Interview: ‘The Swamp Fox’ Tony Joe White brengt Collected uit
Hij is één van de grootheden die de muziekwereld rijk is. Hij speelde met andere grootheden als Johnny Cash en Emmylou Harris en iets jongere grootheden als Eric Clapton, Bruce Springsteen, Mark Knopfler en Lucinda Williams. Elvis Presley coverde zijn nummer Polk Salad Annie, hij schreef nummers voor Tina Turner en ook artiesten als Ray Charles, Roy Orbison, Dusty Springfield en Etta James waardeerden zijn sound en coverden nummers van hem. Hij staat bekend om zijn specifieke donkere, diepe, zoete stemgeluid.
Niet voor niets wordt de Amerikaanse singer-songwriter Tony Joe White betiteld als ‘The Swamp Fox’. Overigens niet alleen door zijn stem maar ook door zijn southern swamprock muziek. Aanstaande vrijdag (24 februari) komt Collected uit, een drie-delige cd collectie met Whites 54 beste nummers. Een reden dus voor Written in Music om eens even een belletje te wagen naar Nashville, Tennessee.
Tony Joe White Collected
Het duurde even, maar eindelijk krijg ik mister White himself na zo’n 25 minuten proberen aan de telefoon. Een diepdonkere stem, net als wanneer hij zingt, praat tegen me aan de andere van de lijn. Hij had al vijf journalisten via de telefoon te woord gestaan, en dat liep een beetje uit, zo vertelde hij mij. Dat geeft natuurlijk helemaal niets, want ik heb tenslotte één van de grootste muzikanten ter wereld aan mijn oor hangen. Ik mocht hem 10 minuten spreken en wilde natuurlijk van hem weten waarom hij ervoor gekozen heeft om een Tony Joe White Collected uit te brengen en niet meteen een nieuw album. “Het was eigenlijk meer de keuze van de platenmaatschappij om dat te doen. Sterker nog, ik heb de cd’s zelf nog niet eens binnen, ik denk dat ik ze straks ergens moet kopen”, lacht White. “Ik heb wel een paar van mijn favorieten uitgekozen hoor die op de Collected moesten komen, maar de rest heeft de platenmaatschappij in Nederland besloten.” Het is niet zo vreemd dat het album hier uitgebracht wordt, want hier heeft White een grote schare fans, bovendien komt hij zelf graag in Nederland en speelt hier bijna ieder jaar wel een keer.
Jonger publiek
Op de vraag of hij denkt met deze collectie het jongere publiek aan te spreken antwoord hij: “Nu met internet en social media gaat het allemaal heel snel, mijn muziek wordt op die manier razend snel verspreid en ik denk ook dat het de manier is om jongere mensen aan te spreken. In tien jaar is er een heleboel veranderd. Ik heb natuurlijk veel gespeeld in Amerika, maar ook in Australië en Europa en daar merk je toch dat er veel meer ‘colleges kids’ komen luisteren naar mijn muziek.”
Moderne muziek
Wat vindt hij eigenlijk van de moderne muziek waar veel jongeren naar luisteren? “Ik vind sommige dingen wel leuk, zoals Sade. Zij is echt een geweldige zangeres. Er is ook een meisje wie ik heel goed vind, Jessica Mayfield, een Bob Dylan-achtig type qua teksten. En ik houd ook van de band Warpaint, zij hebben echt hun eigen stijl. Dat zijn trouwens wederom vrouwen”, lacht White. “Maar goed, dat zijn de artiesten van nu die ik erg goed vind. Verder luister ik heel veel naar oude platen van Lightnin’ Hopkins en Muddy Waters.”
Lightnin’ Hopkins
Over Lightnin’ Hopkins gesproken; Tony Joe White leerde van zijn broer gitaar spelen op platen van Lightnin’ Hopkins. “Toen ik 15 jaar oud was hoorde ik zijn muziek voor de eerste keer. Ik woonde nog bij mijn ouders op de boerderij en die draaiden veel gospelmuziek en andere dingen die ik niet zo leuk vond, maar toen hoorde ik hem een keer zingen en ik dacht ‘o man’, dit is te gek! Ik was meteen verkocht. Toen leerde ik gitaar spelen. Ik sloop dan ook vaak ’s nachts mijn kamer in met mijn gitaar om nog even te oefenen.”
Andere artiesten waar hij veel waardering voor heeft en waarmee hij samenwerkte, zijn onder andere Mark Knopfler en Bruce Springsteen. “Het leuke daarvan is dat we allemaal samen kwamen in de studio. Het was ontzettend ‘cool’ om ze te horen spelen en dat nog wel op mijn album!!”
Nieuw album
Sinds 10 januari is de uit Nashville afkomstige singer-songwriter alweer bezig met zijn nieuwe plaat. “Ik ben nu halverwege. Er komen twaalf nummers op te staan en het heeft een ‘swampy’ smaak: het is snel, hard, wild, ruig en luid. Het wordt echt een dansalbum met rock en blues, koele woorden en heel veel gitaar! Ik ben er echt heel enthousiast over!”, vertelt een uitzinnige White. “Ik heb het album vernoemd naar een moerasdier dat in Louisiana leeft. Het is een katachtige, een beetje zoals een panter maar dan nog groter. Het is een Wampus cat, een kruising tussen een panter en een sabretooth, een mysterieus dier, net zoals het album gaat zijn. De woorden zijn angstaanjagend, de sound is hard, gedreven en ‘rockin’. Mijn vrouw zegt weleens wanneer ik een nummer speel van dit nieuwe album, dat ze er de rillingen van krijgt. Net zoals een Wampus cat je dat zou geven dus”, lacht White. Dat belooft wat!
Inspiratie
Terwijl Wampus cat een angstaanjagend, hard en wild album wordt, is het juist totale stilte en rust waarbij Tony Joe White het beste nummers kan schrijven. “Veel van mijn liedjes ontstaan met een gitaarlick of een refrein. Ik zit dan een paar dagen bij de rivier voor mijn huis en maak een kampvuur en op die momenten komen de liedjes tot mij. Ik kan niet gewoon zitten en op commando nummers schrijven, dan blijf ik volledig blanco. Tachtig procent van de nummers die ik heb geschreven zijn ontstaan rond een kampvuur. Het zal wel met mijn deels Indiaanse afkomst te maken hebben dat ik van een goed vuur houd, geniet van de geluiden van de natuur en de stilte om me heen. En als ik dan mijn gitaar in mijn handen heb en gewoon zit te spelen, komt het vanzelf. Ik heb geen haast, dus soms blijft een melodie of tekst een week in mijn hoofd zitten zonder dat ik er iets mee doe en dan kom ik hier weer zitten en maak ik het af. Soms heb ik ook nummers in een nacht geschreven, maar vaak genoeg heb ik er één of twee weken voor nodig.”
Vanaf aanstaande vrijdag ligt Tony Joe White Collected in de winkels. Op 9 april staat Tony Joe White in Paradiso, op 10 april in De Boerderij in Zoetermeer en op 11 april in het Metropool in Hengelo.
(Foto: Jim Marshall)