Editors
EBM

De schoonheid van het gejaagde Papillon roept herinneringen op naar die identieke new wave periode uit de jaren tachtig, met heersende synthpop en vernieuwende gedrevenheid. Wat gebeurt er als Editors een muur vult met kleurrijke vlinders, vastgespijkerd aan de museumwanden. Vrijheidsbeperkend anoniem, asgrauw vervagend. Precies, een overschot leidt tot kwaliteitsbederf, de unieke zeldzaamheid heeft geen zeggingskracht meer en vervlakt tot normalisatie. EBM ademt de koude kilte van het eighties tijdperk uit. Zielloze Electric Body Music anonimiteit, ver verwijderd van de inspirerende postpunk van het overdonderende The Back Room. De nasleep van het muzikale verval en de toelonkende hitgevoeligheid. Een verraderlijke verlichtende Judaskus van het donkere door Depeche Mode geïnspireerde The Kiss.
Ik hou van de Editors tragiek, de gemeende melancholica en de oprechte gedragenheid. Tom Smith die in mineurstemming met zijn zware doorleefde melancholisch baritonstem alle registers opentrekt om te raken en te ontroeren. Diezelfde vocalist is hier van die overtuigende prikkelende gedrevenheid geamputeerd en zoekt zijn prestatiedrang in de lichtere zangkunsten. De rol van uitgerangeerd iconisch popidool vraagt om een grimmige voortzetting, en ondanks dat het even wennen is, ligt deze aanpak hem wel. Sterker nog, met die herwaardering van zijn eigen kwaliteiten weet hij een overtuigende indruk achter te laten. Net als het grote Joy Division voorbeeld staat Editors machteloos op de kade, en besluiten ze in het diepe te duiken, het herboren New Order als een nieuwe kans. Editors volgt exact diezelfde weg.
Picturesque, de puinhoop van gisteren, lancerende schrootpercussie geprojecteerd in het heden. De grote afbraak is begonnen, reformeren en deprogrammeren. Karma Climb, distantieer je van het stelselmatige denken. Maak je klaar voor de doorstart, graaf vastgelopen cassettetapes op en herleef het verleden. Heel eventjes is daar die ouderwetse theatrale voordracht van Tom Smith weer, heel eventjes herleven we dat An End Has a Start gevoel weer. In het sober gedragen Silence stelt hij zich zelfs kwetsbaar open op, vangt de jaren in sepia herfstfoto’s en schetst een gepasseerd tijdsbeeld.
EBM staat voor de Editors & Blanck Mass verbintenis. De avontuurlijk ingestelde Benjamin John Power gooit grote ogen in het experimenteel ingestelde Fuck Buttons en maakt een gedurfde doorstart met zijn Blanck Mass soloproject en neemt op The Blanck Mass Sessions al eerder Violence onder handen. Complex, lomp, stevig en elektronisch. Maar zelfs deze doorgewinterde eigenzinnige muzikant gaat als nieuw Editors bandlid voor het grote geld en gewaarborgde zekerheid en sluit zich aan bij het helse duivelskoninkrijk, contractueel de ziel aan de commercie verkopende. Prettig in het gehoor liggende gangbare nietszeggendheid vormt het bewerkbare podiumdecor, met een glansrol voor die jeugdig zingende Tom Smith.
Heart Attack drukt nog voorzichtig op de pijnplekken, masseert de knopen los om zich in de grijs getinte coldwave te herpakken. Hoe ver ga je om de liefde te herpakken? Het stalkende geweten dat zich opdringt, binnendringt en iemands gedachten volledig overneemt. De dromerige romanticus jaagt zijn prooi op en slaat gewetenloos hard toe. De lusthongermoord is sterker dan die hang naar gepassioneerde hartstocht. De wereld is agressief hard, risicoloos boos en leeg. Er is geen ruimte voor vredelievende gevoeligheid meer, geen hoopvol verlangen meer en zeker geen plek voor melodieuze gitaarlijnen meer.
De angst voor de sterfelijkheid, als verontrustende pandemiedagen in eeuwige donkerkoude Vibe nachten versmelten. Lichtvoetig dansen met Tom Smith die zich het white soul discokoning personage aanmeet. Het is onze duisternis, ons toekomstperspectief in deze vreemde bange tijden. Pas bij die knarsschurende afsluiter Strange Intimacy slaat die genadeloze Electric Body Music sound echt hard toe. Volledig in trance, volledig in balans, helende in hypnotiserende extaseklanken. Eigenlijk komt de samenwerking tussen Editors en Blanck Mass hier het beste tot zijn recht. Anne Clark zal glimlachend toekijken.