Fascinerend Mary Halvorson Amaryllus sextet in het Bimhuis
Natuurlijk werd erg uitgekeken naar de komst op de Europese podia van de Amerikaanse gitariste Mary Halvorson na het meesterlijke tweeluik in albums Amaryllus & Belladonna van vorig jaar. Een tweeluik dat aan de ene kant haar sextet en aan de andere kant Halverson met de revolutionaire strijkers van het Mivos Quartet liet horen. Een album wat ook moeiteloos onze jaarlijst haalde, Voor haar Europese tour met haar sextet was het Bimhuis de start en het werd een gedenkwaardige avond.
Halvorson is een muzikant die liever niet teveel in het gezichtsveld zit, zich graag naast de muzikanten plaatst ondanks dat haar naam overal prominent in de promo staat. Zittend binnen de bandopstelling valt ze ook vanavond bijna weg. Ook omdat in eerste instantie haar gitaarspel in het bandgeluid wat wegvalt. Gelukkig verandert dat tijdens het optreden.
Het eerste gedeelte van de set is gevuld met vier composities van het album Amaryllus. Composities die in de handen van de geweldige muzikanten Patricia Brennan (vibrafoon), Nick Dunston (bas), Tomas Fujiwara (drums), Jacob Garchik (trombone) en Adam O’Farrill (trompet) die Halvorson omringen zeer fraai uitpakken.
Openend met albumopener Nightshift horen we gelijk dat het een mooie avond gaat worden. Het geluid is (zoals we in het Bimhuis gewend zijn) geweldig en de band speelt de compositie live precies zoals je ze wilt horen. Doorleefd en vol avontuur. Zelfs ondanks het feit dat de muzikanten lessenaars met de partituur voor zich hebben haalt het de spanning en vrijheid niet uit de compositie.
Gelijk vallen vooral ook vibrafoniste Brennan en trombonist Grachik op. Wat een geweldige muzikanten zijn dat zeg en wat leggen zij fijn beslag op de sfeer van de composities. Overigens zonder de anderen tekort te doen.
Na het eerste gedeelte van de set deelt Halvorson mee dat de rest van de set (het leeuwendeel dus) zal bestaan uit nog niet eerder live gebrachte en nog niet opgenomen nieuwe composities. Een ware traktatie dus, waarbij de kwaliteit van de composities vanaf het allereerste moment gelijk zo hoog klinken als die we op het laatste sextet album al hoorden.
Halvorson pakt in deze nieuwe composities meer de lead met haar markante, ondefinieerbare, gitaarspel. Zo ingetogen als ze oogt klinken haar gitaarvariaties steeds weer verrassend, vervreemdend en avontuurlijk. Met de pedalen voor haar, haar spel vaak vervormend dan weer ronduit robuust en dwars klinkend zet ze de lijnen voor de composities uit waarin wederom Brennan en Grachik de kleuren mede-bepalen, Fujiwara en Dunston de drive neerleggen en O’Farrill met Grachik met steeds weer sterke blazerssolo’s de composities extra lucht en licht geven.
De muziek die Halvorson maakt verkeert in sferen waar je als vanzelf in opgezogen wordt. Juist door het onvoorspelbare karakter dat haar composities hebben, de steeds weer onverwachte onderste lagen en verrassende wendingen, blijf je gegrepen worden door wat ze met haar sextet laat horen. Composities die in een weelderige samensmelting van avontuurlijke, uitdagende en onvoorspelbare jazz zelfs met de lessenaars voor zich volop tot de verbeelding spreekt.