David Bowie, Blackstar en de jazz
Dat de nieuwe Bowie een album met vernieuwende jazzmuzikanten zou worden is eigenlijk niet eens meer opvallend te noemen. De man die altijd al exact wist waar de nieuwe ontwikkelingen in de muziek lagen heeft nu ook weer glorieus opgelet. Dat er binnen de jazz zo ontzettend veel meer ontwikkeling zit dan in welke ander muziekstijl dan ook, mag voor het grote publiek dan nog wat moeilijker te zien en horen zijn, de jonge groep muzikanten die de jazz een nieuwe kant opstuurt is zeer invloedrijk gebleken. Een groep muzikanten, die vanuit hun studie in jazz, met experimenteel spel de nieuwe grenzen bepalen door jazz te larderen met de beats & grooves en alles dat de electronic zo interessant maakt. Electronic helden als Aphex Twin en Squarepusher zijn bij hen net zo belangrijk als Ornette Coleman, Miles Davis of John Zorn. Dat Bowie juist die muzikanten benaderd heeft mag voor het grote publiek een verrassing wezen, voor insiders was zijn keuze een bevestiging van de grote ontwikkeling die er in de jonge jazzscene heerst.
Dat David Bowie altijd een grote liefde voor jazz heeft gehad mag duidelijk zijn. Hij flirtte overduidelijk met de jazz, zowel in zijn uitdagender composities als in zijn saxofoonspel. Of juist in de keuze van muzikanten waar hij mee werkte. Toch kwam de jazz pas echt heel dichtbij toen hij eind 2014 het spannende Sue (Or in a Season of Crime) uitbracht. De song die als openingsnummer gold van het omgekeerd chronologische verzamelalbum Nothing Has Changed heropende de gedachten dat Bowie zichzelf muzikaal weer aan het vernieuwen was nadat hij geheel onaangekondigd een jaar daarvoor, op 8 maart 2013 ineens, na een periode van 10 jaar afwezigheid, het album The Next Day had uitgebracht. Dat album, hoe goed ook, bevestigde vooral dat zijn stem nog in topvorm was en dat hij nog geweldig aanstekelijk tegelijk prikkelende rocksongs kon schrijven. Vernieuwend was het album niet. Sue (Or in a Season of Crime) daarentegen liet weer een muzikant horen die zichzelf aan het uitdagen was. Opgenomen met het Maria Schneider Ensemble (een fictieve naam), overtuigde vernieuwer Bowie weer volop. Lekker tegendraads en uitdagend klonk Sue (Or in a Season of Crime) als een herboren Bowie die weer optimaal het experiment opzoekt. De song bleek een doorbraak. Het schrijven en opnemen van Sue (Or in a Season of Crime) en de op hiphopbeat drijvende single b-kant Tis Pity She Was A Whore bleken de juiste stap naar een meer experimenteel nieuw album.
★ (Blackstar), zijn onderhand alweer 26ste album, laat een muzikaal herboren Bowie horen. Een muzikant die als in zijn muzikale hoogtijdagen weer uitdaagt en prikkelt. De stap om de nieuwe songs met jonge jazzmuzikanten te maken was de absoluut juiste stap. Of zoals producer Tony Visconti het prachtig zei: “If we’d used David’s former musicians they would be rock people playing jazz. Having jazz guys play rock music turns it upside down”. De samenwerking met Maria Schneider was naturel ontstaan. Ze waren al vrienden toen Bowie haar in goed vertrouwen vertelde over zijn nieuwe muzikale plannen en Schneider raadde hem aan maar eens een avond naar de kleine, vermaarde 55 Bar in de Village (New York) te gaan om daar saxofonist Donny McCaslin en zijn band aan het werkt te zien. Zonder dat McCaslin het doorhad zat Bowie op een avond aan een tafeltje naar McCaslin en zijn band te luisteren. Een kleine 2 weken later ontving McCaslin vervolgens een mail om naar de studio te komen. Hij nam gelijk drummer Mark Guiliana mee en nog die avond namen ze Sue (Or in a Season of Crime) op. Toen Bowie meer songs geschreven had en samen met Visconti studiotijd hadden geboekt in de New Yorkse Magic Shop belde hij McCaslin wederom. Hij kon nu de groep van muzikanten waarmee hij het liefst wilde werken, meenemen. McCaslin wist dat hij aan muzikale broeders Jason Lindner, Mark Guiliana en Tom Lefebvre de geweldige basis zou hebben. De mannen kennen elkaar al jaren, speelden op elkaars albums en speelden ook live al veel met elkaar. Daarnaast werd ook de briljante gitarist Ben Monder, die McCaslin ook kende via Maria Schneider, gevraagd tot de band toe te treden.
