Boeckner
Boeckner!
Na het verschijnen van de laatste Wolf Parade plaat Thin Mind sluit Dan Boeckner zich min of meer genoodzaakt bij Arcade Fire aan. Dit gezelschap moet de vrijgekomen plaats van Will Butler opvullen en omdat Dan Boeckner daar met zijn jaren tachtig new wave geluid de meest geschikte kandidaat voor is, valt het oog op deze veelzijdige artiest. Wolf Parade belandt tijdelijk voor een afkoelingsperiode in de koelkast en als zijn maatje Spencer Krug de aandacht op zijn oude vriendenproject Sunset Rubdown richt is het niet vreemd dat ook Dan Boeckner de vleugels uitslaat en zijn zinnen op zijn eerste soloplaat zet.
Zorgt Spencer Krug bij Wolf Parade voornamelijk voor de keyboardpartijen, hier waagt Dan Boeckner zich aan het toetsenwerk. Hij verliest zichzelf in het tekstueel heftige Lose Space Age Love Song liefdesdrama waar de synthpop deze tekortkoming neutraliseert. Maar misschien geeft hij toenmalige Handsome Furs partner in crime Alexei Perry nog een forse trap na. De sound is net een tikkeltje minder gabber minded, en mist de overstuurde uitspattingen. Verder haalt hij met deze openingstrack niet alleen relationele misstanden op, maar memoreert ook het geluid aan die persoonlijke heftige periode. Vervreemd in zijn spiegellabyrint zoekt Dan Boeckner naar de juiste doorgang om zijn leven, welke uit ingewikkelde keuzes bestaat, te vervolgen. Die eighties vibe krijgt navolging in het vluchtige trompetterende olifantengeschal van de saxofonist die zich uitbundig uitleeft.
Ook de aansluitende Ghost in the Mirror vervaging werkt zich door deze paranoia en pijnlijke herinneringen heen. De zanger distantieert zich van de uiteenspattende dromen en beseft dat het nog jaren duurt voordat de wereld zich herstelt. Het Yin Yang effect tussen een realistische denkwijze en hoopvol naar de toekomst kijken. Dan Boeckner legt vooral de zwaarte op de weegschaal, de positieve uitvoering hecht zich aan zijn licht neurotische wankelende voordracht. Een heerlijke vroeg jaren tachtig punkrocker waarmee hij zich geslaagd in het vaarwater van Elvis Costello waagt. Dan Boeckner gaat de confrontatie niet aan, en kiest ook bij Wrong voor de veilige middenweg. Door zijn wereld te verkleinen blijft deze overzichtelijk. Logisch dus dat hij zich met de nostalgische zekerheid uit zijn jeugd bewapend.
Nadat hij de persoonlijke omstandigheden via het hart gelucht heeft en op die kwijtschelding van zijn problemen aast, richt hij zich op de maatschappelijke omstandigheden van de wereld. Dan Boeckner verlangt naar de Don’t Worry Baby onbezorgdheid. Elke dag is een feestje, een spannende ontdekkingstocht. We overleven de veranderingen en bouwen een nieuwe geschiedenis op. Dead Tourists in vergaande Polaroid ansichtkaarten vastgelegd. Zelfs het verleden vervaagd en verliest hierbij kleur en zeggingskracht. De krachtige emotionele beeldende gitaarlijnen domineren en drukken de keyboard in een dienende rol op de achtergrond terug.
Hij gebruikt het elektronische toetseninstrument wel om de Return to Life kilte te verantwoorden. Ook daar herplaatst hij de jaren tachtig klimaatproblematiek in het heden. Ontwaken in een neergaande spiraal, zonder begin en zonder einde, zonder zekerheid en zonder toekomstperspectief. We doorlopen de leegte van de steden en vullen deze in gedachte tot een rijkelijk Euphoria. We plukken de sterren uit de hemel om het paradijs te verwarmen, te verlichten. Met het profetische Holy Is the Night benadrukt hij nogmaals dat we voorzichtig met dit heiligdom moeten omgaan en geeft hij een optimistische twist aan het geheel. Vanwege het persoonlijke karakter is de rol van Dan Boeckner in paradepaardje Wolf Parade hier bij Boeckner! niet relevant, het is zijn relaas, zijn worsteling en stiekem hoop je op meer misstanden die zijn leven kruizen. Een fraaie retro sound, en dat uitroepteken staat precies op de juiste plek, Boeckner! verdient meer aandacht.