×

Interview

26 juli 2022

Fergus McCreadie is de toekomst in jazz

Geschreven door: Dick Hovenga

Label: Edition Records

Middenin de pandemie was daar, in januari 2021, ineens het album Cairn van de Schotse pianist Fergus McCreadie en zijn trio. Een wervelwind van een jazzplaat die in de somberte van de tijd als een hemelse verlichting binnenkwam. Cairn openbaarde een talent zo groot en de bundeling van jazz en Schotse folk op een zo onweerstaanbare manier, dat het album alles om ons heen even deed vergeten. Natuurlijk was het waardeloos dat McCreadie en zijn muzikale kompanen David Bowden (contrabas) en Stephen Henderson (drums) het album niet konden toeren maar al snel werd de inspiratie omgezet in nieuwe opnamen. Nog geen zes maanden nadat Cairn werd uitgebracht dook het trio alweer de studio in. En om er maar kort over te zijn: met hun nieuwe album Forest Floor lossen ze de hoge verwachtingen ruimschoots in. Fergus McCreadie en zijn trio zijn een absolute revelatie aan het jazzfront en de band is er één om optimaal in de gaten te houden. Natuurlijk willen we McCreadie spreken als we de kans krijgen.

Alles is nog even Zoom rondom de tijd dat we hem halverwege maart spreken, al zal dat snel hierna ten goede gaan veranderen. McCreadie is blij verrast met de complimenten voor het nieuwe album. ‘We hebben teveel zonder elkaar gezeten de afgelopen twee jaar, natuurlijk door maar heel weinig concerten te kunnen geven, ook niet echt met het publiek in contact geweest. Dat maakt toch wat onzeker  als je een nieuw album uitbrengt. Omdat je geen nieuwe composities kunt uitproberen en daar al, voordat het nieuwe album uitkomt, reacties op krijgt’, zo vertelt hij. ‘In de periode net voordat Cairn uitkwam en de maanden daarna, zat ik in een ongelooflijke creatieve flow en heb ik het merendeel geschreven van wat nu Forest Floor is. Normaliter kom ik bij soundchecks aan met nieuwe ideeën en werken we die dan gelijk al verder uit, of  tijdens optredens, maar die mogelijkheid was er natuurlijk ook te weinig’.

‘Gelukkig hebben we vanaf de jaren dat we samen op het conservatorium zaten al zoveel samen gespeeld dat veel oefenen eigenlijk niet echt hoefde. We hadden veel optredens dus genoeg mogelijkheden om nieuwe composities uit te proberen. Dat was nadat Cairn uitkwam natuurlijk anders en met de nieuwe ideeën/composities zijn we, toen we wisten wanneer de studio geboekt was, maar weer eens ouderwets gaan oefenen om zodoende toch goed voorbereid de studio in te gaan. Geweldige studio trouwens waar we waren: The QuietMoney Studio’s in het zuidelijke Hastings en eigenaar James McMillan is niet alleen een vermaard muzikant maar ook een geweldige producer. Hij snapt echt exact wat onze sound nodig heeft en haalt er echt alles uit wat er in blijkt te zitten. Hij legt alles heel direct vast waardoor je een compacte, volle sound krijgt en in de rustige stukken doet hij dat juist met veel ruimte. Vanaf onze allereerste opnamen was hij erbij en dan willen we graag zo houden. Hij snapt optimaal wat wij willen.’

‘Het is moeilijk om onze muziek te omschrijven’, zo vertelt McCreadie als we hem vragen naar wat hij van alle vergelijkingen vindt die hen ten deel vielen na het verschijnen van Cairn. ‘Als jazzmuzikant weet je dat je altijd vergeleken gaat worden. Dat is en blijft het rare van jazz en de mensen er omheen. Maar ik denk ook dat mensen naar referentiepunten zoeken om onze muziek in hun hoofd kwijt te kunnen. David, Stephen en ik zijn alle drie opgegroeid in Schotland, hebben ook echt een liefde voor alles wat met Schotland te maken heeft. Ook de traditionele muziek. Natuurlijk komt dat terug in onze muziek. Ik denk dat de folkinvloed binnen ons trio het meest uit Stephen en David komt eigenlijk. Zij spelen naast ons trio vooral in folkbands en dragen die folkvibe, het magisch opbouwen van composities, ook met zich mee naar onze oefensessies en optredens. Ik ben juist de laatste jaren vooral bezig geweest mijn klassieke skills te verbeteren. Een betere pianist te worden door het werk van Chopin, Beethoven en Bach te doorgronden. Uren achter elkaar. Met groot plezier trouwens’.

