×

Interview

12 juni 2012

Interview The Human League

Geschreven door: Edgar Kruize

Label: EMI

Met de re-release van synthpopklassieker Dare toont The Human League aan dat zij ooit baanbrekend waren. Hitgevoelig (denk aan hits als Love Action en Don’t You Want Me) maar ook vooruitstrevend. Invloeden van nummers als Open Your Heart en The Sound Of The Crowd bijvoorbeeld, echoën na in hits van anderen die anno 2012 de hitparades bevolken. De heruitgave is aangevuld met de nummers die ooit de in 1983 uitgekomen EP Fascination vormden. Het is voor het eerst dat die EP (ondanks hits als Mirror Man en (Keep Feeling) Fascination) het levenslicht ziet op compact disc. “Begin jaren 80 waren we met dat geluid de juiste band op het juiste moment. Men vond het baanbrekend. Ook toen de wereld ons geluid achterhaald begon te vinden, zijn we gewoon door gegaan”, aldus zanger Phil Oakey, die samen met zangeressen Susan Ann Sulley en Joanne Catherall al sinds jaar en dag het hart van de band vormt. “Als je maar lang genoeg ‘je eigen geluid’ omarmt en niet met alle trends meewaait, komt er vanzelf een moment dat je muziek weer gewaardeerd wordt. Dat zie je nu gebeuren. Al realiseren we ons maar al te goed dat er jongelui zijn die ons ‘oude knakkers die het geluid van LaRoux of Simian Mobile Disco na doen’ vinden, terwijl het eigenlijk andersom is.”

WiM: Veel synthbands hebben een nadrukkelijk afstandelijk geluid opgezocht. Jullie hebben altijd een soort warmte behouden. Waar zit dat ‘m in?
Oakey: “Toen Dare uitkwam, waren de synthesizers nog niet zo goed als dat ze nu zijn. Dat maakte dat ze enorm foutgevoelig waren en het vaak simpeler was om bepaalde partijen met echte instrumenten in te spelen dan om steeds weer opnieuw te programmeren. Dat hebben we dan ook enorm vaak gedaan. Er is op dat album meer door echte instrumenten ingespeeld, dan we destijds toe wilden geven.”
Sulley: “Een ander ding is dat álle vocalen die je hoort live zijn. Waar veel collega’s eenmaal een refreintje opnemen en het vervolgens de tweede keer dat ze het nodig hebben de eerste opname gebruiken, hebben Joanne en ik altijd alles steeds weer opnieuw ingezongen. Drie refreintjes? Zongen we het drie keer in. Wij denken dat door dat er op zo’n manier heel subtiele verschillen in zitten, er meer gevoel in de nummers is komen te liggen.”
Oakey: “Je voelt meer dan je hoort. Geen mens zal een album opzetten omdat hij of zij de hi-hat zo mooi vindt klinken. Maar klinkt de hi-hat verkeerd, zal je als luisteraar instinctief een liedje niet mooi vinden. Wij hebben altijd geprobeerd op dat gevoel te varen, niet op technische perfectie.”

