Angelika Kirchschlager en Philharmonia Schrammeln
Seligkeit

Soms klopt het gewoon. Dit is zo’n typisch geval van een potje en een dekseltje: Philharmonia Schrammeln en mezzosopraan Angelika Kirchschlager. Het is niet zomaar een orkest, Philharmonia Schrammeln is eigenlijk een soort Weens strijkje. Vroeger, in het begin van de 20e eeuw, begeleidde het volkszangers en jodelaars en nu smeden accordeon, gitaar, violen en klarinet Kirchschlager om tot een gezellige dame. Waar ze anders nog wel eens de neiging heeft de piano te overschreeuwen en haar stem te groot lijkt voor de kleine liederen, is daar hier geen sprake van. De knappe arrangementen van violist Martin Kubik zijn voor Kirchschlager als een warm bad, haar warme volle stem krijgt alle ruimte. Op de cd staan volkse liederen van Schubert, Mahler en Brahms. Kabbelende liederen als Schuberts Ständchen krijgen nog meer warmte, maar zelfs Mahlers krachtige Ablösung im Sommer (“Kuckuck hat sich zu Tode gefallen”) wordt bijna zoetig. Kortom: een heerlijk niks-aan-de-hand-album. Rest ons de vraag waarom Brahms zijn Deutsche Volkslieder in vredesnaam met pianobegeleiding geschreven heeft.
Deze recensie verscheen eerder in Luister 677.