R.I.P. Lawrence Douglas ‘Butch’ Morris (1947-2013)
In our hearts: Butch! Great inspirator. His soul keeps on dancing among us, with us.
Butch verscheen, Butch bewoog, Butch heeft zijn werk gedaan, Butch is heengegaan. Er zullen weinigen zijn die het werk van Butch zoals hij genoemd werd, in volle breedte en lengte kunnen overzien. Er zijn echter velen, musici, acteurs en toneel-mensen, educators en luisteraars die door hem diep geraakt en beïnvloed zijn. Facebook getuigd dezer dagen daarvan.
Als cornettist hoorde hij bij diegenen die in de tweede helft van jaren 70 nieuw richting gingen zoeken en geven. Eerst met David Murray, Horace Tapscott, Arthur Blythe e.a., dan ook met jonge gardisten als John Zorn, Wayne Horvitz, Bobby Previte e.a. (o.a. 1986 het legendarische free ambient album Nine below Zero). In deze begintijd is Butch ook een veel geziene gast in het broeinest van het Amsterdamse Bimhuis*. Gaandeweg ontwikkelt Butch zijn praktijk en concept van conductions dat hij in de jaren 90 en het decennium daarna met ensembles over de hele wereld veelvuldig en veelkleurig in praktijk brengt. Via een systeem van gebaren gaf hij bepaalde muzi- kale parameters aan die spelers in het ensemble al spelend vorm moesten geven en in moesten vullen. Binnen deze wisselwerking en creatieve spanning ontstaan contouren, dynamieken, in- en uitgangen alsmede overgangen. De klank wordt vanuit het specifieke reservoir gevoed dat voor elke speler in het procesgang toegankelijk en aanspreekbaar is. De specifieke bronnen en achtergronden van waaruit de spelers opereren, worden daarbij met elkaar gecon- fronteerd, worden gefilterd, treden in contrast enz.. Het gaat niet alleen om het oprekken en uitbreiden van improvisatie-mogelijkheden. Een belangrijk aspect is bijv. de spanning en wisselwerking (dialectiek) van gestolde vormelementen, permeabiliteit en mutatie.
Butch Morris werkte op deze manier op de meest uiteenlopende plaatsen op de wereld. En hij deed dat met alle soorten musici, musici met traditionele etnische instrumenten even als klassieke musici en jazz-musici. Zowel in homogene als in heterogene groeperingen. In die zin was hij een wereld-musicus par excellence.
Het productief maken van de vrijheden en mogelijk- heden die dit biedt vergt van de deelnemers een hoge mate van inzet, alertheid, openheid, geduld en inleving. Butch was zowel diegene diegene die het concept over de jaren in talloze conductions door- ontwikkeld heeft als ook diegene die zijn persoonlijke stempel in de wijze van conduction erop gedrukt heeft. Hij heeft dit niet bij passende gelegenheden als techniek gebruikt maar heeft consequent de weg van de conduction vervolgd wat de ontwikkeling van het instrumentarium betreft maar vooral ook de diepere ervaringsdimensies en sociaal-culturele betekenis. Uiteindelijk ging het om het binnenste muzikale zijn en ongeveinsde muzikale uitdrukking. Hierin was hij zeer nadrukkelijk.
Hij is in iets gedoken en heeft iets naar boven gehaald wat in alle muzikale processen, synchroon en diachroon, een cruciale rol speelt en heeft dat als work in progress onderzocht. Het heeft diepe sporen achtergelaten.
Lisa Cay Miller (1968), pianiste/componiste uit Vancouver, één van de vele stemmen over het werken met Butch: “Butch Morris was Demanding. Terrifying. Inspiring. Focused. Uncompromising.
I was fortunate to work with him in March/10 in Seattle in a large ensemble. I grew more as a musician and person in that week than I imagined possible. I was exhausted after rehearsals, but invigorated too. His approach to conduction and improvisation had a huge impact upon me. His ‘panorama’ technique was especially brilliant. The ensemble would rock and swing in a way that i had never heard before. Just magical.
I didn’t realize how much I felt his continued fierce support, until now. RIP Butch. “
Er is een mooie documentaire, BLACK FEBRUARY, van cineast Vipal Monga. Monga volgde in 2005 een aantal conductions met het Nublu-orchestra en een aantal andere groeperingen geeft een beeld van de oorsprongen, de werking en de betekenis van conduction (zie ook Vipal Mongas memoriam). Op de website van BLACK FEBRUARY zijn een aantal illustratieve clips te vinden en kan de documentaire besteld worden.
* Butch Morris speelde in de periode 1977 – 1996 in totaal 22 keer in het Bimhuis. Daarna hield het helemaal op. 1977 begon het met zijn eigen trio (met J.J. Avenel) en met het David Murray kwartet (met Don Pullen en ja, Stanley Crouch op drums). Morris was betrokken bij de legendarische oktober meetings van de jaren 80 en speelde o.a. met een groep jonge Nederlandse musici waaronder Vloeimans. In 1989 deed hij zijn eerste conduction met Wayne Horvitz, Bobby Previte en het (kortstondige) Amsterdam String Trio (entree € 6.80). Het laatste optreden in 1996 was Conduction #62 met het Maarten Altena Ensemble.
all photos Lawrence D. ‘Butch’ Morris © FoBo – Henning Bolte ©