×

Interview

22 februari 2022

Timo Lassy, tenorsax explosie uit de Finse jazzscene

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: we jazz records

Dat de Finse jazzscene al jaren lang groeit en bloeit en bij en bij een groter publiek, ook buiten het land, in zicht komt mag duidelijk zijn. De opkomst leverde de afgelopen jaren met trompettist Verneri Pohjola, pianist Alexi Tuomarila en drummer Olavi Louhivuori al wereldbekende namen voort maar er staan veel muzikanten te trappelen om de wereld ook over te gaan met hun muziek. Tenorsaxofonist Timo Lassy beleeft momenteel zijn grote doorbraak. Op het podium is hij momenteel in duo-vorm op de echt interessante jazzfestivals te vinden met drummer Teppo Mäkynen, zijn trouwe muzikale metgezel van de afgelopen jaren.

Het uitdagende duo nam eerder voor het hard opkomende Finse jazzlabel We Jazz al een aantal mooie opnamen op, waarvan Live Recordings 2019-2020 begin van dit jaar een wel heel fraaie verzameling was. Met het ambitieuze album Trio, verrassend genoeg, gezien de titel, een album met rake strijkers, liet Lassy dit najaar vervolgens een nog diepere indruk achter. Lassy speelt op het album de sterren uit de hemel met lekker vrij spel dat in samenspel met zijn nieuwe ritmetandem en wel heel erg fraai gearrangeerde  strijkers een album van tijdloze klasse oplevert. Hoog tijd om eens contact met hem op te nemen.

We spreken elkaar over Zoom, niet zoals verwacht met Lassy in Helsinki, zijn eigenlijke woonplaats, maar in Kroatië waar zijn vrouw vandaan komt en waar hij de Finse winter nog even wat kan uitstellen. ‘De Finse winters zijn lang en koud, en donker’, zo vertelt hij. ‘Daar kan heel mooie muziek uit voortkomen maar nu ik hier nog even ben met de deuren ’s avonds nog lekker open heb ik even rustig de tijd om alles te overdenken van wat er de laatste twee jaar is gebeurd’.

‘Opvallend genoeg zijn de Covid jaren voor mij niet eens zo slecht geweest. Op basis van het album Live Recordings 2019-2020, het album wat de liveopnamen van mij met drummer Teppo Mäkynen verzamelde, kwamen er opeens allemaal aanvragen voor optredens op belangrijke festivals. Optredens die een feest waren om te doen en die ook zeer succesvol waren. Daarnaast had ik de tijd om met mijn nieuwe trio Trio op te nemen. Al is de aanloop naar een doorbraak naar het ‘buitenland’ lang geweest, ruim twintig jaar, het was alles de moeite waard’.

We krijgen het over zijn beginjaren en zijn aanwezigheid binnen de Finse jazzwereld. ‘Ik heb een verleden in Amsterdam’, begint hij gelijk. ‘Rond de eeuwwisseling kwam ik daar op het conservatorium om daar in een uitwisselingsproject een jaar lang te studeren. Het Amsterdamse conservatorium is een multiculturele en internationale smeltkroes waar ik ontzettend veel mensen heb leren kennen, heel veel heel goede muzikanten ook. Samen met de jaren op het Finse conservatorium is dus in dat Amsterdamse jaar de basis voor mijn muzikale leven gelegd’.

‘De eeuwwisseling was trouwens sowieso een heel goede tijd voor Finse jazz. Je had toen de zogenaamde nuspirit Helsinki beweging waaruit ook bands als U-Street All Stars en The Five Corners Quartet voorkwamen en waar ik allebei deel van uitmaakte. Een heerlijke tijd waarin ik me helemaal in de muziek onderdompelde. Eigenlijk was ik er pas echt in 2007 voor klaar om ook op eigen naam een album af te leveren en dat werd The Jazz and Soul of Timo Lassy. Een album dat verscheen op het legendarische Ricky-Tick Records, een platenlabel dat vanuit Helsinki acht jaar (2003-2011) de lokale jazzscene optimaal ondersteunde totdat het aan zijn succes ten onderging. Ze zijn echt superbelangrijk voor de ontwikkeling van de Finse jazz geweest’.

