Verslag dag 2 Haldern Pop 2015: vrijdag
Slechts één act in de Haldern Pop Bar, in het knusse centrum, maar dat is dan wel meteen een heel prettig duo. Uit Ierland. Marc Geary en Grainne Hunt heten ze. Geary babbelt nog een leuk moppie Duits ook. ‘Das ist geil!’, roept-ie, terwijl de Pop Bar vrolijk inhaakt op verzoek van de innemende troubadour. Hij heeft in Hunt een complementaire vrouwelijke kompaan gevonden. Ze zorgen voor singer-songwritermuziek, geïnspireerd door de onvermijdelijke Beatles, terwijl je Elvis Costello er ook uit kunt pikken. Lieflijk en overtuigend genoeg. Geary blijkt nog stand-upcomedykwaliteiten te hebben ook. Pik je toch maar mooi mee. Verrassend is de portie noise die Geary in petto heeft, wanneer hij zijn akoestische gitaar verruilt voor een elektrisch model. ‘God doesn’t know me. She doesn’t answer my calls’, zingen de twee. Het is jandorie ook overal hetzelfde liedje.
Vrienden van het festival Villagers geven voor de derde keer acte de présence tijdens Haldern Pop. Ze trappen verrassenderwijs al aan het begin van de vrijdagmiddag af in de broeierige spiegeltent. Het zorgt voor klotsende oksels en dampende hoofden. Alsof dat op zijn eerdere twee platen nog niet gebeurd was, heeft de singer-songwriter van Villagers, Conor O’Brien definitief alle demonen van zich afgeschreven op de schitterende derde plaat Darling Arithmetic, dat een conceptalbum is geworden, met de thematiek uit de kast komen. Dat duurde even en vereiste de nodige moed. Daarover zingt de Ier bijvoorbeeld in de prachtsingle Courage. O’Brien waarschuwt al vroeg in de set dat er geen ‘happy songs’ voorbij zullen komen. Dat is geen probleem, want de schoonheid van zijn liedjes ligt tenslotte verscholen in het vele leed dat hij bezingt en waar hij in de afgelopen jaren vooral mee heeft afgerekend. Teksten vol zelfreflectie. So Naïve is daar een mooi voorbeeld van. Drummer James Byrne pakt de bugel er dan even bij. De breekbare indiefolkliedjes van Villagers gedijen het best in de spiegeltent van Haldern. Volgend jaar gewoon weer programmeren. Villagers en Haldern zijn nog altijd dolverliefd op elkaar.
Het uit het Belgische Aalst afkomstige Intergalactic Lovers opent het hoofdpodium, dat traditiegetrouw tijdens de tweede festivaldag pas artiesten op de planken heeft. Frontvrouw Lara Chedraoui beschikt over een mooi, gevoelig stemgeluid, waarmee ze de indiepop-rockliedjes van haar band naar een hoger niveau weet te tillen.
Het IJslandse Mammút (drie vrouwen, twee mannen) heeft in frontvrouw Katrína Kata Mogensen een (onbewuste?) Björk-imitator in huis. Ze is vrij theatraal en zingt ook zo. Ze is een dochter van de voormalig bassist van Kukl, een van de bands waarin ook Björk speelde. De sferische popmuziek van de vijf doet geregeld aan die van (jawel) Sugarcubes denken. Het is een klein wereldje.
In de spiegeltent staat het Australische zestal DMA’s (foto). Ze zien eruit als hooligans. De band uit Sydney laat er geen gras over groeien dat ze onder meer Stone Roses, Primal Scream en Oasis als grote voorbeelden hebben. Doe die drie eens in een wok en ga roeren. Zie: daar hebben we DMA’s. Niet meer en niet minder eigenlijk. Bijna alles klinkt alsof je het al eerder hebt gehoord en dat is misschien wel het knappe aan de muziek van het zestal. Gaan we véél meer van horen in de toekomst. Sterker: gaat gewoon een heel grote band worden. Noteer dat maar.
Ruimte voor hiphop en spoken word is er ook in Haldern, met spraakwaterval Kate Tempest op het hoofdpodium. Indrukwekkende performance van de potige, gekrulde blondine uit Londen. Je zou bíjna zeggen: Dizzee Rascal en The Streets, eat your heart out. Ach, waarom ook niet?
De ronduit beminnelijke Rae Morris pakt de spiegeltent in no time in met haar wulpse stemgeluid en dito voorkomen. Ze speelt keyboard, evenals een mannelijk bandlid. Een drumster en een (contra)bassist kleuren het plaatje verder in. Sprookjesachtige, liefdevolle pop-rock valt de tent ten deel, met de stem van Morris in een glanzende hoofdrol.
Op het hoofdpodium, als de zon inmiddels onder is, verschijnt het uit vier vrouwen bestaande postpunkgezelschap Savages. Het Brits/Franse kwartet heeft in de wat androgyn ogende Française Camille Bertomier een vrouw met ballen in de gelederen. Zo durft ze het aan te gaan crowdsurfen. Wilde meid.
In de spiegeltent Sunset Sons. Mocht het toch niet helemaal gaan lukken met het Brits/Australische kwartet, kan het altijd nog verder als Kings Of Leon-coverband. Ze tappen uit exact hetzelfde vaatje en zanger Rory Williams lijkt ook nog eens verrassend sterk op KOL’s Caleb Followill.
We duiken in de spiegeltent de nacht in met de overrompelende, maar ook melodische garage/noiserock van het Canadese Viet Cong. ‘We’re gonna play the entire Jurassic Parc soundtrack for you’, grapt zanger Matt Flegel bij aanvang van het concert. Meer humor zit er helaas niet in, tijdens een klein uurtje gitaarmuren optrekken. Viet Cong doet met een klein beetje fantasie denken aan Joy Division en een zeer stevige versie van The Velvet Underground bovendien. Werk van het dit jaar verschenen, sterke titelloze debuut komt voorbij. Flegel is wat aan de schorre kant, waardoor hij zich zo nu en dan dreigt te overschreeuwen. Muzikaal is het allemaal dik in orde. Zo’n Continental Shelf is misschien wel het opwindendste rocknummer dat dit jaar is verschenen.
Dinsdag volgt het verslag van dag drie van Haldern Pop 2015.
Foto: Andries Makkinga