×

Interview

13 september 2021

Terence Blanchard: De onnavolgbare muzikale omnivoor

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Blue Note

Terence Blanchard mag met recht één van de meest productieve jazzmuzikanten van de afgelopen decennia genoemd worden. Juist omdat hij zoveel meer doet dan puur trompet spelen, het instrument waarmee hij telkens weer iedereen weet te vervoeren. De man is een muzikale veelvraat die niet alleen zijn composities binnen de jazz een optimale avontuurlijkheid en vernieuwing meegeeft maar zich tevens binnen het componeren van filmmuziek optimaal bewezen heeft (hij is onder meer de vaste componist van Spike Lee) en zichzelf ook succesvol op opera gestort heeft. Hoewel hij zichzelf nog immer in eerste instantie als jazzmuzikant ziet, echt wel is uitgegroeid tot een onnavolgbare muzikale duizendpoot. Met zijn nieuwe album Absence, waarop hij en zijn band E-Collective een alliantie aangingen met het revolutionaire Turtle Island String Quartet, net in de winkels, is het hoog tijd om Blanchard weer eens uitgebreid te spreken. Een afspraak die nogal lastig te maken blijkt omdat Blanchard weinig tijd heeft, op zich natuurlijk een heel goed teken in deze rare Covid tijden.

We spreken elkaar dus pas op een vrijdagavond rond middernacht Nederlandse tijd terwijl Blanchard in New York zit. ‘Excuses voor dit late tijdstip maar ik zit momenteel middenin de repetities van de tweede opera die ik geschreven heb en die einde van deze maand (september) in de Met zijn première zal beleven, als opening van het Metropolitan opera-seizoen hier’, zo vertelt hij. ‘De opera, getiteld Fire Shut Up Your Bones, is gebaseerd op de biografie van Charles M. Blow, een journalist en schrijver die zich met zijn columns in de New York Times steeds weer profileert met duidelijke meningen en aanzet tot nadenken hoe de Amerikaanse maatschappij is onderverdeeld. Ik werd vanaf zijn eerste column gegrepen door de manier waarop hij de Amerikaanse samenleving in kaart brengt, de sociale achterstanden binnen de zwarte samenleving verwoordt en duidelijke richtlijnen geeft hoe we een betere, socialere en meer nadenkende, samenleving kunnen creëren waarin we allemaal, wat voor kleur ook, samen kunnen leven. Zijn biografie inspireerde me tot het schrijven van een volledige opera die reeds in 2019 in Saint Louis in première ging en, door Covid gedreven, nu dus pas hier in New York (najaar 2021) gaat spelen. We hebben maar een aantal weken om alles opnieuw, het is natuurlijk alweer twee jaar terug, op de rit te zetten en hebben volle oefendagen die behoorlijk intensief zijn.

Het schrijven van een opera is iets geheel anders dan het schrijven dan wat voor muziek ook, ontdekte ik terwijl ik in 2013 een workshop volgde bij de fameuze Opera Fusion: New Works (een samenwerking tussen de Cincinnati Opera en de University of Cincinnati College-Conservatory of Music om nieuwe Amerikaanse opera’s tot stand te brengen). Hoewel mijn vader altijd naar opera luisterde en ik er dus mee opgegroeid ben, de structuren van het opbouwen van opera wel ken, was het schrijven een heel bijzonder proces. Mijn eerste opera Champion, naar het leven van de vermaarde boxer Emile Griffith, werd gelukkig gelijk heel goed door pers en publiek ontvangen (de première vond trouwens net als de nieuwe opera plaats in de Opera House in Saint Louis). Het werken met vocalisten, gelijk bij mijn eerste opera was dat met grote namen, wat de druk fijn opvoerde (lacht), is een heel bijzondere en zeer specifieke. Doordat ik jazzmuzikant ben en altijd een bepaalde flow voel, natuurlijk ook gedreven door de dynamiek van de hiphop die voor mij een onmiskenbare invloed op de latere jazz heeft gehad, moeten de vocale bijdragen binnen mijn opera’s een duidelijke flow hebben. En dat verdient bij klassiek geschoolde vocalisten altijd extra aandacht. Ik ben zeer tevreden hoe we er nu weer met z’n allen weer inzitten en kan niet wachten op de première, vooral ook na die anderhalf jaar waarin de theaters dicht waren en er nauwelijks concerten waren.’

