×

Interview

03 mei 2011

Interview Okkervil River: een heel andere koers

Geschreven door: Sophie Westhiner

Label: Jagjaguwar

Okkervil River is een indie-rock band uit Austin, opgericht door Will Sheff. Samen met wat schoolvrienden vormde hij de band, die hij naar een kort Russisch verhaal vernoemde. Na het zelf uitgebrachte debuutalbum, werd de band gevraagd voor het South By Southwest festival in Austin. Hierna ging het snel en tekende de band een contract bij maatschappij Jagjaguwar.

Met succesalbums als Down The River Of Golden Dreams (2003) en Black Sheep Boy (2005) heeft Okkervil River altijd gevoelige en rustige nummers gemaakt. Met het nieuwe album I Am Very Far is dat verleden tijd. Gevoelig is het nog steeds, maar voor de rest is de band een andere, hardere weg ingeslagen.

Written in Music spreekt met frontman Will Sheff en gitarist Patrick Pestorius over de totstandkoming nieuwe plaat, I Am Very Far.

will1WiM:
Waarom heet het album I Am Very Far?
Will: Het ging eigenlijk intuïtief. Met de titel bedoel ik niet mezelf. Ik zeg niet “oh ik ben zo ver in het leven” en met ‘far’ bedoel ik ook niet zo iets als vooruitgang. Ik hou erg van poëtische vormen en dan vooral poëzie waarbij de zinnen niet tot elkaar gerelateerd zijn. Ik vond het fascinerend dat sommige dingen soms niets met elkaar te maken hebben, maar dat uiteindelijk toch zijn. De naam I Am Very Far heeft iets te maken met het album maar het is niet zo dat het het album uitlegt. Wat het er mee te maken heeft, is aan de luisteraar zelf.

WiM:
In een interview met website Pitchfork zei je dat je voor dit album je gedachten naar plaatsen hebt geduwd waar je eigenlijk niet wilde zijn. Waarom deed je dat?
Will: Mijn belangrijkste doel was dat ik alles op een heel andere manier wilde doen dan normaal. Ik wil namelijk met een album nooit dezelfde trucjes uithalen. Ik hou er niet van als een artiest altijd aan hetzelfde wiel draait en zichzelf herhaalt. Je moet alles kapot scheuren en helemaal opnieuw beginnen. Ik wilde graag dat dit album een over een soort grens zou gaan. I Am Very Far moest gaan over omgaan met dingen die een beetje eng zijn. En over donkere, niet fijne dingen waar je eigenlijk niet over wil nadenken, maar dat toch moet doen. Dat was voor mij in het begin al belangrijk. Alsof je naar een enge, onbekende plaats gaat en steeds denkt “nee ik moet doorgaan, ik moet doorgaan.”

WiM:
Maar hoe duw je je gedachten naar plaatsen waar je niet heen wilt?
Will: Het is een bepaald niveau van discipline. Er is een bekende uitspraak die zegt: “de artiest creëert zijn werk door een intense krankzinnigheid van betekenissen.” Dat wordt vaak verbonden aan drugs en dat soort dingen, maar ik denk dat je in een bepaalde gemoedstoestand hetzelfde effect kunt bereiken en daardoor op ongebruikelijke manieren naar dingen kunt kijken. Je brein leidt je automatisch naar logische oplossingen, maar ik denk dat je je daardoor juist gaat herhalen. Pat heeft ons daarom op een ‘dieet’ van vreemde muziek gezet.
Patrick: Zuid-Aziatische muziek, Noord-Afrikaanse of Chinese. Muziek die heel anders klinkt dan onze Westerse muziek. Juist om van die maniertjes af te komen. Het was helemaal niet de bedoeling om die muziek te imiteren met onze eigen muziek, maar meer om ons brein te schudden en uit die gewone melodieën en ritmes te denken.
Will: Dat was de meest radicale manier om dat te doen. Je kunt ook naar moderne klassieke muziek luisteren, wat ik trouwens ook heb gedaan, maar dat is altijd in de Westerse traditie. Niet-Westerse muziek vraagt een heel andere manier van denken over muziek.

WiM: Je hebt I Am Very Far bij je grootouders geschreven. Waarom?
Will: Soms moet je teruggaan naar de bron, waar je vandaan komt. Dat moet je ook doen als je aan een belangrijk project werkt. Dat je op een bepaalde manier opnieuw geboren wordt. En dat is voor mij New Hampshire, waar mijn grootouders wonen. Die plek heeft een grote invloed gehad op wie ik ben geworden. Het huis van mijn grootouders was een grote factor daarin. En ik hou heel veel van mijn grootouders, ik zag ze erg vaak toen ik klein was. Dat voelde voor mij als een oorspronkelijke plek als het gaat om mijn ontwikkeling. En het was makkelijk want ze hebben een klein garage-appartement waar ik kon blijven, en ik kende niemand anders daar dan hen. Het is een heel klein stadje, net als Meriden, waar ik vandaan kom. Dat stadje is ook van grote invloed geweest op wie ik nu ben. Ook op mijn muziek. Dat ik zo overweldigd kan worden door dingen, komt denk ik doordat ik ben opgegroeid in een omgeving met veel wildernis.

WiM: Hoe was het om I Am Very Far op te nemen?
Patrick: Het was anders dan normaal. We hebben het opgenomen in vijf verschillende sessies in verschillende studio’s. Normaal zaten we in een en dezelfde studio. Dan stond je ‘s ochtends op en kwam je op dezelfde plek die je de avond ervoor had verlaten en alles stond nog hetzelfde. Als je steeds van studio naar studio verhuist, houdt dat de voorgang van het opnemen fris en nieuw. Dan heb je een opname-sessie van vijf dagen waarin je alles geeft en alles om je heen vergeet. Vervolgens een paar weken niets, zodat je je hoofd weer leeg kunt maken. Het was een nieuwe benadering voor de band en niet zo veel voorkomend. Voor een grote band kan het, maar voor ons was het een uitdaging. Elke studio had weer andere instrumenten, wat soms lastig was, maar het hield iedereen scherp. En als je nu terugkijkt, was het een heel leuk album om te maken.
Will: We hebben tijdens het opnemen gebruik gemaakt van meerdere musici. Twee drumstellen, twee piano’s, twee bassen, zeven gitaren, twaalf percussionisten, het was heel erg groot. Iedereen speelde in dezelfde ruimte. Als je luistert naar bijvoorbeeld Wake And Be Fine dan heeft dat nummer  door al die instrumenten een onbeheerst en onscherp karakter, waar ik heel erg van houd. Het is een grote productie waardoor de plaat een soort van wilde energie om zich heen heeft.

WiM: Wat staat er voor komend jaar op het programma?
Will: Touren! Ik wil wel blijven schrijven en opnemen, zodat ik nog wel het gevoel heb dat ik aan het werk ben. Als ik alleen maar aan het touren ben, voelt dat niet natuurlijk voor mij. En volgend jaar rond deze tijd hebben we zo iets van “Ooooh kon ik maar van de weg af!” Maar nu hebben we er vooral heel veel zin in.