geen drinken, de zaaleigenaren vinden dat ze blij mogen zijn met een optreden. Wat een verschil met hier!’.

Zijn er dan geen kritiekpuntjes? Nauwelijks. Hooguit kun je dat overaanbod van 100-plus bands in drie dagen normaal gesproken rechtvaardigen met een simpel ‘omdat het kan’ en is dat iets waar je in deze tijd van energiearmoede toch wat genuanceerder naar kan kijken. Twintig procent minder is nog stééds te veel. Aan de andere kant speelt dat energieprobleem pas de laatste twee, drie maanden en toen was LOTD-editie 2022 al grotendeels voorbereid. Anders ligt dat met de elektronisch aangeblazen ‘föhns’ waarmee de vijftien LOTD-locaties de hele dag werden gemarkeerd. Hang gewoon een paar vlaggen op, dat snappen we ook en kost geen energie. Maar goed, dat is echt een schoonheidsfoutje op een verder smetteloos Left Of the Dial-blazoen. Op naar volgend jaar!

Foto’s: Martijn Berlage