Terence Blanchard

‘Dat zal trouwens net zo gelden voor de tour die we in het najaar door Noord-Amerika gepland hebben met de E-Collective en, in sommige gevallen, met de Turtle Island String Quartet. Ik ben zeer gezegend met al het werk dat ik heb, heb de afgelopen anderhalf jaar eigenlijk goed door kunnen werken, maar voor vele jazzcollega’s was het behoorlijk desastreus om geen optredens te hebben en daardoor geen geld te kunnen verdienen. Velen werden daardoor volledig teruggeworpen op meer lesgeven, misschien zelfs een baan ernaast, al was daarin ook niet veel te krijgen omdat alles op slot was. Laten we hopen dat alles nu open blijft en de mensen in grote getallen naar concerten gaan komen’, zo praat Blanchard verder als we het krijgen over Absence, het album dat hij net uitbracht.’

Absence was voor mij de logische muzikale stap na Breathless, het studioalbum dat in het teken stond van de dood van Eric Garner (de man die, onterecht aan en onrechtvaardig stevig vastgehouden door de politie, herhaaldelijk de duidelijke woorden ‘I can’t breathe’ uitsprak, voordat hij door de politieaanpak overleed). Absence is een muzikaal manifest dat onze grote liefde voor de muziek van Wayne Shorter viert. Shorter die echt elke jazzmuzikant heeft beïnvloed en geïnspireerd heeft verdient ons optimale muzikale respect optimaal. De titel Absence pakt terug op het feit dat Shorter na meer dan 70 jaar in de jazz kortgeleden aangaf ‘voorlopig’ even niet op te treden. Wat een voorbeeld hè? Shorter is ondertussen al 88 jaar en nog steeds volop in de muziek bezig (er wordt gesproken dat hij werkt aan grote compositie met een opera-achtige structuur getiteld Iphigenia, red.) en een ongelooflijke inspiratiebron. We wilden graag stukken van hem bewerken en ook met wat eigen nieuwe composities zijn invloed op de jazz vieren. Pas op het laatste moment besloten we ook de vier strijkers van de Turtle Island String Quartet erbij te vragen, vier muzikanten die onder leiding van David Balakirshnan een breed dragend geluid neerzetten dat welhaast als een orkest klinkt’.

‘Ze pasten moeiteloos in de stukken die we geselecteerd en geschreven hadden voor het album. Het schrijven van de strijkarrangementen werd daarmee wel een ‘last minute’ aangelegenheid maar perfect ingevuld door Fabian (Almazan, pianist) en David (Guynard, bassist). Ik vind altijd dat het schrijven daarvan over de band verdeeld dient te worden. Mijn naam staat dan wel op de hoes van de plaat maar elk album met de E-Collective is wel degelijk een samenwerking waarin de bandleden ook meeschrijven aan de songs op de albums. Natuurlijk schreef ik zelf ook mee maar omdat ik nogal druk met andere muzikale zaken bezig was, was ik genoodzaakt het arrangement voor mijn compositie I Dare You nog even in de studio te schrijven. Ook dat is gelukkig goed uitgepakt (lacht). Daarnaast vroeg ik David (Balakirshnan) om een stuk bij te dragen dat hij goed vond passen bij de opnamen die we gemaakt hadden. Van de vier stukken die hij aandroeg waren we allemaal zeer onder de indruk van The Second Wave, een als een suite opgezette lang gerekte compositie die zoveel muzikale stromingen in zich herbergt, tegelijk zo vloeiend klinkt, dat we die maar wat graag op onze composities wilden laten aansluiten. Nu moeten we even kijken of we kostentechnisch het viertal voor een aantal concerten kunnen laten aansluiten op de E-Collective. Benieuwd of dat gaat lukken omdat de meeste clubs na deze ellendige tijd van geen inkomsten binnenkrijgen, geen financiële gok willen wagen.’

‘Het schrijven van arrangementen is iets waar je niet jong genoeg mee kan beginnen. Vandaar dat ik de muzikanten in mijn band, hoe jong ze ook zijn, altijd het schrijven van arrangementen toevertrouw. Kijk maar hoe ver je komt en ik help wanneer dat nodig is. Zo heb ik het ook geleerd en ben ik verder muzikaal doorgegroeid naar het schrijven van grotere orkestrake stukken en soundtracks’, zo vertelt Blanchard verder nadat we het hebben over de vele soundtracks die hij de afgelopen jaren schreef. ‘Zoals je weet vroeg Spike (Lee) mij reeds in 1991, ik had nog maar net mijn eerste eigen plaat uit, en had alleen wat stukken bijgedragen aan eerdere films van hem (Do The Right Thing (1989) en Mo’ Better Blues (1990), om de gehele soundtrack bij zijn film Jungle Fever (1991) te schrijven. Een geweldige uitdaging voor een jonge muzikant, zoals ik me toen nog zeker voelde, die gelukkig goed uitpakte. Ik heb daarna vrijwel alle volgende soundtracks voor Spike’s films geschreven, zeg maar van Malcolm X (1992) via BlacKkKlansman (2018) tot aan zijn laatste Da 5 Bloods (2020)’.

