Marc Mommaas – Saxofonist met een missie
In Nederland weten we eigenlijk veel te weinig van Marc Mommaas. Als een van de grootste talenten binnen de jazz gezien vertrok saxofonist Marc Momaas halverwege de jaren 90 naar New York om daar in het midden van de beste en meest competitieve jazzscene ter wereld een muziekcarrière op te bouwen. Na een voorspelbaar moeizaam begin werd hij door de New Yorkse jazzscene omarmd en als een van hen gezien. Waarmee hij zich met glans tussen de geweldigste jazzmusici ter wereld plaatste. Met zijn dit jaar uitgebrachte album Landmark plaatste hij indrukwekkend zijn fascinerende jaren in New York in muziek. Landmark bleek niet alleen in titel een keerpunt in zijn carrière. Het leverde hem wereldwijd zoveel aandacht op dat hij momenteel de gehele wereld af reist om optredens te geven. Ook in zijn persoonlijke leven waren er grote veranderingen. Wij volgden Marc de afgelopen jaren, zagen hem optreden, spraken hem volop in zijn thuisstad en zagen een ommekeer tot stand komen.
De eerste keer dat ik Marc zie is in het restaurant van een evenemententerrein tussen Halfweg in Amsterdam. Marc treedt daar samen op met zijn goede vriend, de Deense pianist Nikolaj Hess. Het betreft een lunchoptreden voor vrienden om zijn kortstondige verblijf in Nederland te vieren. Het concert is me aangeraden door goede vriend Maurits Mulder, die het duo een paar avonden daarvoor in Madrid heeft gezien en totaal in vervoering is geraakt. Marc en Nikolaj spelen een fijne set in een rare omgeving. Kinderen spelen op de grond, lopen tussen de spelende muzikanten door, hun ouders houden hen, op allerlei manieren, in de gaten en obers lopen rond met eten en drinken. Niet bepaald de ideale omgeving om de intrigerende muziek die ze maken op waarde te beoordelen. Het plezier van de muzikanten is er echter niet minder om.
Ik krijg gelukkig al snel daarna een tweede kans om Marc ze te zien spelen. Op bezoek voor platenlabel Blue Note in New York heb ik een avond de tijd naar de fameuze 55 Bar (downtown Manhattan) te gaan waar Marc met vrienden een jamsessie speelt. Mommaas speelt het dak er af. Zijn saxspel is rafelig en warm, twee eigenschappen die je maar bij heel weinig hedendaagse muzikanten hoort. Het grote plezier dat hij hierbij tentoonspreidt is zo aanstekelijk dat ik volledig overrompeld ben. Zoals een jamsessie verdient probeert hij nieuwe dingen uit terwijl hij speelt, daagt ook zijn mede muzikanten uit dit te doen. De 55 Bar heeft de reputatie van een plek waar je eigenlijk geen avond mag missen, omdat je nooit weet wie er spelen of wat er gespeeld wordt. Vanavond is zo’n avond. Marc heeft zijn klasse getoond en is blij als ik hem dat na het concert vertel. Hij licht toe: ‘Daar zijn deze jamsessie voor bedoeld natuurlijk. Zoals wellicht iedere muzikant vooruit wil, pak ik deze sessies aan om mijn saxspel te verbeteren. Zelfs na al die jaren spelen heb je het idee nooit uitgestudeerd te zijn. Juist vanavond, met andere muzikanten dan waar ik anders mee speel, probeer ik nieuwe dingen uit, puur ook om te kijken waar ik naartoe ga (lacht). Gedreven door de muzikaliteit van anderen, jezelf verbeteren voelt voor mij als de mogelijkheid om verder te komen. De paar dollars die je aan het einde van de avond krijgt zijn dan gewoon prettig meegenomen.’
