×

Interview

03 juli 2015

Klassieke seventies rock in een nieuw jasje

Geschreven door: Sicco Roukema

Op 18 juni, toen het al lekker vol begon te lopen met opgewonden Kiss fans rond de Ziggodome, werd ik door de de gangen heen geleid op weg naar The Dead Daisies. Het onlangs verschenen tweede album Revolución en hun debuut op Nederlandse bodem, als voorprogramma van Kiss, leek ons een mooie aangelegenheid om de heren eens aan het woord te laten. Ik kon plaatsnemen in een ruimte, waar ook hun manager zijn achterstallige emails van een dag zat bij te werken. Even later schuiven mijn gesprekspartners aan. Oprichter en gitarist David Lowy en zanger John Corabi. Ze hebben duidelijk zin in de avond. De tour met Kiss bevalt goed en ze staan in de grootste zalen van Europa. Welke band krijgt deze kansen om zijn nieuwe album te promoten?

Oprichter en multimiljonair David Lowy (58) is wellicht voor iedereen buiten Australië de grote onbekende. Wie echter zijn naam op zoekt op Google,  zal lezen dat hij uit een van de rijkste families van Australië komt (oprichters van de Westfield Shopping Centres) en het grootste gedeelte van zijn leven zakenman is geweest. Hij is oprichter van het Temora Aviation Museum. Een museum met meer dan 33 vintage oorlog vliegtuigen. Maar daarnaast heeft hij in een aantal bands gespeeld die bij ons weinig naam hebben gemaakt, maar in Australië en Amerika wel. Mink was daar een van

The Dead Daisies die nu naast David bestaat uit gitarist Richard Fortus (Guns ’n Roses), bassist Marco Mendoza (o.a. Whitesnake, Thin Lizzy, Ted Nugent), zanger John Corabi (Motley Crue, Ratt), toetsenist Dizzy Reed (Guns ’n Roses), drummer Brian Tichy heeft al heel wat beroemde bandleden in de gelederen gehad. Darryl Jones (Rolling Stones, Jon Stevens (Noiseworks en INXS, John Tempesta (The Cult) om er maar een paar te noemen.

WiM: Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?

David: Ik heb de band in Australië opgericht met Australische muzikanten. Maar al snel wilde we “overseas” spelen. Ik had al enige tijd in Amerika gewoond en had met een vorige band (Mink) ook een aantal keer daar gespeeld. Door de optredens met mijn vorige bands in zowel Amerika als Australië had ik een aantal muzikanten ontmoet. Die heb ik vervolgens gevraagd om eens naar mijn nieuwe nummers te luisteren. Dat hebben ze gedaan en ze vonden het erg goed. Soms, als je achteraf kijkt hoe dingen zijn ontstaan zat er vaak ook een goed plan achter. dat was met The Dead Daisnes niet het geval, ik wilde gewoon wat shows spelen in Amerika, nam contact op met mijn bekenden en zo is het begonnen”.

WiM: Als je de lijst met bands ziet waar The Dead Daisies mee gespeeld hebben, zal je niet zeggen dat er geen plan achter zit. ZZ Top, Aerosmith, Pat Travers, Whitesnake, Kiss.

David: We zijn ontzettend dankbaar dat we met al deze bands hebben mogen spelen, het is de ouderwetse manier om naam te maken. Veel spelen. We hebben geluk gehad en veel mensen die over dit soort beslissingen gaan, vinden onze band goed. Meer is het niet.

John : Hoe lang duurt het interview nog?  Ik moet namelijk de tourbus nog schoonmaken van Kiss. Ik geef ze koffie, doe hun was, allemaal voor het team. Zo krijgen we dit soort tours, lacht hij.

De band toerde vorig jaar al zelf door de UK en ook op deze tour doen ze een show in Parijs zonder Kiss. Het plan voor volgend jaar is een tour op eigen kracht zegt Lowy. Dat zal natuurlijk in veel kleinere zalen zijn dan waar we nu hebben gespeeld in Europa. Kleinere zalen vinden we ook leuker, legt John uit. We verkopen liever een klein zaaltje uit, dan dat we in een half gevulde grote zaal staan. We vonden Cuba ook te gek. Daar hadden we een zaaltje van 1500 man en dat zat helemaal ram vol. Er stond zelfs nog een hele rij uitzinnige mensen buiten om er in te komen. Die opwinding, dat is helemaal te gek. De tweede show stonden gelijk 6000 mensen. We hadden wel gezegd dat we Led Zeppelin waren. Maar kleine stapjes zijn belangrijk. Laat mensen maar over je praten. Vanuit zakelijk opzicht is dat helemaal goed.

De band raakt niet uitgepraat over hun ervaring in Cuba. John: Het was een geweldige ervaring. We waren de eerste band, of een van de eerste,  die daar heeft mogen spelen. David (manager red.) heeft er een jaar aan gewerkt om dat mogelijk te maken. Voor mij persoonlijk helemaal. Ik ben geïnteresseerd in geschiedenis en ik weet nog goed dat ik als kind met mijn ouders de ontwikkelingen op tv zag. Je hele leven is je verteld dat Cuba slecht is. En dan krijg je de kans om er heen te gaan en dan zie je wat een geweldige mensen het zijn en wat een prachtig land het is. Het zijn erg gepassioneerde mensen. Gepassioneerd over muziek, dansen en het leven in het algemeen.

WiM: Jullie nieuwe album Revolución verschilt vooral qua sound heel erg met jullie debuut.

