Brussels Jazz Festival schittert ook online
Ook in tijden waarin we bestookt worden met online streams, sloeg het Brussels Jazz Festival er dit weekend in zich te onderscheiden van het pak: met beeld en geluid in hoge kwaliteit, fijne regie en vier bijzondere bands. Een verademing.
Naar jaarlijkse gewoonte vond dit weekend in Flagey het Brussels Jazz Festival plaats. Door de gekende omstandigheden bleef het feest beperkt tot één avond en gebeurde alles online. En dat was heel wat. Op het programma stond een mooie mix van opkomend talent, spannende samenwerkingen en een uniek concert van een onuitgegeven trio.
De avond aftrappen was de taak van Naima Joris, een betrekkelijk nieuwe naam. Ze trok jaren geleden naar het conservatorium om saxofoniste te worden maar toen haar vader (drummer en percussionist Chris Joris) haar hoorde zingen, nam hij haar prompt mee op tour en zo eindigde ze ook op het album Home and Old Stories in 2016. Een tijd lang was haar korrelige stem het best bewaarde geheim in de Belgische jazzscene, maar toen ze vorig jaar besliste om een eigen project te starten, stond ze binnen de kortste keren op podia als dat van Jazz Middelheim. Maar laten we het vooral hebben over Flagey, waar Naima Joris ons helemaal inpakte met een reeks interpretaties van standards, eigen composities, minder bekende nummers van grootheden als Abbey Lincoln en enkele Portugese liedjes waarin ze bij momenten deed denken aan Lhasa. Hoewel haar breekbare stem centraal stond, toonde Joris zich ook op de gitaar, piano, tenorsax en sopraansax. Dit allemaal omringd door een straffe band die haar zichtbaar enkele keren verbaasde met hun solo’s: Tijl Piryns op drums, Lara Rosseel op contrabas, Niels Van Heertum op euphonium (!) en Vitja Pauwels op gitaar. Die laatste had verschillende six strings bij die hij tokkelend, met een strijkstok of een bottle neck slide te lijf ging. En zo gebeurde er in de eerste set wel de hele tijd iets. De avond kon niet beter beginnen.
Over naar het tweede concert, met niemand minder dan ECM-coryfee Ralph Alessi op het podium, uitgenodigd door pianist Alex Koo en drummer Attila Gyárfás. In de geest van hun recente album Identified Flying Object brachten de drie erg open muziek met enkele elektronische toetsen die af en toe een poort naar een ander melkwegstelsel openden. Improvisatie en klankexperiment zetten de toon in deze set en de omweg naar de nummers werd even belangrijk als de nummers zelf. Daarin was het zaak de oren te spitsen! Haast klassieke pianolijnen stuwden Alessi tot minimalistisch experiment, passages langs een keyboard gaven de muziek iets filmisch, drummer Gyárfás duwde het trio dan weer soms richting de free jazz. Onderweg waren er plots zaligmakende punten waarin alles samenviel, zoals bij de uitvoering van het geweldige Nebula in de staart van het concert. Een moment waarin de drie groots konden uitpakken. Straffe kost die we even moesten verteren, maar daar was duidelijk aan gedacht.
Het derde concert gooide het opnieuw over een andere boeg met Philip Catherine in een onuitgegeven trio met drummer Angelo Moustapha en gitarist Lionel Loueke. Die laatste had tijdens zijn vorige optreden in Flagey nog zijn respect voor Catherine verklaard en ook de drummer kende hij goed van optredens in Benin. Je voelde dan ook aan alles dat ze blij waren dat ze het podium deelden om elkaars materiaal te spelen. Dat materiaal bestaat zoals gekend uit heel wat lieflijke en dromerige melodieën die met de uiterste finesse en boordevol persoonlijkheid gebracht worden. En daar konden we ook in deze unieke ontmoeting van genieten. De combinatie van Catherine’s vederlichte lyriek en swing met de karakteristieke, ritmische stijl van Loueke en de bijzondere drumset van Moustapha (uitgebreid met cajon, bongo’s, windgongen,…) werkte wonderwel. De interactie tussen de gitaristen in nummers als Vivi (vertaald door Catherine als ‘sweet’), was bijvoorbeeld een ware master class in geven en nemen. Een historisch concert met zoveel warmte, wat wil een mens nog meer?
Wel, het festival had nog één troef achter de hand: The Gallands! Stéphane Galland kennen we intussen maar al te goed van zijn drumwerk voor Aka Moon, Ibrahim Maalouf en Mystery of Kem. Voorlopig minder bekend is dat zijn zoon Elvin (genoemd naar Elvin Jones, jawel) ook muzikaal talent te over heeft. Als toetsenist en producer verdiende hij al zijn strepen bij populaire rappers als Damso en de R&B-band Juicy… en sinds kort gaat hij met zijn vader door het leven als The Gallands. Het was niet duidelijk wat te verwachten, het optreden in Flagey was nog maar hun tweede ooit. Maar wat werden we weggeblazen! Madlib, Makaya McCraven, Stuff, Blue Lab Beats, Vels Trio, ze werden met de glimlach door de blender gejaagd tijdens dit gekke familiefeest. Het leverde drie kwartier op vol keyboardsolo’s uit de seventies, vuurwerk op de drums, vertakkingen naar hiphop, breakbeat, dance, neo-soul, Stevie Wonder,… En dit allemaal met de nodige dosis humor. Zo werkte Elvin Galland met enkele rake samples van overdonderend applaus en gejoel een aantal keren op de lachspieren. Het plezier van vader en zoon (en gastbassist Nicolas Fiszman) werkte aanstekelijk en was de perfecte aanzet naar het toemaatje: DJ Dick d’Alaise, die naar jaarlijkse gewoonte de dansvloer in brand zette. Zijn set liep verrassend van kleppers als Sun Ra over Sons of Kemet naar Clark Terry (!) en terug. De spreekwoordelijke klap op de vuurpijl dus.
Wie de pret heeft gemist, kan het festival nog tot maandagavond herbeleven via de website van Flagey.