Matt Haeck
Late Bloomer
Late Bloomer, noemt Matt Haeck zichzelf. Als zoon van een missie echtpaar in Barbados was hij voorbestemd tot een bestaan in dienst van De Heer. Religieuze hymnes zijn de eerste muziekjes waarmee Matt geconfronteerd wordt maar tijdens zijn opleiding tot pastor moet de theologie wijken voor de wereldse muziek, in dit geval een rijk geschakeerde country spectrum.
Gedurende enkele jaren leeft Haeck in een aanhoudende roes van pillen en alcohol, uitzichtloze verslavingen die hij afwisselt met heroïne en proeft ondertussen gulzig van het ‘echte’ leven. Hij is niet alleen, Ben Douglas, een ex-studiegenoot uit de seminarietijd, verzeilt eveneens in Nashville in hetzelfde destructieve en losbandig milieu. “I Lost my belt to a stripper” zo gaat de openingszin van Belt, die song van zijn oude vriend is een zeldzame cover die hier te bespeuren is.
Als Haeck zich in Indiananapolis met de hulp van een yoga programma herpakt duiken belevenissen en demonen uit de periode in Nashville op in songwerk. Hij keert terug naar het zondige country mekka waar hij de saloons en honky tonks voor de opnamestudio omruilt. Onder hoede van David Mayfield en muzikale assistentie van goed volk als Critter Fuqua (Old Crow Medicine Show) en Paul Defiglia (The Avett Brothers). De onvolprezen Aaron Lee Tasjan wordt eveneens in de studio gesignaleerd naast countrynimfen als Elisabeth Cook en Caitlin Rose.
Een tomeloos rockend Tennessee opent de score. De countryman bezingt zijn demonen maar deelt terloops ook een stevige veeg uit de pan uit over de alomtegenwoordige hypocrisie in Christelijke kringen met Pissing Contest. “I saw the Light at the end of the tunnel”, Haeck linkt eigen ervaringen met die van zijn grote idool Hank Wiliams Sr in Minnie Pearl. De geest van Luke the Drifter duikt opnieuw in Worst Enemy dat hier onlosmakelijk verbonden is met Williams’ Ramblin’ Man, een geweldige combinatie.
Er is ook plaats voor uitbundigheid met een aanstekelijke combinatie van accordeon en fiddle. Bij 28 Years en vooral het door pedalsteel aangezwengelde Whiskey and Fast Women is het onmogelijk om de voeten stil te houden. Na zo’n wervelende saloonstampers vormt een treurige slijper als Wonderful Wild Tennesse Child een schril maar niet onaangenaam contrast. Cotton Dress, een schrijnend duet met Caitlin Rose leidt naar Lovin’ Off My Mind. Haeck stelt zich kwetsbaar op, enkel een akoestische gitaar flankeert de ingetogen, fragiele zang. Het is een beklijvend moment van een bijzonder fraai debuut, met enige vertraging nu ook in onze contreien regulier beschikbaar.