WiM: Vinden jullie het niet vervelend dat Dare Een ijkpunt in jullie carrière is geworden, waar je waarschijnlijk nooit meer aan zal kunnen tippen?
Oakey: “De tijden zijn dusdanig aan het veranderen dat de muziek uit de jaren tachtig waar aanvankelijk nogal lacherig over werd gedaan nu eindelijk de waardering krijgt die het verdient. De synthesizer is een geaccepteerd instrument dat net zo ‘traditioneel’ is geworden als een gitaar of drums. We voelen trots dat wij hebben bijgedragen aan die ontwikkeling.”
Catherall: “Daarnaast merken we dat de competitie weg is, artiesten – jong en oud – bestaan naast elkaar, raken over en weer geïnspireerd en respecteren elkaar. In Amerika en Europa is – zo merken we – het publiek ook oprecht geïnteresseerd in nieuw materiaal dat we uitbrengen, zoals ons recente album Credo. In eigen land mogen we alleen op komen dagen op jaren 80 feestjes, vragen ze wat er met het haar van Phil is gebeurd en is men alleen geïnteresseerd in Love Action en Don’t You Want Me
Oakey: (lachend) “Zelfs Love Action niet eens…”
TheHumanLeagueDareTour
WiM: Jullie zijn altijd de muziek blijven maken waar jullie mee doorbraken, wars van alle trends. Wat heeft jullie doen doorgaan?
Oakey: “Vergis je niet, we hebben ook wel geprobeerd – iets te krampachtig soms – om met de tijden mee te gaan. Wat leidde tot albums die soms iets te hard geprogrammeerd waren, met de nieuwste software en de laatste gadgets. Perfecte muziek om zes uur op te stampen op de dansvloer, maar het was geen The Human League muziek meer. Tegenwoordig componeer ik vooral weer op mijn vintage synthesizers, met ruimte voor foutjes en technische mankementen.”
Sulley: “We hebben ons vooral de laatste jaren enorm toegelegd op het optreden. Van cd-verkoop hoef je het echt niet meer te hebben, grote voorschotten zoals in de jaren 80 zijn er ook niet meer bij. Logisch, de tijden hebben ons ingehaald. Al merken we aan alle kanten dat de cirkel weer rond aan het komen is en ‘onze’ muziek waardering begint te krijgen. Hoe dan ook, door het vele optreden, zijn we een enorm strakke liveband geworden.”
Catherall: “Met de nadruk op band, wij drieën staan op de voorgrond, maar de overige bandleden horen ook al jaren bij The Human League. Je zal ons dan ook nooit als tape act op zien treden, de groepsdynamiek en de kleine verschillen die je krijgt door alles live te spelen, zijn van groot belang voor ons.”
Oakey: “Als artiesten met een groter budget ons personeel niet wegjatten. Zo zijn Madonna en Kylie Minogue al met onze muzikanten aan de haal gegaan. Geef ze eens ongelijk… Maar ze komen altijd weer terug op het nest. Als bezoeker van concerten wil ik ook zien waar geluiden vandaan komen. Als ik een snaredrum hoor en ik zie geen drummer, raak ik in de war. Alles wat je bij The Human League hoort, kan je daadwerkelijk gespeeld zien worden.”

WiM: Hadden jullie begin jaren 80 al het idee dat The Human League een sleutelband binnen de synthpop zou gaan worden?
Oakey: “Nee, we hebben gewoon strontmazzel gehad dat we op het juiste moment met de technologie die we konden gebruiken in aanraking zijn gekomen. Daardoor werd Don’t You Want Me precies het juiste nummer op de juiste plaats. Een jaar eerder zou te vroeg zijn geweest, een jaar later te laat. We gebruikten synthesizers op een manier die op dat moment niemand nog had gehoord. Goed, Donna Summers I Feel Love was ook al een volledig met synthesizers opgebouwd nummer, maar toch geheel anders dan hoe wij het deden. Het was nieuw en viel op.”
Catherall: “Wij hadden destijds het idee dat we daadwerkelijk een start hadden gemaakt met de muziek van de toekomst. Dat wij een nieuw instrument acceptabel hadden gemaakt. Maar toen kwam een jaar of tien later de grunge om de hoek kijken en draaide alles ineens weer om gitaren. De synthesizer weer als ‘vies’ en ‘gedateerd’ beschouwd, muziek uit de jaren tachtig als ‘fout’. Het heeft daarna nog eens een jaar of tien à vijftien geduurd voordat het instrument goed en wel volwaardig zijn weg terug de popmuziek in had gevonden.”
Oakey: “Dat neemt niet weg dat ik nog altijd het idee heb – met het risico om arrogant te klinken – dat Dare een belangrijke plek in de muziekgeschiedenis heeft ingenomen. Je kan een rechte lijn trekken van Roxy Music via The Human League naar Pet Shop Boys en bands als Daft Punk. Daar ben ik enorm trots op.”

The Human League staat 20 november in De Melkweg.