‘De vriendschap die vanuit onze nauwe samenwerking ontstond  leverde ook de 4 uur durende HBO-documentaire When The Levees Broke: A Requiem in Four Acts op, over de orkaan Katrina die in 2005 New Orleans, mijn thuisstad, ruïneerde. Een zeer emotionele ervaring die een jaar na de documentaire van Spike ook mijn album A Tale of God’s Will (A Requiem for Katrina) opleverde. Door mijn samenwerking met Spike ben ik een veelgevraagd soundtrackschrijver geworden, veelal voor films waarin de zwarte geschiedenis en samenleving een duidelijke rol speelt. En daar ligt mijn interesse ook optimaal. Het zijn tenslotte rare tijden in Amerika geweest. Vooral de Trump-jaren hebben niet meegewerkt aan betere sociale omstandigheden, eigenlijk voor veel meer verdeling gezorgd. En het internet en vooral dan de social media helpen daar al helemaal niet bij. Ik denk uiteindelijk dat er onderhuids, en dat zie je op social media terug, erg veel broeit’.

‘Dat is overduidelijk terug te voeren op de manier waarop mensen hun informatie en nieuws, zowel binnen Amerika als daarbuiten, vergaren. Vaak al niet via kranten maar via internet, waar nieuws steeds vers moet zijn en waarbij heel veel non-nieuws ineens nieuws wordt. En waar onjuiste berichtgeving maar klakkeloos wordt aangenomen. In de periode na de dood van Eric Garner is er natuurlijk wel wat veranderd, al kwam de gewelddadige dood van George Floyd wel weer keihard binnen. Er moet nog zoveel veranderen hier, gelukkig is er het hoopgevende Black Lives Matter dat flink groot geworden is maar er is natuurlijk nog veel meer nodig om meer gelijkheid te krijgen. Onze kinderen moeten we bewust blijven maken over hoe onze geschiedenis zich afgespeeld heeft en waar onze valkuilen liggen tegelijk hoeveel werk er nog gedaan moet worden.’

‘We groeien momenteel op in een tijd waarin de financiële tegenstellingen alleen maar groter worden terwijl jongeren alleen maar praten over geld verdienen. Ik ben bang dat de frustratie als dat niet lukt alleen maar groter wordt en daar nog meer verdeeldheid uit voort komt. Amerika is en land waarin nog steeds een motto als ‘The land of the opportunities’ geldt maar die voor een steeds kleinere gedeelte van de bevolking mogelijk is. En dan maakt huidskleur niet eens uit. Jullie hebben in Europa bijvoorbeeld een veel beter vangnet als je de muziek, of kunsten in het algemeen, in wilt duiken. En jullie opleidingen zijn én beter én veel goedkoper. Als je hier op het conservatorium wilt studeren om muzikant te worden ben je 70.000 dollar per jaar kwijt, dus nadat je, je studie van 4 jaar hebt afgerond 280.000 dollar lichter’.

‘Wie kan dat betalen?  En hoe verdien je dat terug? Vrijwel onmogelijk als je geen vermogende ouders hebt. De wereld is steeds ongelijker aan het worden ook in de culturele wereld, zeker in Amerika. Geen wonder dat veel getalenteerde Amerikaanse jongeren naar Europa vertrekken om daar, ver van hun familie, te gaan studeren. Daar dus een ook veel lagere schuld opbouwen waar ze de rest van hun leven tegenop moeten werken. Ik hoop echt dat daar de komende jaren met een nieuwe regering, ook wat verandering in gaat komen. Sowieso aan alles in het hele land. Maar ik ben bang dat dit met heel wat haken en ogen zal gaan gebeuren en er nog heel veel films en documentaires nodig zijn om het juist nieuws bij de mensen binnen te krijgen.’

Met Terence Blanchard praten betekent altijd veel meer dan over muziek praten (hij geeft me nog wel de tip om It’s My Life van Shirley Horn, één van zijn favoriete lockdown albums weer eens te gaan draaien) en maakt elk interview met hem een andersoortige en super interessante ervaring. (Er is veel meer tekst dan ik hier op kan schrijven). Na veel langer dan de afgesproken interviewtijd nemen we uiteindelijk na anderhalf afscheid zodat hij weer terug kan keren naar de oefensessies voor de opera waar hij niets van wil missen. Wat een leven!