John Grant
Queen Of Denmark
Queen Of Denmark is het magnifieke solodebuut van John Grant. De voormalig zanger van The Czars wordt bijgestaan door de voltallige bezetting van de band Midlake en deze hemelse combinatie levert een album op dat op voorhand al mee zal dingen naar de titel album van het jaar 2010. Dat lijkt wat prematuur maar ik heb dit jaar nog geen ander album gehoord dat zulke overtuigende, prachtige songstructuren en melodieën koppelt aan poëtische pareltjes vol humor, cynisme en zelfspot, zonder daarbij gedurende de luistertrip aan kwaliteit in te boeten.
Na het uiteenvallen van zijn band The Czars ging het snel bergafwaarts met de gemoedstoestand van John Grant. Hij had het helemaal gehad met muziek en verhuisde van Denver naar New York en probeerde daar als kelner aan het werk te gaan om rond te komen. Toen dat nauwelijks lukte vluchtte John in de drank en raakte hij zo depressief dat hij zelfs overwoog een eind aan zijn leven te maken. Heel soms trad hij nog ergens op en toevallig ontmoette hij Midlake die hem als support act vroegen voor hun Van Occupanther tour in de Verenigde Staten. Deze band overtuigde hem om een soloalbum op te nemen onder zijn eigen naam, waarbij zijn eigen heftige levenslessen als leidraad zouden kunnen dienen voor het nieuwe materiaal.
Queen Of Denmark werd in Denton opgenomen tijdens twee perioden van vier maanden: juli t/m oktober 2008 en mei t/m juli 2009. Met behulp van producers Eric Pulido en Paul Alexander wordt een perfect klanktapijt gelegd voor de schitterende songs van Grant. Twaalf nummers telt dit topalbum en echt elk nummer is raak. Vanaf de eerste noten van TC And Honeybear, een prachtig emotioneel nummer over de pijn na een liefdesbreuk (het belangrijkste thema van de plaat), die bijna leidde tot de zelfmoord van Grant, grijpt het album de luisteraar bij zijn strot op pas weer los te laten na de heftige afsluiter: de titelsong Queen Of Denmark, dat zich alleen al door de openingstekst “I wanted to change the world but I couldn’t even change my underwear” meteen in je hoofd nestelt. Met name op de ballads komt de meeslepende stem van John het meest tot zijn recht. De nummers Where Dreams Go To Die en Caramel zijn wat dat betreft ook de kroonjuwelen tussen de andere pronkstukken. De sound van het album kun je omschrijven als een mix van jaren 70 stijlen in een sfeerproductie van filmmaker David Lynch.
Maar het zijn vooral de teksten die imponeren en regelmatig voor een glimlach zorgen. De ironie bijvoorbeeld in Silver Platter Club, waar John Grant zingt over dingen en eigenschappen die hij niet bezit maar waarvan vrienden hoopten dat hij deze wel zou bezitten. De humor in Sigourney Weaver, waarin hij graag in de huid van deze actrice wil kruipen om Aliens te vernietigen of Winona Ryder zou willen zijn in die vampierenfilm, waarbij het haar maar niet lukt om het accent onder de knie te krijgen. In JC Hates Faggots komt de streng religieuze opvoeding van John terug (“Jesus hates homos son/We told you when you were young/And when we win this war on society, I hope your blind eyes will be opened”). I Wanna Go To Marz, Outer Space en Leopard And Lamb ademen dezelfde ontspannen sfeer als het laatste Midlake album en in It’s Easier staat de relatiebreuk met TC weer centraal, waarbij John (Honeybear) aangeeft dat hij zijn (ge)liefde mist.
Ze zeggen vaak dat artiesten die door diepe dalen zijn gegaan daarna tot grote hoogten kunnen stijgen. Met Queen Of Denmark onderschrijft John Grant deze stelling overtuigend. Geniale plaat die veel luisteraars verdient.