David : Dat klopt om verschillende redenen. Toen Jon Stevens en ik de band begonnen in Australië schreven we de liedjes met z’n tweeën. We speelde met wat sessiemuzikanten, zelfs de producer speelde toen een aantal stukken mee. Sinds dien heeft de band een sterke ontwikkeling mee gemaakt. Revolución geschreven met de band. Het is een andere band en er hangt een hele andere vide. Revolución heeft in totaal 30 dagen gekost (schrijven, opnemen en produceren van 16 nummers).

John: Aan dit album hebben we allemaal gewerkt. Iedereen had riffs, ideeën en van daaruit zijn we gaan werken in de studio in Sydney.

David: Ik vond dit een erg uitdagende manier van werken. Niemand had complete songs, dus het is echt een samenwerking geweest. Echt een band. Met de uitkomst zijn we zeer tevreden. Dit is echt een goed album, maar de volgende gaat nog beter worden. Bij Revolución waren we net bij elkaar.  Met deze tour zijn we al weer een veel hechter collectief geworden

WiM: Zijn jullie nu al over een volgend album aan het denken?

John: Ja man, David stuurt de hele tijd riffs door. Hij neemt ze op zijn telefoon op en stuurt ze door. En we hebben de vorige keer 16 songs opgenomen (waarvan er 13 op het album zijn verschenen) en er waren nog veel meer ideeën. We hebben dus nooit tekort aan materiaal.

WiM: Revolución is opgenomen in Sydney. Was dat handig, aangezien de hele band in Amerika woont?

John: Buiten je eigen stad opnemen is eigenlijk een must als je niet veel tijd hebt. Ik weet nog dat we Generation Of Swine met Motley Crue opnamen in Canada omdat we zoveel mensen kenden in LA of New York, of waar dan ook in Amerika. En zodra vrienden weten dat je in de stad bent om je plaat op te nemen, komt iedereen langs en verspil je veel te veel tijd aan kletsen, de songs laten horen aan anderen en feesten.

We hadden 30 dagen voor Revolucion. dat betekend dat je echt hard moet werken. 13 uur per dag, 7 dagen per week. David ging naar huis en wij gingen naar het hotel. Er waren geen vrienden die langs kwamen, of familie. Als je hard moet werken, is dit de beste oplossing. Ik heb het eerder op deze manier gedaan. Met Motley en met The Scream. Als je niet uitkijkt wordt het anders een vriendenfeestje.

WiM: Jullie spelen voor de eerste keer in Europa (buiten de UK), met Revolución op zak, zouden jullie alleen songs daarvan kunnen spelen. Het debuut is in Europa namelijk niet echt gepromoot. Toch hebben jullie daar niet voor gekozen.

John: Klopt, onze set is een mengeling van de eerste plaat, de nieuwe en een paar covers. De eerste plaat is ook geweldig. De songs die John Stevens heeft geschreven en gezongen zijn klasse. Ik denk dat mensen ook Lock ’n Load willen horen. Ik nam mijn vrouw ooit mee naar Iron Maiden in Chicago en toen speelden ze geen Run To The Hills en Number Of The Beast. Ze speelden hun gehele nieuwe album en mijn vrouw was woedend. Als je naar een concert gaat wil je ook de liedjes horen waar je op mee kan zingen. Niet alleen de nieuwe nummers.

De set is door ons allemaal samen gesteld, ook het management heeft er een stem in. Mexico is de eerste single, die moet in de set. Lock ’n Load was een nummer dat ook veel aandacht heeft gekregen. Maar verder zijn we ook een onbekende band in Europa. Daarom moeten er ook wat covers in die mensen kennen (zoals Helter Skelter).

WiM; Er staan 2 covers op Revolución en live doen jullie zelfs meer covers. Bij al deze songs houden jullie je redelijk aan het origineel.

David en John. Een goed nummer is een goed nummer. daar hoef je niets aan te veranderen. John: Ik kende Evil alleen van Howlin Wolf en toen kwam Richard met de Cactus versie aanzetten. Die vonden we allemaal te gek. David: ik kende zowel Moses als Evil niet. Maar het zijn goeie liedjes en we spelen ze goed.

Voor ons is het belangrijk dat we plezier hebben in hetgeen we doen en dat we mensen een leuke tijd kunnen geven. Het maakt ons niet uit of ze onze liedjes streamen, downloaden of kopen. Als ze maar naar onze shows komen.

WiM: Revolución, de album titel lijkt mij geïnspireerd door de Cuba ervaring. Heeft die gebeurtenis een nog diepere invloed gelegd op het album?

John: De titel en de hoes zijn overduidelijk geïnspireerd op onze Cuba belevenis. Maar muzikaal zijn we vooral beïnvloed door jaren 70 rock. We zijn allemaal ongeveer van dezelfde leeftijd. Voor mij persoonlijk biedt deze band de mogelijkheid om net weer zo te denken en te voelen als toen ik 17 / 18 jaar oud was. We hebben een geweldig management die alle zorgen wegneemt. het enige waar wij ons mee bezig hoeven te houden is muziek. Spelen omdat we het heerlijk vinden om te spelen. We laten elkaar de hele tijd youtube filmpjes zien van oude opnames van Grand Funk Railroad of Black Sabbath. We zijn allemaal grote fans van muziek uit die tijd.

David: het is nieuwe 70ies rock. In Amerika maken ze alle klassieke auto’s, the muscle cars ook weer na. De Chevrolet Camaro, de Dodge Challenger. Klassieke ontwerpen in een nieuw jasje. Zo kan je onze muziek ook beschrijven. Klassieke 70ies rock in een nieuw jasje.