×

Recensie

Roots

16 januari 2013

Billy Bratcher

In The Lobby

Geschreven door: Theo de Jong

Uitgebracht door: Cow Island Music

In The Lobby Billy Bratcher Roots 4.5 Billy Bratcher – In The Lobby Written in Music https://writteninmusic.com

Verbijsterend goede en voor mij totaal onverwachte zijsprong van Billy Bratcher, ooit bassist van niemand minder dan Wayne “The Train” Hancock. Sinds eind jaren negentig timmert Billy in deeltijd aan de weg met de Starline Rhythm Boys uit Vermont. Dit trio staat voor echte honky tonk, en geldt in Amerika als een van de allerbeste bands in het genre, ook al gaat het formeel om semiprofs, en werkt Bratcher van maandag tot en met vrijdag in een hotel.

Bratcher is de liedjesschrijver van zijn reguliere band, maar laat het zingen over aan zijn beide collega’s. Op In The Lobby brengt hij uitsluitend covers, en zingt hij juist alles zelf. De enige overeenkomst tussen de songs is dat ze stilistisch weinig tot niets van doen hebben met het repertoire van de groep, en dat zeker de helft ooit is opgenomen door Leon Redbone. Verder staat dit soloproject – à la Redbone – in het teken van een onvoorstelbare diversiteit: ragtime, vaudeville, vroege blues en jazz, country uit de tijd waarin Jimmie Rodgers nog met Louis Armstrong de studio in kon duiken zonder dat iemand zich druk maakte over vermeende stijlbreuken, en een intussen klassieke gospel van Alfred Brumley tot besluit. Als mijn naspeuringen kloppen, dan bestrijkt Bratcher ook chronologisch de hele twintigste eeuw. Het vaudevillenummer My Melancholy Baby is van 1912, terwijl de country swing van Shadric Smith’ Diamonds Don’t Mean a Thing uit 1999 dateert. Veruit de meeste van de achttien (!) liedjes zijn vóór 1945 geschreven. Uitzonderingen als Gritzbachs The Sweeper and The Debutante en Roy Bookbinders Going Back to Tampa voegen zich naadloos in de serie even ontspannen uitgevoerde als met magistraal vernuft en aandachtige liefde gearrangeerde songs. Vooral de manier waarop de blazers worden ingezet is een les in raffinement voor eenvoudige popbesprekers zoals ondergetekende. Het is illustratief voor Bratchers in de beste zin van het woord ouderwetse aanpak, dat alleen al de bevallige precisie van Ana Pattons bijdrage op klarinet in Who’s Sorry Now iedere herinnering aan de hitversie van Connie Francis simpelweg uitwist.

Hoewel Bratcher geen geheim maakt van Redbone’s invloed, en hij in de liner notes van eigen hand het vermoeden uitspreekt dat zij beiden naar dezelfde 78-toerenplaten luisteren, is Billy duidelijk de crooner van de twee, de man met de honing in zijn stem – niet voor niets had hij als jongetje de ambitie om de evenknie van Bing Crosby te worden. Zijn “zoete” timbre staat Bratcher echter allerminst in de weg als het erop aankomt om sarcastisch dan wel met speelse galgenhumor te overtuigen.

Ik geef hier toe aan de verleiding om het laatste deel van Bratchers aantekeningen op de CD te citeren. Ze doen zo mooi recht aan de toewijding die aan het album ten grondslag ligt èn aan de atmosfeer waarin de plaat moet worden gesavoureerd. “Actually listening to music, what a lost art. I can only hope and request that the contents of In The Lobby don’t get lost inside a little gadget containing thousands of songs. This music is best enjoyed when you wind down, relax and properly listen. So, I hope I’ll be seeing you…..In The Lobby.