Dave Evans
The Words In Between
De Britse folkartiest Dave Evans is niet zo’n heel bekende naam. Al kunnen fans van onder meer Bert Jansch, Nick Drake en hedendaagse folkartiesten als Ryley Walker of Steve Gunn maar best verder lezen.
The Words In Between is zo’n album waar in wezen geen speld tussen te krijgen is. Al van bij de opener en titeltrack voel je dat dit eerder een zaak is van alles of niets. Ofwel doet de zacht getokkelde gitaar en de melancholische vocal van Evans je iets, ofwel laat het je geheel koud. In ons geval dus de eerste optie. Eerder werd dit album al eens heruitgegeven met een handvol bonustracks uit Elefantasia. Nu dus opnieuw, met een wat andere albumhoes en zonder bijkomende tracks.
Ongetwijfeld is een van dé uithangborden het waarlijk uitmuntende gitaarspel van Evans, een virtuoos die op zijn zelfgebouwde gitaar met gemak de meest onconventionele gitaartunings speelt. Niet zo opmerkelijk dus dat tijdens een sessie op het Old Grey Whistle Test programma ene Lou Reed – die in het aanwezige publiek zat – vollédig weggeblazen werd door de gitaarkwaliteiten van Evans en het lange tijd over niets anders dan die ene sessie nog wilde hebben.
Evans schreef mooie, melancholieke nummers over alledaagse mensen en situaties (zoals Grey Lady Morning), maar had nu eenmaal de pech dat zijn fragiele stem en zijn kwetsbare, maar warm klinkende akoestische gitaarfolknummers met bluesy gitaarlickjes (o.a. het korte Insanity Rag) er niet echt tussenuit sprongen. Destijds was het immers vooral Bert Jansch die met zijn folky gitaartokkels alle aandacht naar zich toetrok.
Bijzonder is ook dat het album opgenomen werd in het huis van Ian Anderson en dat op een manier die sterk geënt is op de DIY-esthetiek, lang voordat dat eigenlijk gebruikelijk werd. Je hoort de huiselijkheid van The Words In Between ook in de door gitaarpicking gedomineerde songs en in de fragiele vocals, backing vocals en poëtische teksten. Wie The Words In Between tot zich neemt, zal vaststellen dat Evans ontegensprekelijk een uitstekende songschrijver en gitarist is. En dus is het vrijwel de vocale kwaliteit die er mogelijk voor zorgde dat Evans niet doorgroeide tot een ster. Niet dat Evans een slecht zanger is, integendeel. Alleen: zijn kwaliteiten als gitarist overtreffen in heel sterke mate zijn vocale kwaliteiten. Groots gitaartalent, iets mindere zanger.
Tsja, het klinkt ook allemaal zo enorm moeiteloos met die tijdloze songs en dito melodieën van Evans. Daarmee zit Evans duidelijk in een hoekje waar ook pakweg John Fahey, Robbie Basho en iets mindere mate Tim Buckley te situeren zijn. Of Nick Drake, misschien wel een van de meest gekende exponenten van de Britse akoestische folk (het wat rommelige Now Is The Time doet zo aan Drake denken). En dus hopen we, samen met Evans en Gunn, dat dit album opnieuw een rechtmatig plaatsje in de wereld vindt. Het album is echt een prachtige ontdekking voor fans van akoestische, zij het wat lieflijkere variant van folk en blues. Leg je oor maar te luister bij songs als City Road en geraak overtuigd.