×

Concert

17 september 2011

Incubate Festival Tilburg, maandag t/m woensdag

Geschreven door:

Onbekende bandjes, vreemde dj’s en met een Vedettje in de hand van kroeg naar kroeg. Incubate 2011 is losgebarsten. Met op iedere hoek van de straat een piano waar iedereen op kan pingelen.

Maandag

In zijn piano verzonken, speelt jazzpianist Matthew Shipp een uur lang improvisaties. Met maar één korte pauze na drie kwartier, waarin hij onhandig en verlegen het publiek aanspreekt over deze  eerste keer in Tilburg. Met zijn grote zwarte bril, die hij telkens razendsnel weer goed op zijn neus moet duwen, komt hij aandoenlijk over. Maar zijn muziek is dat alles behalve: atonale, meestal duistere melodieën waar eigenlijk geen touw aan vast te knopen is, gooit hij de Paradox in. Shipp gebruikt niet alleen de toetsen, maar ook de snaren van zijn piano, wat een geluid geeft van een depressieve klavecimbel. Een vermoeiende maar fascinerende opening van Incubate.

The War On Drugs is mede door het laatste album Slave Ambient een kleine hype aan het worden. Dat zorgt er voor dat er voor de Paradox nog voor het concert begonnen is een kleine rij staat. Enige originele bandlid Adam Granduciel speelt slordige maar zeer sterke solo’s. Van een podiumpresentatie hebben de heren alleen nog nooit gehoord. Ze spelen, ze zingen en dat is het. Maar is dat erg? Absoluut niet. Bij The War On Drugs gaat het puur om de muziek. Broeierige ambient-rock die over gaat in een psychedelische explosie. The War On Drugs bewijst hiermee zonder Kurt Vile (hij richtte de band op maar ging na het debuutalbum solo) een heuse hype te worden. Iets wat Kurt Vile wellicht ook wil, maar The War On Drugs bewijst met dit optreden het echt waard te zijn.

Syriër Omar Souleyman was op Lowlands al een groot succes. Toen bekend werd dat hij ook op Incubate zou staan, schoot de kaartverkoop dan ook omhoog. En hij stelt de overvolle Kleine Zaal van 013 niet teleur. Gehuld in een jurk-gewaad en een Yassar Arafat-sjaal op zijn hoofd, loopt hij met een grote glimlach het podium op. Zijn toetsenist schijnt er iets minder zin in te hebben: met een gezicht dat op het punt van huilen lijkt te staan, slaat hij de eerste tonen aan. Dat is het begin van een uur lang Arabische melodieën en stampende beats. Souleyman laat het echte zingen grotendeels achterwegen, door vooral opzwepende tonen omhoog te zingen. De tekst van wat hij wel zingt is in het onbegrijpelijke Arabisch. Muzikaal stelt het allemaal erg weinig voor, maar Souleyman en zijn trieste toetsenist zorgen er voor dat het Incubate-kaartje nu al zijn geld meer dan waard is. Een soort Balkan 2.0, maar dan in het Arabisch.

Dinsdag

De Paradox is dezer dagen het podium voor psychedelisch popbandjes. Zo ook Lightning Dust, het psychedelische folkbandje van Black Mountain-leden Amber Webber en Joshua Wells. Zonder drummer maar met cellist weet Lightning Dust het publiek ademloos te boeien. De breekbare, jaren ’60-stem van zangeres Amber zorgt voor een haast sprookjesachtige sfeer, ondanks dat het licht in de zaal gewoon nog aanstaat. Als de toetsenist na een paar nummers de drumcomputer aanzet, maakt de sprookjessfeer plaats voor een wat meer experimentele omgeving. De tegenvallende optredens op Le Guess Who? en Into The Great Wide Open worden hiermee vergeten, en is Lightning Dust een geconcentreerde fijne band, met een zangeres van wie de stem nog lang in je hoofd blijft hangen.

In de Kleine Zaal staat het tegenovergestelde van Lightning Dust. De Californische noiseband HEALTH overspoelt de toeschouwers met zware drums en lang haar. De gitarist met haar tot op zijn kont slaat zich headbangend een weg door het optreden. De zanger heeft een stem als van een vrouw en is eigenlijk onverstaanbaar. Dit in combinatie met de oorverdovend,e maar energieke nummers die de band speelt, zorgt voor een futuristisch concertje. Na drie kwartier plus een toegift van maar liefst een minuut, verlaat iedereen de zaal met piepende oren en een bezweet lichaam.

Woensdag

Ook Duitse electro ontbreekt niet op Incubate. Al is het niet de electro in de trant van Ellen Alien, Sascha Funke of Modeselektor, maar in de vorm van Felix Kubin. Kubin heeft een echt Duits, zwart kapsel met de zijkanten weggeschoren en een communistisch, strak, stijf jasje aan. Met twee machines maakt hij de meest erge teringherrie die je kunt bedenken. “I love this machine!” zegt Kubin met een zwaar Duits accent. “It’s called a wasp!” En inderdaad, het ding maakt dezelfde irritante herrie als een wesp dat doet. Maar ondanks de klinkend ongeorganiseerde herrie, weet Kubin precies waar hij mee bezig is. Totdat hij het scherm achter hem aan de praat probeert te krijgen. Hij stamelt iets onverstaanbaars en licht in paniek rommelt hij achter het podium. Zichtbare opluchting als het scherm aangaat, een stopmotionfilmpje met tekeningen en foto’s verschijnt en de herrie het publiek weer heerlijk verdoofd.

Dan naar de andere kant van de wereld. In 013 staat namelijk Nosaj Thing, uit LA. Zijn electro doet sterk denken aan LA-er Flying Lotus. Wellicht is dat een probleem, de jonge dj heeft (nog?) niet echt een eigen geluid. Strakke baslijnen, diepe beats, hier en daar is het zelfs hypnotiserend, maar na een hoogtepunt komt telkens een saai dieptepunt. Ook het publiek weet niet goed wat het moet doen. Dansen? Stilstaan? Het is allemaal wat verwarrend. Misschien wordt het tijd dat Nosaj Thing maar weer eens met een nieuw album komt, want zijn laatste album komt alweer uit 2009.

Helaas hebben we wegens ziekte de donderdag gemist, maar in het weekend zijn we weer terug, met onder andere Glen Hansard, The Fall en Man Man.