×

Interview

14 maart 2023

In gesprek met Marion Vervoort, deel II

Geschreven door: Marcel Hartenberg

Nachtvogel is het debuutalbum van Marion Vervoort. Het is een album in haar eigen dialect en Marion volgt op het album nadrukkelijk haar eigen muzikale weg. Ze maakte het album in samenwerking met de begaafde pianist Egbert Derix, bepaald geen onbekende voor Written In Music. De weg naar het maken van het album, de achtergrond van het album, zingen in het dialect, de samenwerking met Egbert, Marions muzikale pad, daar wilden we graag nader met Marion over in gesprek gaan. Dit is deel 2 van een driedelig interview. Afgelopen zaterdag verscheen het eerste deel. Vrijdag verschijnt het derde deel.

WiM: Hoe zou je je eigen muziek omschrijven? Je ziet het zo nu en dan omschreven staan als jazz. Hoe zie jij dat? Voor mij is het geen jazz. Ik zie mezelf ook niet als jazzmuzikant maar ik werd wel met Egbert en Norbert bij Heerlen Jazz uitgenodigd. Het creatief maakproces kan je wel als ‘jazz’ beschouwen. De vrijheid nemen om te maken wat je wil, zonder vooropgezette kaders. Waar ik mezelf onder schaar? De muziek bevindt zich ergens tussen luisterlied, pop en jazz in, een eigen mengvorm daarvan. Naar mijn beleving is het vooral zo dat dit album muziek is die je pakt of waarbij dat juist helemaal niet gebeurt. Het is in ieder geval geen mainstreammuziek.

WiM: Verre van mainstream inderdaad. Naar mijn beleving is het daarin toch vaak zaak je te overschreeuwen en daar succes mee te hebben, wat je toch wel vaker in de hedendaagse muziek tegenkomt. Jij zet wel af en toe je woorden kracht bij in een zin, maar er is geen overschreeuwen bij. Jouw muziek klinkt gewoonweg authentiek. Je zet accenten in hoe je zingt en dat maakt jouw muziek zo rakend. Je ziet het inderdaad ook wel terug in muziekshows, hoe hoger gezongen wordt, hoe harder, hoe ogenschijnlijk meer emotie, dat is wat er klaarblijkelijk scoort.

WiM: Dus het was ook een stap om juist echt je eigen muziek en teksten te maken, wegbrekend van wat de mainstream zou vragen. Gewoon je eigen weg volgen. Ja, dat is zeker zo. Een van de liedjes die ik in eerste instantie in gedachten had, is juist ook om die reden weggevallen. Het paste gewoon niet, het was te voorspelbaar. Het moest toch ook echt mijn muziek worden, met nummers die bij mij passen, mijn geluid.

WiM: Als je kijkt naar de muziek en teksten op het album, was je dan al eerder bezig met het schrijven ervan? Ja, dat is wel zo. Sommige nummers kennen hun oorsprong toen ik nog wel wat jonger was. Vooral Kikkerkoel, dat schreef ik al toen ik ergens in de twintig was.

WiM: Het nummer met de fraaie mysterieuze zin: “Snapte geej wat ik bedoel…” Ja, ik heb daar ook bij de cd-presentatie een vraag over gekregen. Ik heb het maar mooi in het midden gelaten. Natuurlijk, soms kun je wel een toelichting geven op een tekst. Hier vond ik dat zeer zeker niet zo nodig. Ik schrijf mijn teksten zo dat mensen er ook hun eigen invulling bij kunnen bedenken. En dat is bij deze in ieder geval ook zo. Het is een tekst die als je er nader naar gaat kijken mooie beeldspraak uit de natuur in zich draagt.

WiM: Je teksten zijn dus ook persoonlijk. Je hebt dus echt meerdere stappen in één keer gezet met je album. Ja, ik ben ook wat dat betreft er gewoon in gedoken, niet zomaar teksten over liefde en hoe dat is of kan lopen, maar juist ook gelaagdheid in mijn teksten. Ik moet wel op mezelf kunnen zijn om de teksten te kunnen schrijven. Dat zoek ik ook echt op. Eventueel met een glaasje wijn, vooral in de juiste stemming komend om te schrijven. Ik wilde zeker geen concessies doen aan mijn teksten, niets oppervlakkigs.

WiM: En bewust dus in het dialect, in je moedertaal? Ja, dat ligt gewoon het dichtste bij mij. Ik heb nu wel ook vier liedjes in het Nederlands gezongen. En de boodschap daarvan komt ook in het Nederlands over. Je kunt die op Spotify ook vinden. Ik heb geen extern hoger doel met mijn muziek, ik wil vooral datgene doen wat ik graag doe. Ik realiseer me dat ik mezelf misschien beperk als ik alleen in het dialect zing. Het is al een niche natuurlijk terwijl het misschien juist wel fijn zou zijn om ook buiten Limburg op te treden.

WiM: Ik kan me ook zomaar voorstellen dat jouw liedjes niet klinken als ze gezongen worden door iemand uit Zuid-Limburg. Dan is dit toch ook heel specifiek jouw zang en dictie? Ja, er zit zelfs al zoveel verschil in woordkeuze én accenten in dictie tussen dorpen die zelfs maar een op paar kilometer afstand van elkaar liggen, 5 kilometer afstand kan al een heel grote impact hebben. Vergis je daarbij ook niet in hoe woorden door de tijd kunnen veranderen. Dus mijn teksten zijn echt van nu, van hier. Hoe iets je raakt, dat blijft persoonlijk. Het blijft toch vooral ook een kwestie van smaak. Als ik luister naar het pianospel van Egbert, dan is het zijn spel dat me raakt. Vanzelfsprekend kunnen andere pianisten dezelfde toetsen aanslaan. Dat is niet zo zeer waar het in zit. Wat maakt dat dan? De timing, de dynamiek, het is hoe hij het doet. Als ik zing, dan denk ik er ook niet zozeer over na, het is wat ik doe. En dat raakt mensen of dus juist niet.

De eerste stem die mij raakte, was toch wel Eva Cassidy. Niet eens zozeer bij haar uitvoering van Fields Of Gold, maar überhaupt. Ik heb dat niet bij heel veel stemmen. En de stem van Ane Brun, die komt ook wel binnen. Of juist ook Monica Heldal, ook al zo’n mooie stem. En Agnes Obel. Allemaal Scandinavische namen. Maar ook het vroege The Gathering, met Anneke van Giersbergen. Zangeressen die allemaal gelaagdheid in hun stem en contrast in hun zang weten te leggen en die niet per se uit hoeven te halen om emotie over te brengen.

Deel 3 van dit driedelig interview met Marion Vervoort volgt aanstaande vrijdag.