David Sylvian
Brilliant Trees (vinyl reissue)
Anderhalf jaar na het verscheiden van Japan verraste zanger/gitarist/toetsenman en belangrijkste componist van de band, David Sylvian, met een eerste eigen album: Brilliant Trees (1984). Het bleek een opzienbarend goed album waarop Sylvian de exact juiste muzikaal uitdagende richting inging om zijn Japan verleden te kunnen laten rusten.
Op het derde Japan album Quiet Life (1979) maar vooral op Gentlemen Take Polaroids (1980) en Tin Drum (1981), de laatste twee albums van de band, vond Sylvian zowel zijn eigen stemgeluid als de manier waarop hij songs wilde schrijven en opnemen. Het maakte met name Gentlemen Take Polaroids en Tin Drum, met hun uitdagende sound, tijdloze meesterwerken. En Japan een razend interessante band.
Voor zijn eerste solo-album besloot hij helemaal vol het muzikale avontuur aan te gaan. Hij nodigde daarvoor zichzelf immer uitdagende muzikanten als trompettist Jon Hassell, Holger Czukay (french horn, stem, gitaar, dictafoon), Danny Thompson (contrabas), Kenny Wheeler (flugelhorn), Mark Isham (trompet), Phil Palmer (gitaar) uit. Ook zijn onderhand trouwe muzikale vriend Ryuchi Sakamoto (piano/synths) en Sylvians broer en drummer Steve Jansen, net als ander oud-Japan bandlid Richard Barbieri (toetsen/synths) werden bij het maken van Brilliant Trees betrokken.
Brilliant Trees laat op de eerste kant nog een herkenbare Sylvian horen. Een muzikant die het Japan bandgeluid achter zich laat en nieuwe, meer akoestische organische muzikale wegen zoekt. Red Guitar, de eerste single en voorloper van het album, is daarin een mooie voorloper. In de hoekige funky atmosfeer klinkt Sylvian open en vrij. Red Guitar klinkt zowel dwars als toegankelijk en in instrumentatie en arrangement rijk en spannend.
Ook albumopener Pulling Punches kent die funky ondertoon maar zet in arrangement gelijk al een andere toon. Vrij van de zo eigenzinnige sound die Japan had, heeft Sylvian zichzelf wonderbaarlijk snel muzikaal opnieuw uitgevonden. Natuurlijk is een gedeelte daarvan afkomstig van de muzikanten waar hij mee speelt en die met hun eigenzinnige spel, vaak door effecten vervormd, een geheel nieuwe muzikale wereld creëert.
Ink In The Well laat dat nog beter horen. Met het altijd zo prachtige contrabasspel van Danny Thompson als basis openbaart zich een binnen een merendeels akoestisch muziekveld de nieuwe muzikale wereld van David Sylvian in volle glorie. Muzikaal uitdagend tegelijk melodieus met jazzy sferen doortrokken en het flügelhornspel van Kenny Wheeler als prachtig extra.
Nostalgia trekt de lijn van de voortgaande composities door. Mooie donkere en dromerige klanken die met de prachtige percussie van Jansen, het fijne gitaarspel van Phil Palmer en, wederom, Wheeler een al net zo prachtige compositie is. Het reeds eerder genoemde Red Guitar, met heerlijk pianospel van Sakamoto, sluit de eerste kant van Brilliant Trees in een fijne optimistische sfeer af.
Het is vooral de tweede kant van het album die Brilliant Trees zo onweerstaanbaar maakt. Waar de eerste kant van de plaat nog losse composities in verschillende sferen laat horen is de tweede kant in eenzelfde mysterieuze stijl opgetrokken. Weathered Wall, Backwaters en de titeltrack, de drie composities die de tweede albumkant kent, zijn zo avontuurlijk en uitdagend als je van een muzikant die solo gaat hoopt te krijgen. En de instrumentatie en arrangementen zijn al net zo prikkelend.
Weathered Wall, samen met trompettist Jon Hassell geschreven, heeft gelijk zo’n warm broeierige, tegelijk vervreemdende sfeer waarin prominente percussie en het vervormde trompetgeluid van Hassell een hoofdrol hebben. Met een geweldig zingende Sylvian en door synths en soundscapes opgetrokken sfeerkleuren ontstaat een schitterende track die zo vol propvol ideeën zit dat elke nieuwe beluistering weer nieuwe openbaringen vrijgeeft.
Backwaters is een al net zo briljante compositie waarbij een duwende synthbas en dwarse percussie de basis vormen. Met wederom een geweldig zingende Sylvian, bizarre synthklanken met een vibrafoonachtig geluid en een warme deken van synths die daarover heen hangt. En met de stem van Czukay als vervreemdende werking. Imposant.
De titeltrack, wederom met Hassell geschreven en in een bepalende hoofdrol, behoort tot het allerspannendste dat de popmuziek heeft voorgebracht. Met een grandioos zingende Sylvian in een welhaast pastorale sfeer opgetrokken trekt de song halverwege instrumentaal vol het muzikale avontuur in, een volslagen nieuwe muzikale wereld openend. Een wereld die met elke beluistering weer nieuwe emoties vrijgeeft. En wat creëren de stem van Sylvian en de vervormde trompetklanken van Hassell toch een onwaarschijnlijke mooie samensmelting van warme klanken. Hartverscheurend mooi.
Brilliant Trees horen betekent nooit meer loslaten. Een album dat, muzikaal te ongrijpbaar om schrijvend te benoemen en je dus echt moet beluisteren, over de jaren alleen maar mooier is geworden. Juist ook die split in twee anders klinkende kanten maakt Brilliant Trees zo bijzonder en juist op vinyl zo aantrekkelijk. Persoonlijke favoriet blijft die zo onder je huid kruipende tweede kant van het album. Zo bedwelmend mooi komen ze maar heel zelden.
Brilliant Trees markeert niet alleen het meesterlijke debuut van David Sylvian als solo-artiest maar is tevens een van de schatkamers van de muziekgeschiedenis. Een album voor de eeuwigheid.
Brilliant Trees (1984) is samen met Alchemy – An Index Of Possibilities (1985), Gone To Earth (1986) en Secrets Of The Beehive (1987) opnieuw op vinyl uitgegeven. Sylvian besloot om samen met ontwerper Chris Bigg al het artwork te herzien en de eerste vier albums met nieuwe hoezen uit te brengen. In werkelijk schitterende nieuwe uitgaven in klaphoezen (behalve Index), veel nieuwe foto’s en uitgebreide teksten op de binnen hoezen en, allerbelangrijkst natuurlijk, de muziek volgens de zo uitstekende remasters uit 2003 en op 180 grams geperst.
Tracklisting Brilliant Trees (vinyl reissue):
Side A:
- Pulling Punches
- Ink In The Well
- Nostalgia
- Red Guitar
Side B:
- Weathered Wall
- Backwaters
- Brilliant Trees