×

Concert

08 mei 2013

Seasick Steve blijft populair ondanks gebrek aan diepgang

Geschreven door: Björn Groenen

Ditmaal helaas geen trio met John Paul Jones die we twee jaar geleden in Paradio zagen. Vanavond zien we het ijzersterke duo Seasick Steve met drummer Dan Magnusson. Geen muzikale hoogstanden, maar pure rock ‘n roll.

Met zijn John Deere pet, versleten jeans en een baard van dertig centimeter weet Seasick Steve nog altijd zittend op zijn houten stoel een indrukwekkende show te geven voor een overvolle zaal in Paradiso. De live performance mag dan wel in ene mate statisch en ongecompliceerd zijn, het publiek lijkt daar niets om te geven. Gesproken over zijn technische vaardigheden op zijn zelfgemaakte gitaren; dat is simpelweg slecht. Maar bij een show van Seasick Steve doet dat er niet toe. Voor hem gelden de sleutelwoorden: rock ’n roll en vermaak, want deze avond verloopt geheel op zijn manier en dát wordt gerespecteerd door zowel jong als oud publiek.

De snelle placering van zijn vlezige vingers op de dunne gitaarhals lijkt impressief, maar schijn bedriegt. Met zijn glazen slide glijdt hij van lage naar hoge tonen. En dat doet hij eigenlijk negen van de tien keer tijdens zijn performance. Interessanter is wat deze eenvoudige man op leeftijd zo bijzonder maakt, want een zeer merkwaardige muziekstijl heeft hij niet. Hij speelt namelijk countryblues, niet meer niet minder. Seasick Steve heeft ook geen legendarische geschiedenis die B.B. King, John Lee Hooker, Buddy Guy of T-Bone Walker hebben (alhoewel hij wel met John Lee Hooker in de jaren zestig het podium deelde), wél een aangrijpend verleden als zwerver. En dat feit heeft de muziek van Seasick Steve zo uniek gemaakt. Want succes heeft niets met de deugdzaamheid van een nummer te maken. Wie dat als geen ander kan weten is Jools Holland. Hij nodigde Seasick Steve in 2007 namelijk uit om tijdens zijn oudejaarsmuziekshow Hootenanny (BBC) te spelen. Het optreden dat hij daar gaf was zo aangrijpend, omdat hij zijn persoonlijke levensverhaal vertelt in zijn eigen teksten. Kort daarna brak hij door.

Vanavond horen we het onmiskenbare geluid van de door Seasick Steve zelf gemaakte instrumenten: Mississippi Drum Machine (omgekeerde kist als percussie), Three-String Trance Wonder (driesnarige gitaar) en de One-Stringed Diddley Bow (éénsnarig instrument dat bespeeld wordt met een schroevendraaier of een bierfles). Het duo klinkt ruw, rebels en buiten verwachting groots in Paradiso. De ambiance reikt van de begane grond tot de bovenste twee ringen van de poptempel. Ook het samenspel met Magnusson is solide en volgbaar, oftewel twee handen op één buik.

Verder nodigt hij zoals gewoonlijk een jonge dame vanuit het publiek het podium op voor Walkin’ Man, een liefdesnummer. Want naast diverse rock ’n roll nummers schenkt hij vanavond ook aandacht aan affectie. Wanneer we de eerste tonen horen van zijn slidegitaar, doet dat meteen denken aan Ry Cooder. Maar muzikale hoogstanden blijven uit.

Seasick Steve weet het publiek na een vermakelijke performance naar huis te sturen, maar helaas blijft er ook een soort van leeg gevoel achter. Iedere keer weer die slide en countyriffs. Zijn voorlaatste album You Can’t Teach An Old Dog New Tricks (2011) en zijn nieuwe, net verschenen, album Hubcap Music klinken wel wat gevarieerder dan wat de man live laat horen.