Will Stratton: Folkheld nieuwe stijl
Vier jaar na zijn prachtige album Rosewood Almanac bracht de in Beacon, New York wonende singer-songwriter Will Stratton met The Changing Wilderness zijn zevende prachtalbum uit. Inderdaad alweer zijn zevende. Voordat hij bij het Britse Bella Union tekende en Rosewood Almanac uitbracht had hij al een handvol albums op kleine Amerikaanse labels uitgebracht. Wij spraken Will net na het uitbrengen van Rosewood Almanac en hielden contact zodat een gesprek over zijn nieuwe prachtalbum al snel geregeld was.
Stratton zit in zijn thuisstudio als we hem via zoom spreken. De studio dus waar The Changing Wilderness grotendeels tot stand kwam. ‘Het is al even terug dat The Changing Wilderness af was. Voordat corona de wereld volledig veranderde. Ik bedacht me met het uitkomen van het album dat er al een jaar was verstreken, hoe bizar is dat? De tijd is vreemd genoeg toch voorbij gevlogen en de wereld optimaal veranderd. Veel van waar ik over schreef in mijn teksten van het nieuwe album zijn een afspiegeling hoe ik me voelde in de Trump-jaren. Zelfs dat lijkt nu al even terug ook….. gelukkig (lacht). De rust die Biden uitstraalt, zijn bijna onzichtbaarheid omdat hij bezig is vele zaken te regelen, noem het herstellen, voelt na die Trump-jaren met zijn gigantische onrust bijna onwerkelijk aan.’
‘Tegelijkertijd was het afgelopen jaar een bezinningsjaar. De tijden veranderen snel de laatste jaren. Zoals je weet woon ik in Deacon op ongeveer anderhalf uur rijden ten noorden van New York City en wat eerst wat onhandig leek als je muzikant bent en van clubs in de stad afhankelijk bent bleek eigenlijk zo gek nog niet. Door de gigantische huurprijzen in de stad zijn de afgelopen jaren vele muzikanten ook naar de dorpen in de Hudson Valley vertrokken waar woningen, ook voor muzikanten, nog te betalen zijn. Toen ik aan mijn nieuwe plaat begon te werken bleek het daardoor gemakkelijker om goede muzikanten te krijgen om mee samen te spelen en op te nemen. Er ontstaan nu echt in dorpen creatieve centra die een erg interessante en coole flow aan die dorpen geven. Een bepaald soort creativiteit die alleen creatieve geesten kunnen bewerkstelligen. Ik ben echt ontzettend blij met de muzikanten die op mijn plaat meespeelden.’
‘The Changing Wilderness ontstond vanuit een aantal songs die mijn woede over de manier van regeren en het volslagen ontbreken van zicht om het beter voor het volk te maken dreef’, vervolgt Stratton. ‘Daarnaast voelde je in Amerika een ultrarechtse golf stromen die ik nog niet eerder zo erg had meegemaakt. Voor de song Dark Hole probeerde ik in de geest van zo’n persoon te komen (‘Hatred corrupts, and it purifies, too / It simplifies thoughts just like love can do / Oh, I miss when it was an optional vice / Something you’d choose when fear was the price’) omdat ik wilde begrijpen hoe denkbeelden over fascisme en racisme tot stand komen. Ik wilde vooral niet weer een heel persoonlijk album maken nadat ik Rosewood Almanac had gemaakt en de bizarre politiek van de afgelopen vier jaar gaf genoeg bodem. Maar ik wilde ook geen puur politiek album maken, meer een observatie vanuit de mensen die ermee te dealen hadden en uiteindelijk was ik daar natuurlijk zelf onderdeel van. In de hoofden van Amerikanen duiken bleek een goede oplossing om mijn gedachtenspinsels los te laten.’
Het levert prachtige teksten op zoals hij in Ingfertile Air zingt over iemand die zich in al het nationalisme en patriotisme laat meesleuren: ‘When you tore them from her breast / And you drove home in your car / Did you think you’d get to rest / Without denying who you are’.
‘Het album had vele kanten muzikaal kunnen opgaan’, zo gaat Stratton verder. ‘Het album zoals het nu is ben ik het meest blij mee. Dat is de laatste manier van opnemen geweest. Ik had een jaar na Rosewood Almanac een eerste opzet van het nieuwe album klaar maar was niet tevreden hoe het klonk. Dus nam ik een kale versie op met alleen piano en gitaar maar ook die gaf me op den duur geen voldoening. Ik voelde dat ik een sobere en iets gelaagde versie moest maken. Met piano en akoestische gitaar als basis en drums en contrabas als basis invulling in sommige tracks. Ook voelde het toevoegen van blazers in When I’ve Been Born (I’ll Love You) als een logische aanvulling en dat ik in sommige songs dubbelvocalen en dan niet alleen van mezelf, wilde. Pas daarna ben ik subtiel nieuwe elementen aan mijn songs gaan toepassen. Puur wilde ik het zeker houden maar soms pasten wat sonische effecten om net wat meer sfeer te krijgen.’
‘Natuurlijk is het een door akoestische gitaar gedreven album en een beetje vreemd misschien maar eigenlijk bedenk ik me net dat ik in het jaar nadat The Changing Wilderness af was vrijwel geen gitaar gespeeld heb maar juist vooral keyboards, op zoek naar de sound voor mijn nieuwe album waar ik nu al mee bezig ben. Een beetje tussen alles door omdat ik ook een normale baan heb. Vooral in het afgelopen coronajaar was ik blij dat ik een ‘gewone’ baan naast het muziek maken heb. Ik zou niets liever willen dan alleen muziek maken maar het is in deze dure tijden gewoonweg onmogelijk.’
‘Door corona is de wereld in het algemeen gigantisch veranderd en voor muzikanten al helemaal. Ook ik heb bijna geen revenuen uit streamingdiensten en zonder optredens ook geen inkomsten daaruit. De platenverkopen dekken de kosten van een album opnemen en toeren, en al helemaal naar Europa, is eigenlijk ook veel te kostbaar. Geen idee dus of ik nadat corona wat is gaan liggen in het vliegtuig stap en naar Europa kan en ga. Ik wil dolgraag, maar het ligt eraan hoe het album ontvangen gaat worden en hoeveel vraag er naar concerten gaat komen. Laten we hopen op het allerbeste’.