De opnamen voor ★ (Blackstar) vonden tussen januari en mei van vorig jaar plaats in een voor pers hermetisch afgesloten Magic Shop studio in New York. Steeds in perioden van een week. De mannen kregen een aantal songs en werkten er hun ideeën op uit, dan lieten ze hun werk in de studio aan Bowie horen en gingen ze vandaar aan de slag. ‘Reeds een dag voor de opnamen togen we naar de studio om onze instrumenten perfect op en afgesteld te hebben zodat we als Bowie kwam gelijk aan de slag met de muziek konden’ vertelt Lindner. Voor de ondertussen ook alweer 71- jarige Visconti waren de opnamen een waar feest. ‘Their approach to the music was so refreshing, I looked forward to every day in the studio. Nothing was done recalling the past’. Vooral dat laatste was iets dat Bowie en hij bij The Next Day hadden geprobeerd maar wat niet helemaal was gelukt zo vonden ze. Het muzikale uitgangspunt was absolute muzikale vrijheid en de laatste twee albums van hiphopper Kendrick Lamar waren daarin de grote inspiratie. De band, die net zo gemakkelijk van jazz naar krautrock of hiphop kan switchen, bleek de juiste voedingsbodem voor de door Bowie geschreven songs. De opnamen voor ★ (Blackstar) werden in sessies van vaak 7 uur opgenomen. En hoewel er door buitenstaanders werd gediscussieerd over de tanende gezondheid van Bowie, wat natuurlijk ook gevoed wordt doordat Bowie geen zin meer heeft om met de pers te praten, werd door zijn muzikanten volledig van tafel geveegd. ‘Bowie was in absolute topvorm’ zo vertelt Guiliana. ‘Hij zong tijdens de opnamen op volle sterkte, alle uren in de studio. Hij was daarnaast super alert in wat wij speelden en of zijn zang daarbij klopte. Hij is super perfectionistisch’.
Jason Lindner werd door producer Tony Visconti (en mede producer Kevin Killen) de grote kracht achter de opnamen genoemd. ‘All these jazzguys can play something at the drop of a dime and Jason was a godsend. We gave him pretty far-out chords, but he brought a jazz sensibility to re-voice them’. Hij prees Lindner nog meer om zijn gebruik van vintage instrumenten die doordat ze niet via een computer te verwerken waren met gitaarpedalen echt originele geluiden produceerden. ‘Ik ben eigenlijk niet anders gewend’, vertelt Lindner. ‘Mijn keyboards zijn allemaal op een onhandige, voor mij handelbare manier, aan elkaar gekoppeld. Dat heeft zeker te maken met geldgebrek. New York is en blijft een dure stad en je moet hard blijven werken om redelijk normaal te kunnen leven. Maar dat geldt natuurlijk voor alle muzikanten in de band van ★ (Blackstar). Dat Bowie ons vond is een grote waardering voor het feit dat we al jaren de uitdaging in de jazz zoeken. Geweldig dat we nu via zo’n grote ster de waardering krijgen’.
De ★ (Blackstar)-muzikanten:
Donny McCaslin (saxofoon):
Als saxofonist (hij speelt ook nog fluit en woodwind) bouwde McCaslin via de band van Gary Burton en even later als vervanger van Michael Brecker in Steps Ahead een steady basis op. Daarna ontwikkelde hij zijn spel nog meer in samenwerking met John Medeski, Danilo Pérez, Scott Colley, Antonio Sánchez en Uri Caine. Hij behoort al jaren tot de blikvangers van de New York jazz. Leider van de band voor ★ (Blackstar).
Mark Guiliana (drums):
Over de jaren uitgegroeid tot een van de meest belangwekkende en vernieuwende jazzdrummers ter wereld. Zijn stijl van drummen, optimaal beïnvloed door de Britse electronic stroming (Aphex Twin, Squarepusher), is dynamisch, super ritmisch en nooit voorspelbaar. Hij speelde met bassist Avishai Cohen, Brad Mehldau (het geestverruimende duo-project Mehliana) en hielp Phronesis om hun briljante album Alive op te nemen, toen vaste Phronesis drummer Anton Eger net voor de opnamen uitviel. De laatste jaren is Guiliana vooral druk met zijn eigen Beat Music waarop hij zowel albums uitbrengt waarop hij als drummer de electronic blijft ontdekken als dat hij het afgelopen jaar het album Family First, een puur en meer traditioneel jazzalbum, van zijn Mark Guiliana Quartet uitbracht.
Jason Lindner (toetsen):
Virtuoos toetsenman die al jaren binnen de New Yorkse jazz underground zijn dikke stempel drukt. Naast de vaste jazzgigs om geld te verdienen in het fameuze Smalls in de jaren 90 zette hij in 2004 met trompettist Avishai Cohen een belangwekkend electronic jazz ontwikkeling in. Ze werden al snel uitdagende smaakmakers in New York. Met Now vs Now, met Guiliana op drums en Panagiotis Andreou op bas, legde hij mede de basis voor Beat Music, de nieuwe band met Guiliana. Daarnaast speelde
Ben Monder (gitaar):
Met rijk en divers gitaarspel heeft Monder een voorname rol in de New Yorkse jazzscene verkregen. Hij werkte net zo gemakkelijk met muzikanten als Toots Thielemans als met Lee Konitz en Paul Motian. Altijd eigenzinnig en onvoorspelbaar bouwde hij met albums als Bloom (een in 1 dag opgenomen sessie met saxofonist Bill McHenry) en Oceana (2005) een belangwekkend oeuvre op. Via zijn connectie met Maria Schneider raakte hij in zicht van McCaslin.
Tim Lefebvre (bas):
Met een cv dat wel 4 pagina’s beslaat is Lefebvre de meest bekende van de hele ★ (Blackstar)-band. Reizend tussen Los Angeles en New York speelde hij met muzikanten als Uri Caine, David Holmes, Nick Cave, Donald Fagen tot aan Sting en Jamie Cullum. Ook speelde hij lange tijd in de huisband van het nog steeds zeer populaire Saturday Night Live. Zijn samenwerking met McCaslin, ze gingen twee jaar geleden met elkaar op tour door Europa, deed hem op de nieuwe Bowie belanden.