‘Een rol die nu eigenlijk door het al net zo sterke We Jazz is overgenomen. Na een aantal albums bij het label kreeg ik na het verscheiden van Ricky-Tick een deal bij het Italiaanse Schema Records aangeboden waar ik ook twee albums voor uitbracht. Ondertussen reisde ik als saxofonist in het collectief van Jimi Tenor, een absolute held die als muzikale veelvraat handenvol prachtige en verrassende albums uitbracht, en Finland goed op de muziekkaart zette, de wereld over. Ik raakte bekender, ook doordat ik op mijn albums samenwerkingen aanging met bekende jazzzangers als Jose James.’

‘Maar wij Finnen, zijn iets té bescheiden denk ik (lacht). Wij werken echt wel hard en willen net als ieder ander de wereld veroveren met onze muziek maar zonder echt plan gebeurt dat natuurlijk gewoonweg niet. En ondertussen vliegen de jaren voorbij en ben je ineens twintig jaar verder. Maar als ik nu kijk naar alle aanvragen voor optredens die binnenkomen lijkt het wel of ik aan het inhalen ben. Moet zelfs oppassen dat ik in al deze drukte wel genoeg oefen, iets dat is toch echt wel nodig als je de wereld wilt bestormen met je muziek’.

‘Ik vind dat ik een nog veel beter tenorsaxofonist moet worden dus ik moet veel meer oefenen dan ik nu doe. De meeste muzikanten in de jazz die ik ken, vullen in ieder geval zo’n 4 a 5 uur per dag aan repeteren. En dan heb ik het puur over tenorsax. Ik ben ook fluitist en dat is nog meer werk heb ik ontdekt. Een nog veel moeilijker instrument om te bespelen. Natuurlijk heeft de pandemie niet meegeholpen. Als je als muzikant een paar keer per week op het podium staat maak je, met de soundcheck erbij, ontzettend veel ‘vlieguren’ en doe je je oefeningen op je dagen zonder concerten puur om soepel te blijven en de rest van de tijd om nog dieper live te kunnen spelen.’

We krijgen het natuurlijk over zijn geweldige nieuwe album. ‘Trio is eigenlijk ook toevallig tot stand gekomen. Het eerste idee was om met Ville (Herrala, contrabas) en Jaska (Lukkarinen, drums) een echt trioalbum op te nemen. Mijn nieuwe trio te introduceren’, zo vertelt hij. ‘Maar gedurende het proces en in samenspraak met mijn vriend Abdissa Assefa, waarmee ik Trio produceerde, kwam het idee om, naast het experimenteren met wat electronica en synthesizers, er strijkers aan toe te voegen op. Een lang gekoesterde droom die juist door het prijskaartje vrijwel altijd onmogelijk lijkt. Maar we kregen hulp van vrienden die eerder met het Budapest Art Orchestra hadden gewerkt en daar heel goede ervaringen mee hadden’.

‘In de relatief onbekende arrangeur Marzi Nymann, die vooral in de hoek van commercials zit, vonden we de enthousiaste man die we nodig hadden. En met voor geweldige arrangementen kwam die aan! Wij werden helemaal weggeblazen toen we zijn arrangementen door de strijkers gespeeld hoorden worden. Die strijkers, dat werden er wat meer dan we in ons hoofd hadden trouwens’, lacht Lassy. ‘Wij hadden een iets rijker dan een verdubbeling van een strijkkwartet in ons hoofd maar uiteindelijk hoor je er 25! Vandaar ook die overweldigende sound. Jammer dat we niet samen met het strijkorkest konden opnemen. De strijkers zijn pas later over de opnamen die we als trio hadden gemaakt opgezet’.

‘Natuurlijk hopen we in de toekomst wel de mogelijkheid te krijgen met strijkers samen te spelen, of nog beter met een echt orkest, met blazers er ook nog bij, en nog dikkere arrangementen op te kunnen treden. Als het echt, zoals jij zegt, ons/mijn doorbraak album zal blijken te zijn zullen die uitnodigingen dat te gaan doen ook zeker tot stand gaan komen. Ik zou bijvoorbeeld dolgraag met jullie Metropole Orkest spelen. Ik ben diep onder de indruk van wat ik van ze heb gehoord en hun dirigenten zijn allen voortreffelijk. En dit album is natuurlijk de perfecte insteek om eens zoiets te gaan doen. Misschien moet ik nu maar eens niet afwachten, te bescheiden blijven, en kijken waar de mogelijkheden liggen.’

Foto’s: Maarit Kytöharju (foto 1), Tuukka Koski (foto 2), Koriansuora (foto 3)