The Divine Comedy
Bang Goes The Knighthood
Neil Hannon, het genie achter The Divine Comedy, verraste ons vorig jaar nog met het bijzondere cricketproject ‘The Duckworth Lewis Method’ wat hij samen met Thomas Walsch van de band Pugwash maakte. Met ‘Bang Goes The Knighthood’ is Hannon als Divine Comedy weer helemaal terug.
Neil Hannon is de overduidelijke voorman van The Divine Comedy. Hij schrijft en zingt niet alleen alle songs van de band maar zoekt ook steeds zelf alle muzikanten bij elkaar om op te nemen en live mee op te treden. Reeds vanaf het begin van de band in 1989 maakt Hannon de dienst uit. Sommige muzikanten blijven langer in de band spelen maar als Hannon het op zijn heupen krijgt doet hij ineens alles weer anders.
Met het tiende Divine Comedy album ‘Bang Goes The Knighthood’ keert Hannon na The Duckworth Lewis Method weer terug naar de persoonlijke stijl van het Divine Comedy album ‘Absent Friends’ uit 2004, een stijl die hij met ‘Victory For The Comic Muse’ (2006) even verliet. Met de sublieme pastiche ‘At The Indie Disco’ kon iedereen een paar weken geleden al kennis maken met de herboren Divine Comedy. Een song als in de beste DC en Pulp dagen. Zowel Neil Hannon als Jarvis Cocker hebben het sublieme vermogen om teksten te schrijven die zowel humoristisch als emotioneel zijn.
De rest van de songs op ‘Bang Goes The Knighthood’ is al net zo sterk. Van de rijke albumopener ‘Down In The Street Below’, vol strijkers en verrassende arrangementen, tot aan albumafsluiter ‘I Like’ stuitert het album lekker alle kanten op. De recessie komt voorbij in het hilarische ‘The Complete Banker’, de mogelijkheid om op een been te kunnen staan in het hilarische ‘Can You Stand Upon One Leg’ en het erg fraaie ‘Island Life’ als een eerbetoon aan het ideale leven. Als geniaal songschrijver laat hij zich horen op het wonderschone ‘When A Man Cries’, een song die zijn helden Jacquel Brel en Scott Walker naar de kroon steekt. ‘Bang Goes The Knighthood’ is een gevarieerd album met sterke songs die The Divine Comedy weer volop in de schijnwerpers zet.
Een gelimiteerde versie van het album bevat ook nog een tweede (bonus) cd met negen live nummers opgenomen in 2008. De meeste songs worden door Hannon in het Frans gezongen en hij wisselt songs van Jacques Brel en Serge Gainsbourg af met eigen werk.
- “Down in the Street Below”
- “The Complete Banker”
- “Neapolitan Girl”
- “Bang Goes the Knighthood”
- “At The Indie Disco”
- “Have You Ever Been in Love”
- “Assume the Perpendicular”
- “The Lost Art of Conversation”
- “Island Life”
- “When a Man Cries”
- “Can You Stand Upon One Leg”
- “I Like”
CD2 “Live at Cité de la Musique” (Paris 2008)
- “Amsterdam”
- “L’Amour est Bleu”
- “Poupee de Cire”
- “Les Playboys”
- “The Songs That We Sing”
- “Les Copains d’Abord”
- “Anita Pettersen”
- “Joe Le Taxi”
- “Je Changerais d’Avis”