Eels rockt en rollt een kokend Paradiso
Nog geen jaar geleden stond Eels al twee avonden in Paradiso. Deze week was de band terug voor wederom twee avonden. Met een compleet andere show, maar wel weer eentje die tot in de kleinste details was uitgewerkt.
Sinds Eels zo’n 15 jaar geleden voor het eerst Nederland aandeed voor een optreden (in het voorprogramma van Screaming Trees in 1996) heeft de immer van bezetting wisselende band rond frontman Mark Oliver Everett (beter bekend als ‘E’) tien rondjes de wereld rond gemaakt. De Tremendous Dynamite tour die Paradiso deze week aandeed is rondje nummer 11. Opvallend bij deze band is dat elke tournee verschilt van de vorige. Was de eerste versie van de band nog een redelijk traditioneel alternatief poptrio (dat op onconventionele wijze de liedjes van het debuut Beautiful Freak speelde, dat dan weer wel), al snel volgden onder meer incarnaties als een heel orkest (2000), een ronkende rockband (2001), een semi-akoestisch gezelschap met strijkkwartet (2005) en een ingetogen singer-songwriter-achtig duo (2008).
Voordeel is dat je steeds weer verrast wordt door een optreden van Eels, omdat geen enkele tournee hetzelfde is. Nadeel is dat je als liefhebber van een bepaalde kant van de band soms de pech kan hebben dat juist hetgeen jou zo aantrekt in Eels’ muziek een avond lang onderbelicht blijft. Verleden jaar trad de band op als gruizig rockcombo. Hierbij stond E – overigens in dezelfde outfit als Pete Townshend op de cover van het album Who Came First – op het podium met bandana om het hoofd en immense pikzwarte zonnebril boven zijn imposante baard. Subtiel was anders en het werk van de band, inclusief de gevoeligere nummers, werd met een evenzo onsubtiele rafelrand afgewerkt. Afgewerkt ja, want het werd met de grootst mogelijke haast en ogenschijnlijk weinig lol gespeeld. Al weet je bij Eels nooit of dat nou een act is of niet.
Dit jaar weer twee avonden Paradiso, op de tot nu toe warmste avonden van de zomer. Wederom werd er de vaart in gegooid, terwijl het zweet van de Paradiso muren leek te druppelen. Het grote verschil met shows van vorig jaar zat ‘m in het zichtbare plezier dat de bandleden onderling leken te hebben op het podium, en frontman E in het bijzonder. Ook al was dat vast geen onderdeel van de beoogde ‘ongeïnteresseerde’ act. De podiumpresentatie van de band – naast E twee additionele gitaristen, bas, drums en twee blazers, allen in keurige outfit en voorzien van baardgroei – leek ditmaal geïnspireerd op de soulrevues die in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw door Amerika trokken. Avond aan avond in te warme, zweterige zaaltjes dezelfde liedjes brengen en excelleren in die routine. Showbizz is keihard werken. Geen wonder dat er twee covers van Sly and the Family Stone in de set waren opgenomen. Ze pasten perfect in dit concept. De twee shows in Amsterdam waren dan ook goeddeels identiek, zoals het hoort. Inclusief de poses van de band op het podium en ‘spontane’ grapjes tussendoor.
Beide shows in Paradiso behoorden ondanks (of misschien wel vanwege) de statische opzet tot de beste Nederlandse Eels concerten in jaren. Goed, de liefhebbers van het meer ingetogen werk van professioneel droefsnoet E werden wederom genegeerd. Daar tegenover stond echter dat de bandleden elkaar ruimte gaven en tot grote hoogten stuwden. Eels trad vooral als collectief naar buiten, waar een Eels concert voorheen vaak de ‘one man show’ van E was. Die aanpak werkte aanstekelijk en leidde tot bevlogen uitvoeringen van nummers als That’s Not Really Funny (bijna van een zelfde hysterische gekte als op het album Souljacker), I’m Going To Stop Pretending That I Didn’t Break Your Heart (prachtig ontroerend met toegevoegde blazerspartijen) en Saturday Morning (heerlijk ronkend). Hoogtepunten zaten op de tweede avond vooral in de setlist wijziging. Climbing To The Moon nam de plek in van Love Of The Loveless en Last Stop: This Town verving het zonder toetsen toch niet zo heel geslaagde It’s A Motherfucker. Het publiek in Paradiso was muisstil en ontplofte vervolgens weer bijna van enthousiasme. Mooi!
Nederland is – samen met België – altijd een van de plekken in Europa geweest waar Eels de meeste voet aan de grond heeft. Dat lijkt ook de reden dat wij ons gelukkig hebben mogen prijzen met maar liefst vier volledige, elk bijna twee uur lange concerten van de band (naast tweemaal Paradiso ook gelijksoortige shows in Heerlen en Eindhoven), waar een groot deel van Europa het deze zomer alleen festivaloptredens van maximaal een uurtje moet doen. Opvallend hierbij was ook de aanwezigheid van een groot aantal extra microfoons op het podium en in het publiek. Horen we deze Nederlandse shows volgend jaar wellicht op cd terug?
Setlist Eels in Paradiso, 27 en 28 juni 2011:
- In Gratitude For This Magnificent Day (intro)
- That’s Not Really Funny* / Flyswatter**
- Flyswatter* / That’s Not Really Funny**
- Somebody’s Watching You (Sly and The Family Stone cover)
- Grace Kelly Blues
- Packing Blankets
- Prizefighter
- My Beloved Monster
- Fresh Feeling
- That’s Not Her Way* / I’m Going To Stop Pretending That I Didn’t Break Your Heart**
- Tremendous Dynamite
- I Like the Way This Is Going
- Love of the Loveless* / Climbing To The Moon**
- Saturday Morning
- This Is Where It Gets Good
- That Look You Give That Guy
- Hot Fun In The Summertime (Sly and The Family Stone)
- Talkin ‘Bout Knuckles
- Novocaine For The Soul
- Souljacker Pt.1
- I Like Birds
- Beginner’s Luck
- Losing Streak
- ===========================
- It’s a Motherfucker* / Last Stop: This Town**
- P.S. You Rock My World
- ===========================
- Fresh Blood
- Looking Up
* = 27 juni
** = 28 juni