Motorpsycho
The All Is One
The All Is One wordt beschouwd als de derde Håkon Gullvåg triologie plaat, genoemd naar de kunstenaar die verantwoordelijk voor de indrukwekkende schitterende albumhoezen van de laatste drie platen is. Natuurlijk moet zijn naam zeker vallen, maar het gaat bij mij vooral om de muziek. Dan kom je als purist al snel bij Tomas Järmyr uit, die in 2017 Kenneth Kapstad vervangt. Of Bent Sæther en Hans Magnus Ryan door de inbreng van de nieuwe drummer nog meer geprikkeld worden, en daardoor hun ideeën zo strak uitgewerkt op plaat verschijnen, laat ik in het midden. Het is wel een feit dat The Tower, The Crucible en The All Is One systematisch perfect op elkaar aansluiten.
Het is te gemakkelijk om nu voor de derde keer de jaren zeventig progrock invloeden aan te halen. Dit is het nieuwe geluid van het uit Trondheim afkomstige Noorse trio Motorpsycho, en net als bij iedere band is de sound tot andere muzikanten te herleiden. De unieke werkwijze laat niet zozeer een groei horen, maar geeft wel feitelijk weer dat The Tower niet de top van de toren blijkt te zijn, maar dat er nog genoeg groeimogelijkheden zijn om die burcht te versterken. Het is onmogelijk om de 84 minuten durende albumlengte volledig tot aan het bot af te kauwen en te ontleden, daardoor gaat er zoveel tijd verloren die je beter in de The All Is One beleving kan stoppen. Het zal voor niemand vreemd zijn dat Motorpsycho niet voor de gemakkelijkste weg kiest, en dat siert ze.
Het hoopvolle epische The All Is One titelstuk is nog goed te volgen, en laat een euforisch gevoel achter. Behoorlijk bijzonder eigenlijk, omdat ze over het algemeen kiezen om met zo’n lap aan muziek af te sluiten. Een gedurfde stap welke al gelijk hoge verwachtingen oproept. Een dwarse denkwijze die al kronkelend bij het gezelschap de verkeerde uitgang neemt. De Hans Magnus Ryan gitaren lanceren gillende solo’s terwijl op de achtergrond grijze dreampop elementen afwachten om er een doemsfeertje in te stoppen. Er wordt veel meer met opbouw gespeeld, waardoor de semi akoestische ballad The Same Old Rock de meest logische single keuze is, al kiezen ze hier door de strakke heavy onderbrekingen zeker niet voor een publieksgemakkelijke uitwerking. Op het jammende The Magpie krijgt de tot nu toe netjes ingehouden Tomas Järmyr de mogelijkheid om volledig los te gaan. De gedreven drumslagen geven een energieke impuls aan de vrij stabiele zangpartijen en geschoolde jazzrock gitaarakkoorden.
De afronding van de dubbelaar vind plaats als het Corona virus al om zich heen grijpt, al is juist in het eerste N.O.X. stuk die dreiging zo overduidelijk voelbaar. Circles Around The Sun Part 1 is een wedloop met de natuur waarbij de klokkengeluiden symbool voor het gevecht tegen de afnemende tijd staan. De aarde zweeft doelloos in het universele sterrenstelsel rond, de zwaartekracht wordt door vervuilende verstikkende nevels omgeven. Nadat de treurende strijkers de doodstrijd aankondigen nemen de zware blazers het laatste stukje lucht weg. Een indrukwekkende beeldende beleving van een meesterlijk uitgespeeld werkstuk, waarbij vintage zangpartijen, het herhalende grimmige gitaarspel en rondspokende violen voor de genadeslag zorgen.
Het zwaar freakende Ouroboros is vintage Motorpsycho, waarbij weer eens benadrukt wordt hoe technisch ontwikkelt deze band in elkaar zit. Ingewikkelde drives pompen moeiteloos door de lang uitgerekte psychedelische ruimtelijke sfeercollages heen, gevolgd door gemeen uitgespeelde gitaarexplosies. De rol van de van Jaga Jazzist afkomstige Lars Horntveth is hierin gigantisch groot. Deze multi-instrumentalist is mede verantwoordelijk voor de eindcompositie en betekent zeker een blijvende toevoegende waarde voor de band. Engelengezang samplers kondigen het einde der tijden aan, wat onmogelijk blijkt, omdat er nog een volledige tweede plaat zijn opwachting maakt.
De Ascension gewichtsloosheid is bijna vernietigend, gelukkig krast daar het hemelse gitaarspel nog doorheen. Het voelt inderdaad niet als een afgesloten hoofdstuk aan en het gejaagde Night of Pan slaat als sterke opener van de tweede plaat toe. Ook nu weer geen traditioneel stuk, maar een met retro effecten kwartier durend opgesierd spektakel. Ambient house wisselt met gemak kerkelijke orgeltoetsen af, waarbij ze nogmaals de nadruk leggen dat The All Is One veel meer dan een ode aan de experimentele jaren zeventig progrock is. De percussie van Tomas Järmyr vormt hierbij uiteindelijk de motorische katalysator, maar kan ook niet onderdrukken dat de track net te lang zielloos doordraaft. De vorige twee tracks zijn eigenlijk niet meer dan het langdradige intro voor Circles Around the Sun Part 2. En daarmee maken ze toch wel een gruwelijke misstap. Ze gaan hiermee net die huiveringwekkende stap te ver. Hier verspelen ze eventjes tactisch de mogelijkheden om een meesterwerk af te leveren.
De A Little Light rust vormt een fraaie opmars naar Dreams Of Fancy. Er wordt stevig gerockt en de groovende bas van Bent Sæther geeft diepe uitgezette drumlijnen de mogelijkheid om evenwichtige vocalen met lichte illustratieve orkestratie het beste tot uiting te laten komen. Na het wat zoete The Dowser is daar de bevrijdende stonerrock in het dromerige Like Chrome waar psychedelica als Willy Wonka snoeperijen vanaf druipt. Heerlijk rauw sluiten ze op indrukwekkende wijze af. Ondanks dat The All Is Now een geweldige afsluiter van de trilogie is, moet ik mijn enthousiasme wel wat onderdrukken, dat de lengte van de soundtrack achtige composities niet altijd in het voordeel werken. De kwaliteit is vooral op het eerste schijfje hoorbaar.