×

Concert

29 mei 2022

Kim (Gordon) & De Geldwolven

Kim Gordon kondigde pre-corona een tourneetje van een paar data aan door Europa. Amsterdam – Brussel – Parijs en nog wat. Omdat het leuk is om de destijds splinternieuwe plaat No Home Record voor te stellen. Niet omdat het moet. Niet dat zij nog wat te bewijzen heeft immers. Emince pas-grise die ze is (niet grijs, nog steeds chique blond); elder stateswoman van de avant-garde en punkrock. De tour is inmiddels aangegroeid tot een fikse rij concerten, slotact wordt een optreden op Primavera Festival. De stop in Amsterdam is kort, lichtelijk slap en wordt vooral verorberd door cynische geldwolven.

Kim Gordon richtte ooit Sonic Youth mede op. Ze tikt inmiddels de 70 aan en is de Queen of Cool vanavond, in haar glitterbroek, kraakwit hemd en getooid met brede zwarte stropdas. Haar hoekig-meisjesachtige trekken lijken met de jaren steeds meer op de oudere Bowie. Stoïcijns superieur praatzingt ze indringend, ook al moeten de teksten van gelamineerde pagina’s gelezen worden. Haar dictie die ze drapeert over post-industriële kamerpop en -rock herinnert evenveel aan Beth Gibbons in Portishead, Tricky als aan een extrapolatie van de meer experimentele vocale bijdragen aan haar grote New Yorkse rockband.

Soloplaat No Home Record was een jaarlijstplaat, omdat je erin kunt zwelgen en wonen. Als een mechanische elektrieke deken kronkelen de tracks door kieren en gaten, verwarmen ze, om heel soms te verstikken. Sensualiteit, noise en beats tergen en verleiden. De chaos wordt strak ingesnoerd: een knap keurslijf aan puntigheid vermengd met verzengende cirkelzaag-klanken die soms Swans naar de kroon steken. Wenkend perspectief is de lp ook, want hoe vertaal je deze woonplaat waarvan we inmiddels elk zuchtje kennen naar het live-plankier?

Gordon heeft een jonge band bij zich. Het trio betoont zich dienstbaar in rudimentair punky idioom, met de drummer op één standje (Duracel-meppen) en de gitariste met de geijkte stokken en schroevendraaiers Sonic Youth-style tussen de snaren. Weinig opzienbarend. Prima. Ook Gordon zelf is wel ok. Het hoeft niet per se meer te zijn. Ze is, als gezegd, de Queen of Cool immers. Dat kan genoeg zijn. Dat is het vanavond niet helemaal. Ze speelt heel No Home Record en een paar andere nummers. Maar juist met een palmares als het hare, zou ze toch mogen weten dat dit materiaal zich slecht leent voor een per se één op één vertaling naar het podium. Dan is er meer nodig. Een toefje panache, een bocht om uit te vliegen, een kwinkelerende wending. Die blijft uit. En dan zijn de deunen wat slapjes, mis je het stijfsel van het heilig vuur.

Kim Gordon is bevriend met Julia Koether en heel wat andere grote namen uit de kunstwereld. Ze schildert zelf soms ook. Gordon heeft bovendien een geweldige kunstcollectie. Ze schrijft uiterst verdienstelijk, men leze: Is It My Body (Selected Texts) en Girl in a Band (de geweldige post-breakup autobiografie, waarmee ze afrekent met de lopende twee meter midlifecrisis die ex-man Thurston Moore is, plaatje totaal: hij ging er vandoor met een groener blaadje). Toch zie je van deze multidisciplinaire talenten niet veel. De beelden die boven het podium op een gigantisch LED-scherm verschijnen, zijn kekke roadmovies, op de beste momenten. Ze suggereren een voortdurende beweging; een rusteloos onderweg. Maar niet veel meer. De wow-factor ontbreekt; we blijven hangen op een ‘niveautje vakantiefilmpjes’.

Na nog geen veertig minuten is de koek op. Er volgt nog wel een toegift, maar onder het uur staan we weer buiten. Dat voelt als een ‘jammer’, want qua Gordon had er wellicht meer uit het vat kunnen komen, omdát je weet dat ze nog veel meer kan, maar dat houdt de zaak ook wel kietelend spannend. Waar we wel helemaal klaar mee zijn, is de aanfluiting van een zaal waar deze grootheid toe veroordeeld werd door Paradiso. Laten we wel wezen: Paradiso is óók een merknaam, een merkbelofte, een kwaliteitsstempel. Waarom zet je Gordon dan in Het Sieraad?

Dit excuus voor een zaal is een liefdeloos pleintje met trottoirtrappen tussen een paar gebouwen, met een glazen dak erboven, waardoor het de hele dag als een broeikas heeft kunnen bakken. Twee ventilatoren van megaformaat kunnen niet verhinderen dat alleen hete lucht wordt rondgepompt. Wacht, dan zijn we al binnen; eerst werden we nog bot afgeblaft omdat er gefouilleerd moest worden! En we stonden een kwartier in de rij voor muntjes. Op flesjes en bekers blijkt statiegeld te worden geheven door de zaal. Wat je niet terugkrijgt, omdat Het Sieraad dat statiegeld steelt, afpakt, om het zogenaamd aan een goed doel te geven, maar dat vertellen ze pas als je het wil inwisselen! En de plee kost nog eens een half muntje, maar dan mag je wel de hele avond. Alsof je een seconde langer dan nodig zou willen blijven?

Het Sieraad wil voor club spelen. En een clubpubliek laat zich vast op elk mogelijk moment afzetten. Paradiso maakt hier een afgrondelijke beurt door een live-act in deze setting te plaatsen. Met slechte zichtlijnen, met trieste regeltjes en met beroerd geluid ook. Maar vooral en bovendien: in totale liefdeloosheid. Toen we ons beklag deden, vertelde de productieleider van Het Sieraad dat dit de eerste keer was dat ze een live-act te gast hadden. Geen tests van tevoren, niet eens een klein bandje laten komen om te kijken of het werkt met een rockpubliek en domme clubregels. Niets.

Ik kan me nog foto’s herinneren van TivoliVredenburg’s Ronda in aan- en opbouw. Daar werd getest met de PA. Daar werden meters gemaakt om te kijken of de looplijnen zo waren als gepland. Of denk aan de Berghain in Berlijn waar we een keer of tien (niet techno) concerten hebben gezien: een crew die er zin in heeft en tot het gaatje gaat om er wat van te maken, vanuit liefde voor de muziek en voor de productie van de avond. Kim Gordon wegzetten in deze geldwolventent riekt naar wanprestatie door Paradiso. En omdat Paradiso te beroerd was na te gaan of Het Sieraad een productie als deze wel aankon, was het publiek niet alleen melkkoe, maar ook proefkonijn. Dat je daarvoor 35 euro durft te vragen tegenwoordig is niet eens meer treurig, maar simpelweg walgelijk. Zo voer je een rockicoon aan de meest cynische wolven denkbaar. Paradiso onwaardig. Kim Gordon zeker onwaardig.

Frontfoto: Owen Ella