De volgende avond hebben we wat meer tijd om elkaar te spreken. Op zoek naar een restaurant in de East Village vertelt hij over zijn komst naar New York: ‘Nadat ik in Amsterdam mijn opleiding had afgerond (cum laude, red.) ben ik naar de Manhattan School Of Music gegaan. Daar kreeg ik onder meer les van de legende David Liebmann, van wie ik echt heel erg veel geleerd heb. Niet alleen over mijn spel maar ook over de jazzscene en hoe je daar mee om gaat. In New York voelde ik gelijk de vibe die ik nodig had. Het middelpunt van de jazz, wat New York nog steeds is, broeide en voedde me. Ik ben er met een kleine onderbreking in Nederland dus naar terug gegaan. Ik wist dat het een zware klus zou worden daar te overleven maar ik wist wat ik ervoor moest doen. De eerste jaren in New York heb ik vooral heel erg veel geoefend. Soms echt 8 tot 10 uur per dag. Ik heb altijd het idee gehad dat je in de eerste 15 jaar je basis legt voor wat je op je instrument kan bereiken. Die basis moet je niet laten onderbreken door de commerciële kant op te gaan, je te laten beïnvloeden om muziek te gaan maken die goed verkoopt, of zoiets. Je moet je in die jaren puur op het beter worden op je instrument richten. Het grappige was dat ik in een huis woonde met meer muzikanten, maar ik dat eerst niet wist.’
‘Ik ontmoette Nikolaj (Hess) die vanuit Denemarken naar New York was gekomen met dezelfde redenen als ik, terwijl hij in ons huis piano zat te spelen. We begonnen samen te spelen, werden al snel vrienden en muzikaal onafscheidelijk en richtten ons eigen gezelschap op, Global Motion. Met steeds een van ons tweeën als bandleider. Dat bleek uitstekend te werken en we kregen steeds meer optredens. Ook bleven we afzonderlijk van elkaar projecten doen en ontmoetten op die manier de meest geweldige muzikanten die weer inspiratie gaven. Global Motion is voor Nokolaj en mij het belangrijkste dat we de afgelopen jaren gedaan hebben en we veroveren nu vanuit New York de rest van de wereld (lacht)’. Mommaas’ leeftijdgenoten doen het in Nederland toch wel even heel anders. Marc: ‘De lichting jazzmuzikanten waar ik uit kom is heel interessant gebleken. Eric Vloeimans, Benjamin Herman en Michiel Borstlap hebben in Nederland nu een zeer behoorlijke reputatie opgebouwd. Zonder daar een oordeel over te vellen, zo zit ik gewoonweg niet in elkaar, zou ik het niet anders gewild hebben als hoe ik het nu gedaan heb. Ik ben altijd onafhankelijk geweest in wat ik doe en dat vind ik belangrijk. Ik heb de tijd nodig om over projecten en opnamen na te denken. Als ik volledig uitgedacht ben ga ik pas de studio in, en dat kan soms gewoon 4 jaar duren. De druk van een platenlabel heb ik dus ook niet. Ik heb altijd het idee gehad dat er in Nederland zoveel meer bij komt kijken dan muziek maken en daar heb ik gewoon geen zin in. Ik wil juist alleen muziek maken.’
Ik zie aan het einde van mijn New York trip, Marc samen met Nikolaj een geweldige set spelen in de coole lobby van het Japanse zakenhotel Kitano. Een soort van ‘new place to be’ met een prachtig geluid. Het is niet allen heel erg goed maar ook emotioneel. Marc heeft me net voor het optreden verteld dat zijn vader, die een vermaard Amsterdams schilder is, in zijn atelier is gevonden, net nadat hij een hartaanval had gehad. Een andere schilder, in hetzelfde complex aanwezig, heeft hem gevonden en gereanimeerd en zijn vader is gered. De zoon van de redder is die avond ook in Kitano aanwezig.
Marc heeft me eerder verteld dat zijn vader een belangrijke invloed is geweest op zijn manier van leven en spelen. Het gaan voor je doel, zonder concessies te doen. Hij heeft zijn vader verteld dat hij het portret dat zijn vader van hem heeft gemaakt, voor de cover van zijn aanstaande album te gaan gebruiken. Zijn vader was zeer vereerd.
