Shit And Shine
Powder Horn
‘Where Are You Going?’, horen we een alien-achtige stem vragen, aan het begin van Powder Horn. Het antwoord is niet eenduidig: Shit And Shine neemt ons mee op een vermakelijke, dwarse en originele reis vol (b-boy) electro, techno, industrial en allerlei vrije geluiden en zwaar bewerkte vocalen.
Craig Clouse, de Texaan achter Shit And Shine, maakte de afgelopen tien jaar al naam met het ontmantelen, verbouwen en herinterpreteren van rockmuziek en hij doet nu hetzelfde met dance en aanverwante stijlen. Het leverde hem het afgelopen najaar goede recensies op alhoewel hij met Powder Horn de underground niet ontsteeg. Getuige de prettige gekte en de niet al te radiovriendelijke producties was Clouse hier duidelijk ook niet op uit.
Shit And Shine gebruikt de overbekende baslijn van Hall & Oates’ I Can’t Go For That in You Can’t maar voegt er diepte en extra bas aan toe om daar verder niet veel meer overheen te leggen of compositorisch mee aan de slag te gaan. Interessant maar er had meer in gezeten. De verwarrende minimale electro/techno van Pearl Drop werkt beter. Ook hier duikt – zij het flink vervormd – een oude klassieker op (Pump Up The Jam). De noise van de scherpe track Astros Hat had uit de stal van Warp kunnen komen en past prima op dit lekker geflipte album.
De mix van grove, (vaak) monotone beats dito baslijnen en noise, electropunk en bewerkte vocalen vormt een lekkere oorwassing waarmee Shit And Shine laat horen dat ‘ongepolijst crossoveren’ en het uitdiepen en tegelijk verbreden van dance heel opwindend kan zijn. Het is niet altijd volledig raak op Powder Horn; soms werkt de monotonie en het wat onevenwichtige geluid tegen en realiseer je je dat een enigszins vergelijkbare act als The Juan Maclean – uit de DFA-stal – het tien jaar geleden minstens zo goed deed.
De uit de hand gelopen dubtrack Blowhannon, vol industriële schokeffecten en vooral de opwindende, diepe dub/postpunkexercitie Who’s Your Waitress zijn echter ijzersterk. Op laatstgenoemde track, gelardeerd met strijkers en bevreemdende vocalen, gaat Clouse met het werk van The Rapture (ook DFA) aan de haal.
Shit And Shine lijkt zich met zijn verknipte blik op de dansvloer te laten inspireren door New Yorkse muzikale grensverleggers, Britse postpunkers als PiL en tegendraadse labels als Warp. Echter ook de commerciëlere geluiden van met name de jaren tachtig en negentig hebben dit album mede gevormd, getuige niet alleen eerder genoemde tracks als Pearl Drop en You Can’t maar ook een track als Values, een soort eighties disco-ballad in twee delen, door Clouse op een prettige wijze ‘gezichtsloos’ gemaakt.
Dat laatste geldt eigenlijk voor de hele plaat: een vreemde, avontuurlijke plaat vol dance-referenties. Shit And Shine geeft aan al die ideeën zo’n eigenwijze slinger dat er een afstandelijke, gezichtsloze plaat overblijft die juist daardoor een aantal malen flink weet te intrigeren en te prikkelen.