‘De drive in onze composities slaat dus juist door David en Stephen die folk-kant op, zij zijn als ritmetandem dan ook de motor achter de composities. En natuurlijk zitten mijn melodiestructuren, hoewel gebaad in het klassiek, ook door Schotse folk elementen gevoed. Waar je in opgroeit neem je natuurlijk altijd mee. Opvallend daarbij te vermelden is dat ik aan het begin van de pandemie vanuit Glasgow weer naar mijn ouders op het platteland verhuisde en daar verrassend veel inspiratie uithaalde. Ik had gewoonweg geen zin in de stad te blijven toen ik merkte dat alles langer ging duren. Vreemd gevoel om aan het einde van mijn tienerjaren juist naar de stad te verlangen en dan in die rare tijden weer naar de rust van het landleven. Na een paar maanden op het platteland veranderde dat gevoel trouwens weer gewoon naar dat ik heel graag weer terug naar de stad wilde. Maar toen had ik wel een schat aan nieuwe muziek bij me (lacht).’

“Er wordt heel vaak over de UK jazzscene gepraat terwijl ze het dan vooral over de Oost-London jazzscene hebben’, merkt McCreadie op als we het hebben over hoe de Schotse jazz ervoor staat. ‘Ik weet dat muzikanten die bijvoorbeeld uit Manchester komen of uit Leeds precies datzelfde voelen. Dat die aandacht vooral op de Londen scene lag is niet echt erg, er komen echt geweldige muzikanten vandaan, maar de UK is natuurlijk wel wat groter dan die stad. We weten dat we in Schotland op een plek in de UK liggen waar we sowieso anders over de ‘United Kingdom’ denken. Over vrijwel alles zelfs (lacht). Wij zien onszelf sowieso meer als Schotse muzikanten dan als onderdeel van de UK jazzscene’.

‘Schotland heeft gewoonweg ook een volledig eigen jazzscene met veel goede clubs en heel veel goede muzikanten. Glasgow en Edinburgh zijn geweldige muzieksteden met heel veel goede festivals ook. Festivals die van je verwachten dat je onverwachte optredens geeft en onverwachte projecten oppakt. Dat zit gewoon in ons DNA denk ik. En juist ook vanuit die scene kan ik dan weer heel mooie projecten oppakken. Zo ben ik nu een compositie van 25 minuten aan het schrijven voor piano en een strijkkwartet die deze zomer opgevoerd moet gaan worden. Het is voor het eerst dat ik zoiets doe en ik vind het een geweldige uitdaging. Ik kom vanuit de improvisatiejazz en dit is een echt gestructureerd stuk waar alles vast staat. Absoluut een extra uitdaging.’

‘Terugkijkend op alles wat ik al hebben kunnen doen de afgelopen jaren ben ik natuurlijk een gezegend man. Mijn eerste album Turas bracht ik in 2018 uit op 20-jarige leeftijd, toen nog als Fergus McCreadie Trio dus met David en Stephen echt prominenter in de bandnaam, en ook met Jim (McMullen) als producer. Sommige van de composities van die plaat spelen we trouwens nog altijd live. Ik ben nog altijd erg trots op de composities die ik voor dat album schreef en ik moet daar in de toekomst echt nog eens wat mee gaan doen. Het album verscheen destijds in eigen beheer en heeft eigenlijk veel te weinig aandacht gehad. Wel de aandacht van platenlabel Edition trouwens, het label dat daarna  Cairn uitbracht en het een, voor ons, onverwacht groot succes van maakte. Hopelijk zal dat doorgaan als Forest Floor straks uitkomt. We kunnen niet wachten om vanaf de zomer op de Europese podia te staan. Ik voel dat de verwachtingen hoog zijn en we staan in de startblokken om te gaan vlammen en alles te geven wat we hebben.’