×

Interview

15 september 2009

T Bone Burnett? Waar ken ik die naam ook weer van?

“T Bone Burnett? Die naam zegt me wel iets maar…” Een opmerking die je nogal eens hoort. Terwijl awardwinning kaskrakers als Walk The Line, O Brother Where Art Thou?, Cold Mountain en The Big Lebowski wel algemeen bekend zijn. Een idee wie verantwoordelijk is voor de muziek in die films? Juist, diezelfde T Bone Burnett.

Ook produceerde hij albums, voor ontelbare grootheden: Roy Orbison, Elvis Costello, Counting Crows… Om er maar een paar te noemen. En natuurlijk het vol lof ontvangen Raising Sand van countryzangeres Alison Krauss en Led Zeppelin frontman Robert Plant. Tijdens de promotietour van die cd doen ze ook de Heineken Music Hall aan. Een perfecte gelegenheid om dit markante heerschap eens te spreken. Over zijn dan net uitgekomen soloalbum Tooth Of Crime. Want oh ja, dat doet de inmiddels zestigjarige duizendpoot óók al flink wat jaren: zelf (verdienstelijk) muziek maken.

WiM: Het zijn allemaal nummers uit de jaren 90, die je toen schreef voor een remake van een toneelstuk van Sam Shepard uit 1972. Vond je het zonde om ze op de plank te laten liggen?
Eigenlijk hebben ze daar nooit echt gelegen. Niet alle nummers zijn destijds gebruikt en ik had daarnaast nog veel meer interessant materiaal, dat afgemaakt moest worden. Maar toen ik daaraan wilde beginnen, kwam ik Joel Coen tegen, die me vroeg mee te werken aan The Big Lebowski. Daarna kwam het hele O Brother Where Art Thou project, wat me vijf jaren van mijn leven heeft gekost. Ik was dus telkens met andere interessante dingen bezig. Maar tussen de bedrijven door nam ik wel telkens de tijd om eraan te werken…

WiM: Waarom dan niet gewoon ‘weg ermee’ en een heel nieuw album maken? Een beetje obsessief?
Dat ben ik zeker, maar dat is niet de reden. Mijn vader zei me vroeger altijd “Maak af waar je aan begint!” Dat is goed ingeprent gebleven. En ik was gewoon dol op dat toneelstuk. Er is zo veel liefde en energie in gestoken. Maar een toneelstuk wordt gespeeld en daarmee is het over. Ik wilde de nummers laten voortleven. Echt moderniseren hoefde niet. We wilden het toen tijdloos houden, maar het stuk zelf was al vrij futuristisch. Ik heb wel geprobeerd qua gevoel terug te gaan naar de tijd waarin ik eraan begonnen was, om van daaruit verder te werken. Want bedenk ook dat de nummers allemaal geschreven zijn voor anderen. Dus niet in mijn toonsoort en zo. Ik moest dus wel uitzoeken hoe ik het tot een eigen album kon maken.

WiM: Eigenlijk nog moeilijker dan een hele nieuwe plaat maken.
Zeker, ik wilde namelijk niet iets verliezen waaraan we zo hard hadden gewerkt, ik wilde het afmaken. Voor de samenwerking heb ik gekozen voor mensen met wie ik al lang werk. Zonder valse bescheidenheid, ik ben ervan overtuigd dat onze band de beste band is van de hele wereld. En zoals altijd al ben ik de slechtste. Serieus, met mijn ervaring durf ik te stellen, dat zij de besten zijn in elke discipline. Muzikanten die snel kunnen spelen zijn niet interessant. Dat kunnen machines al wel. Ik was altijd al wars van muzikanten die ‘het wel wisten’ en hún deel gingen spelen. Ze speelden het nummer niet meer, deden niet meer mee in de gemeenschap van het nummer. Deze muzikanten zijn het tegenovergestelde. Over het uiteindelijke resultaat ben ik zeker tevreden. Het is soms misschien wat dun, zeker geen Sergeant Pepper’s Lonely Heart Club Band. Als het een boek was, was het geen dikke pil, misschien meer een pocket. Maar wel taai en ‘evil’…

WiM: Je generatie laat de laatste tijd weer flink van zich horen, met veel nieuwe albums. Heb je daar een verklaring voor?
Ze hebben denk ik niets beters te doen. Ikzelf heb in ieder geval niets beters te doen. Muziek maken is het beste leven dat je kunt leven. Vroeger lachten wij om de oudere muzikanten. Eigenlijk verdienen wij het om die reden om nu uitgelachen te worden door de jongeren. Maar kennelijk gebeurt dat toch niet, waarderen ze ons zelfs. Een verschil is denk ik wel dat de generatie die ons volgt heeft geleerd van onze fouten.

WiM: Is de huidige muziek daardoor ook beter?
Nee, want toch is de kwaliteit waarop muziek de afgelopen 25 jaren is gepresenteerd enorm afgenomen: de gitaren zijn lang zo goed niet meer, de oude opnameapparatuur klonk beter, de oude platen klonken beter. Cd’s zijn achterhaald, een 25 jaar oude technologie, een dood medium. Tijd om vooruit te kijken. Trouwens, om die teloorgang tegen te gaan ben ik een nieuw initiatief begonnen onder de naam Code. Met een team hebben we onze ervaringen laten samenkomen en van daaruit een nieuwe digitale standaard ontwikkeld. Het komende album van John Mellencamp bijvoorbeeld is op die manier gemaakt en geloof me, het klinkt echt anders.

WiM: Opnieuw een album dat je hebt geproduceerd. Eigenlijk ben je veel bekender als producer dan als muzikant. Dat moet frustrerend zijn.
Nee, ik heb als producer ook veel harder gewerkt. En het klinkt misschien raar, maar ik heb absoluut geen behoefte om bekend te zijn. Verder geldt natuurlijk, erkend ben ik wel, zelfs zo veel vaker dan ik ooit had kunnen dromen. Daar ben ik zo dankbaar voor, dat ik absoluut niet eens gefrustreerd zou mogen zijn.

WiM: Zo veel erkenning, is er dan eigenlijk nog wel iets waarop je het meest trots kunt zijn?
Ik zal toch altijd de meeste dankbaarheid voelen bij O Brother Where Art Thou? Die periode heeft mijn hele leven intens veranderd. En dan bedoel ik het hele project, dus naast de film ook het Down From The Mountain project met het concert. Daar gaat trouwens nog meer van komen, daar zijn we nog lang niet mee klaar. Er zijn nog veel nummers die toen niet gebruikt zijn. Waarschijnlijk gaat er iets komen als een 10e verjaardag. Ik weet het trouwens nog goed, toen de film afgemixt was en ik die kamer uitliep, ik liep weg over straat. En ik merkte ineens, dat ik gewoon aan het janken was. Wel een uur lang. Een enorme ontlading, nog voor de film uit was. Er is zo veel energie, zo veel liefde in gestoken.

WiM: De dankbare producer dus. En de perfectionistische? Ben je eigenlijk wel zo makkelijk om mee te werken?
Ach, als iemand goed is, dan ben ik zo makkelijk. Is iemand minder goed, dan uh… Dan duurt het gewoon wat langer haha.