×

Concert

16 november 2021

Tania Giannouli Trio schittert tijdens November Music in Den Bosch

Geschreven door: Wouter Schenk

• fotografie door Wouter Schenk

Het was nog even spannend bij de persconferentie op vrijdag 12 november of November Music de nog resterende concerten door mocht laten gaan. Deze keer werden kunst & cultuur redelijk gespaard in de zachte lockdown die is aangekondigd. Theaters blijven open en concerten zijn mogelijk met vaste zitplaatsen en zónder horeca na 20:00 uur. Op de site van November music valt daarom te lezen dat bezoekers eigen proviand mee mogen nemen. Het is dan ook een gezellige boel in de grote zaal van de Verkadefabriek in Den Bosch op zaterdagavond 13 november, waar het publiek bivakkeert met flessen wijn, glazen en de borrelnootjes die niet ontbreken. November Music bestaat sinds 1993 en is het tiendaagse festival waarin de fijnproevers van onder andere modern gecomponeerde muziek, jazz, new world music aan hun trekken komen.

Zoals de organisatie zegt: ‘het brengt de meest eigenzinnige en vooruitstrevende makers en muzikanten uit de hele wereld samen. Niet met de stroom mee of ertegenin, maar met nieuwe, eigen stromen’. Voor de achtste maal is Colours of Improvisation een onderdeel van het festival, waarbij een drietal toonaangevende acts uit de scene van jazz en impro worden uitgenodigd om een concert te geven. Dit jaar zijn dat de veelbelovende Griekse pianiste Tania Giannouli met haar trio, Kika Sprangers met haar project No Man’s Land waarbij het strijkoctet Pynarello haar trio begeleidt en tenslotte het trio van het Amerikaanse gitaartalent Julian Lage.

Het eerste optreden van het driedelige concert wordt verzorgd door Kika Sprangers, met het trio bestaande uit Wolfert Brederode (piano), Jasper van Hulten (drums) Thomas Pol (contrabas) en het strijkersensemble Pynarello. Sprangers schreef de suite No Man’s Land voor het Grachtenfestival in 2019. Een geplande tour met het zelfde project vond geen doorgang als gevolg van de corona pandemie, als alternatief werd het project daarop live opgenomen in TivoliVredenburg en uitgebracht op het gelijknamige album. Nu de theaters weer open zijn en hopelijk open blijven beleeft Sprangers met haar collega een herkansing om het alsnog voor publiek ten gehore te brengen, zo ook in Den Bosch vanavond. Het gezelschap opent – evenals op het album – met het indrukwekkende stuk Wolfflower waarin gelijk de synergie wordt geopenbaard tussen moderne kamermuziek, vertolkt door de strijkers en de jazz getinte sound geproduceerd door Sprangers met haar begeleidende trio. Sprangers laat een karakteristiek klankspel horen met een heel gevoelig en meeslepend timbre. Ze geniet zelf zichtbaar van het spel van haar collega’s. Haar composities zijn zeer verfijnd en brengen de uiteenlopende invloeden op een perfecte wijze in balans. Vervolgd wordt met Ravi, waar Brederode een ingetogen intro speelt met een lyrisch en donker thema. Het publiek is muisstil en onder de indruk van het werk, waarin heel langzaam het volume wordt uitgebouwd en kwartet en octet in een prachtige harmonie klankkleuren creëren en daarmee een haast spirituele sfeer bewerkstelligen in het theater.

In het titelstuk No  Man’s Land, dat eigenlijk een artistiek protest is tegen conservatieve genderpolitiek, opent het strijkkwartet met een klassiek aandoend intro, waarna snel ritmisch werk wordt toegevoegd door het kwartet met Sprangers en prachtige solo’s volgen, onder andere door leden van het strijkers ensemble, zoals een prachtige solo van Jeffrey Bruinsma. Het werk klinkt bijzonder orkestraal, zou je ze niet zien, dan is de gedachte van een veel groter orkest zo aanwezig. De composities van Sprangers zijn bijzonder knap. Het werk, waarin de invloed van zowel modern klassiek als jazz & impro de basis vormen, is meeslepend en zeer fijngevoelig. Sprangers zelf vormt het epicentrum met haar aanstekelijke, gevoelige en uitgebalanceerde spel. Dat laat ze ook horen in o.a. de composities Terra en Ronja, prachtige stukken met fijngevoelig uitgewerkte arrangementen. Sprangers legt uit hoe het werk tot stand is gekomen en dat het zich ook elk optreden verder ontwikkelt doordat er telkens weer elementen aan toe worden gevoegd. Sprangers heeft haar artistieke talent goed verzilverd, hetgeen ze laat zien in zowel haar composities als de uitvoering en dat belooft nog wat voor de komende jaren.

