Los Lobos
Native Sons
“ How will the wolf survive ?”, vroeg het vijftal zich ruim zesendertig jaar terug zich af op het gelijknamige album waarmee ze ook buiten de barrios van Oostelijk Los Angeles doorbraken met hun in Mexicano gedipte partycocktail gerijpt op informele familiefeestjes en huwelijksfeesten. Louie Pérez, die samen met David Hidalgo de songs aanlevert naast Cesar Rosas, vertelde me in ‘93 tijdens een interview naar aanleiding van Kiko over het belang van de familiebanden bij de Latin gemeenschappen.
Geen holle woorden, na een halve eeuw blijft het combo intact. ’Los Lobos still are: David Hidalgo, Loyie Pérez Junior, Cesar Rosas, Conrad Lozano, Steve Berlin’, de ondertussen behoorlijk grijze wolven kijken lachend in de lens van de camera. In hun repertoire exploreren ze de meest uiteenlopende genres en creëren een volstrekt unieke sound. Elementen van rock’n roll, surf, R&B, soul vermengen zich met ,rock, country en hun muzikale roots, mariachi en musica nortena.
Native Sons bevat slechts een eigen nummer,“There are concrete rivers flowing from the mountains tot he sea, towers that almost touch the sky up all around me”, zingt Hidalgo in titeltrack Native Son. Ondanks de omvangrijke met eigen werk gevulde discografie, is Los Lobos in essentie nog steeds een coverband. Naast de gebruikelijke Spaanstalige uitstapjes hier vertegenwoordigd met de energieke rumba Los Chucos Suaves, een nummer van Lallo Guero, de ‘Father of Chicano Music, die eerder samenwerkte met Los Lobos aan de kinderplaat Papa’s Dream.
De romantische slijper Dichoso overtuigend, smartelijk gekweeld door Roas vonden ze bij Willie Bobo. Het overige werk is Engelstalig maar de zijn connecties met de barrio zijn nooit ver weg. Love Special Delivery werd in de jaren zestig door Thee Midniters, een van de vroegste Chicano combo’s in East L.A. gezongen, een strakke met blazers versterkte interpretatie met de drijvende bas van Lozano die nog in uitgebreide soulbands figureerde.
Lozano’s zoon Jason hanteert de drumsticks in het meeslepende Misery waarmee destijds Motown icoon Barrett Strong scoorde in de met soulvolle gitaarlicks en dito zang van Hidalgo horen we Barrence Withfield op de achtergrond. Bluebird loopt over in het protestepos For What’s Worth in de cover van het door Hidalgo al tijdens zijn tienerjaren gekoesterde Buffalo Springfield verzorgt Hidalgo Jr.de percussie naast Camilo Quinones.
Jackson Browne’s veel gecoverde Jamaica Say You Will verbleekt geenszins bij de vele voorgangers, de harmonische zangpartij komt dicht bij het goddelijke West Coast origineel. Uiteraard mag een Beach Boy cover niet ontbreken in dit California verhaal, de keuze voor Sail On, Sailor is niet toevallig, Blondie Chaplin die een tijdje deel uitmaakte van The Beach Boys kwam in dit nummer op de voorgrond, en jamde ooit in de Filmore met Los Lobos.
De uitgesponnen gitaarjam van The World Is A Ghetto klinkt eveneens lichtjes fantastisch met zang van Willie G. en zijn zoon Jacob. Flat Top Joint, een puntige jumpblues, is een eerbetoon aan The Blasters, met destijds nog saxman Steve Berlin. De Alvin broertjes introduceerden Los Lobos in de L.A scène en bij Slash, Berlin stapte over en verzorgde samen met T Bone Burnett de productie van het officiële debuut.
Over een afsluiter moest niet lang nagedacht worden, het werd Where Lovers Go, de warme instrumentale Chicano Soul klassieker van The Jaguars aangestuurd door zangerig gitarenwerk vormde steevast de afsluiter van nachtelijke party’s. Native Sons vormt met deze uitgekiende, onlosmakelijk met L.A. verbonden selectie, een overtuigende invitatie voor de geplande concerten van Los Lobos in onze contreien tijdens de komende lente.