In juli van 2009 zie ik Marc eindelijk eens met Global Motion spelen. Onder de noemer Dutch Weekend spelen er vele Nederlandse jazz muzikanten in Madrid. Een geweldige cast met ondermeer Eric Vloeimans, Tineke Postma, Hans en Candy Dulfer, Pierre Courbois geven optredens. In het prachtige Museo de Belles Artes speelt Global Motion, in een uitverkocht huis, de zaal plat. Het zaalgeluid is zwaar en moeizaam maar het publiek luistert daar dwars doorheen. De set overtuigt met muzikale klasse en energie en enthousiasme en de band wordt bij het vertalen van het podium met een minutenlang applaus bedankt.
Ook na Madrid houden Marc en ik goed contact. Ook als het zeer vervelende bericht komt dat zijn vader is overleden. Toch nog onverwacht en in zijn atelier, terwijl hij bezig was een nieuwe serie schilderijen te maken. Marc komt naar Nederland toe om, als enig kind, alles te regelen. Veel meer werk dan hij heeft verwacht. We spreken elkaar even kort in Amsterdam maar Marc is gewoon te ontdaan en veel te druk met regelen. We beloven elkaar op een rustig moment weer te zien. Dat is uiteindelijk weer in Queens een paar weken later. Het is prachtig weer en we besluiten naar het water te lopen alwaar we met een prachtig zicht op Manhattan de periode daarvoor bespreken. Marc: ‘Het is een heel bizarre periode geweest waarin ik erg met mezelf werd geconfronteerd kan ik je zeggen.’
‘Ik heb zoveel van mijn vader geleerd over de jaren. Daar ben ik me nu veel meer bewust van. Het feit dat ik leef zoals ik leef, zonder al te veel concessies te doen, heb ik volledig van hem. Hij ging altijd volledig zijn eigen gang en leefde er gewoonweg gigantisch op los. Bijna niets kon hij met mate, als je begrijpt wat ik bedoel (lacht). Ik ben daar toch wel heel anders is, gelukkig. Maar ook ik heb besloten in mijn muzikale carrière geen concessies te doen. Rustig aan een muzikale carrière te werken en volledig mijn eigen weg te volgen. Geen commerciële dingen op te pakken omdat ze geld op zouden leveren terwijl mijn vooruitgang in spelen zou stagneren. Ik heb door heel veel jaren te investeren in spelen mijn spelniveau zo opgekrikt dat ik mezelf soms verras. Als ik terugdenk aan het feit dat ik over de jaren niet zoveel geld verdiende, soms net genoeg om de huur te kunnen betalen, maar nu zowel muzikaal mijn carrière goed op de rit heb gekregen en een geweldige vrouw en dochter heb, kan ik heel gelukkig worden.’ Nu meer bewust dan ooit? Marc gaat verder: ‘Ik ben een denker, denk echt over alles na, dus het zijn wel dingen waar ik meer dan eens over nagedacht heb. Met het overlijden van mijn vader, van wie ik zoveel geleerd en meegekregen heb, ben ik me daar natuurlijk wel veel meer bewust van. Bij het opruimen van zijn atelier en het zien van zijn schilderijen werd ik erg getroffen door de vakmanschap en emotie die hij in zijn schilderijen stopte. Er was een idee dat ik al heel lang had en wat ik nu in ieder geval ga doorvoeren: Een boek maken met al zijn schilderijen. Ik heb een uitgeverij gevonden in Denemarken die boeken per stuk kan persen. Een beetje kostbaar verhaal, maar wel te gek. Ik heb besloten daar een CD bij te doen met alleen maar saxofoonspel. Mijn vader wilde al jaren een CD van me hebben waarop alleen ik te horen ben. Ik heb dat heel lang een vreselijk moeilijk verhaal gevonden. Dacht dat het gewoon niet haalbaar was boeiend te blijven klinken in mijn eentje. Maar sinds zijn dood heb ik de daad bij het woord gevoegd en ik heb nu vier lange stukken klaar. Eerst via improvisatie en later met uitschrijven en spelen tot stand gekomen. Ik vind het nog steeds heftig om het mensen te laten horen. In het perspectief van klankbeeld bij de schilderijen van mijn vader klopt het nu gelukkig. Het is alsof we samenvloeien. Het voelt als het mooiste afscheidsgeschenk dat ik hem kon geven.’