Het tweede concert is van totaal andere aard, zowel in stijl als composities. De Griekse Tania Giannouli timmert al een tijdje aan de Europese weg van jonge talenten. Al twee jaar terug werd ze door Written opgemerkt tijdens Berlin Jazz, waar ze een grote verrassing was en indruk maakte op het jazz minnende publiek. Ze is een klassiek geschoold pianiste voor zowel compositie als uitvoering en ze uit zich vooral in de jazz, dat ze ziet als de meest creatieve muziekvorm. Vorige jaar bracht ze met haar gelijknamige trio haar geweldige debuut album In Fading Light uit, waarin de klanken van Oost en West op een fenomenale wijze samenvloeien. Het trio bestaat, naast haar zelf, uit de ongebruikelijke en zeer gedurfde samenstelling met Andreas Polyzogopoulos op trompet en Kyriakos Tapakis op ūd. Jawel het eeuwenoude instrument waarvan de ook al oude luit later is afgeleid.

Giannouli opent met het stuk dat ook openingsnummer op het album In Fading Light is. Het begint met een minimalistisch getint ronddraaiend thema op de vleugel, waarna Polyzogopoulos en Tapakis invallen met meditatieve klanken op respectievelijk trompet en ūd. De compositie ontwikkelt zich vanuit een intrinsieke ingetogenheid naar een niveau waar langzaam meer energie en power in komen, zeker met de expressieve uitingen van Polyzogopoulos op zijn trompet. De zeer begaafde Griekse trompettist vertoont een techniek die doet denken aan de grote meester Stanko, terwijl de stijl en toongebruik ook aanleunt tegen het werk dat we kennen van Maalouf. Ook in Night Flight herkennen we de draaiende patronen in het thema en pianospel van Giannouli, die je kunt kenmerken als schitteren in eenvoud. Geen grote brei van noten, de essentie zit in het weglaten. In combinatie met de traditionele klanken die Tapakis ten gehore brengt op zijn ūd en de soms ingetogen en dan weer expressieve sound van Polyzogopoulos, maken het tot een verbazingwekkende coherentie van klankwerelden. Het publiek is ook nu, net zoals bij Sprangers, muisstil en zichtbaar onder de indruk van het werk van Giannouli. In When Then manifesteert zich een snel ritme met repeterende toetsaanslagen en tonen op de vleugel, waarbij Polyzogopoulos opnieuw fantastische solo’s produceert, dit keer op zijn bugel. Ook Hinemoa’s Lament is een magnifieke compositie, meeslepend en gevoelig, die je in mediterrane sferen brengt. Daarna volgt een vrije improvisatie zonder titel die de oude koekjesfabriek in figuurlijke zin op zijn grondvesten laat schudden. Het drietal laat zich los in vrije expressie, met ruige ritme wisselingen en oerklanken die vanuit de ziel lijken te komen, maar zonder elkaar uit het oog te verliezen, waardoor het als drie-eenheid staat.

Nog enkele stukken volgen, waaronder indrukwekkend solo stukken van zowel Giannouli als Tapakis. De solo van Giannouli neemt je mee met donkere klanken in meditatieve sferen en Tapakis is, met zijn door Arabische invloeden getinte werk, in staat associaties op te roepen van zwoele warmte, zon en zand. Het is prachtig hoe culturen samensmelten in het werk dat deze drie produceren en dat ze op een buitengewoon knappe en meesterlijke manier uitvoeren. Zoals ook met slotstuk No Corner met een liefelijk thema en een dromerige sfeer waaruit we wakker geschud worden met het zeer verdiende applaus.

Na de tweede pauze is het de beurt aan de derde act. En dat is het trio van Julian Lage, die met Greg Cohen (contrabas) en Kenny Wollesen (drums) in Den Bosch optreedt. Na al zo veel moois, is het moeilijk nog te overtreffen, niet dat het moet, want het is uiteraard geen wedstrijd vanavond. Bovendien zijn de muziekstijlen zo verschillend, dat het weinig nut heeft om vergelijkingen te maken. Lage is een zeer begaafde en ontzettend sympathieke gitarist uit New York. Een echte wonderboy die schijnbaar zó gemakkelijk alles uit zijn gitaar haalt, dat laat zien dat we met een grootheid te maken hebben. Met nog een groot deel van zijn carrière voor zich, belooft dat wat. Het trio speelt werken van diverse aard, waaronder enkele standarts die op prachtige manier geïnterpreteerd worden. Wollesen is met zijn drumwerk zeer prominent aanwezig, waar Cohen letterlijk, maar ook figuurlijk wat meer achtergrond staat. Maar centraal staat natuurlijk Lage met zijn tomeloze techniek en de continu aanwezige en lieve glimlach, waaruit blijkt hoe hij van zijn vak houdt. Het trio sluit af met de mooie bewerking van Roy Orbison’s Crying, waarna het podium aan de gitaar groupies is, die in grote getale naar Den Bosch zijn gekomen en de kans nemen om het instrumentarium van Lage van dichtbij te bewonderen. En daarmee is een heerlijke avond in de Verkadefabriek afgesloten.