Nick Cave & The Bad Seeds intiem en heftig in Amsterdam
In november 1981 deed Nick Cave met The Birthday Party zijn eerste Nederlandse concerten: onder meer in de Melkweg en in de Posthoornkerk te Amsterdam. Er zouden nog vele optredens in de hoofdstad volgen. Dit jaar bracht Saint Nick zijn zoveelste gewaardeerde album uit: Push The Sky Away. Op zondag 17 november jongstleden speelde hij voor een aanmerkelijk groter publiek dan tijdens die eerste optredens hier, tweeëndertig jaar geleden.
De Heineken Music Hall is uitverkocht. Nick Cave treedt aan met een zeskoppige band. Na geopend te hebben met songs van Push The Sky Away ontvlamt hij met een van zijn klassieke tracks, het uit 1985 stammende Tupelo. Zijn stem komt geweldig binnen en de band zweept frontman en publiek op. Eens te meer blijkt dat deze track het eeuwige leven heeft. Hierna trekken The Bad Seeds bizarre nachtclubsferen op met Red Right Hand van het album Let Love In. Cave blijft contact met het publiek zoeken in deze track die zich prachtig over de zaal uitrolt. De nieuwe plaat komt regelmatig voorbij vanavond. Mermaids klinkt bijzonder mooi en zwelt langzaam aan totdat de fuzzy gitaar van Warren Ellis het overneemt.
Een piekmoment komt van From Here To Eternity, dat al sinds 1984 garant staat voor vuurwerk. Ook vanavond is Cave hier weer de bezeten voorman die schokkend en schuddend volledig bezit neemt van de eerste rijen. Hierna speelt de band een aantal rustige songs. Vooral West Country Girl en Sad Waters, die al lange tijd meegaan, komen mooi over. Met God Is In The House balanceert Cave, zittend achter de piano, op het randje van de kitsch. Deze song was en blijft een twijfelgeval, op zijn zachtst gezegd. Volgende keer inruilen voor een opzwepende klassieker graag.
Het concert kan wel weer een injectie van heftigheid gebruiken en hiervoor zet Cave een van de hoogtepunten van zijn laatste plaat in: Higgs Boson Blues. Op plaat al een lange en indringende trip, live nog veel meer. “Can you hear my heartbeat?” Als Cave het fluistert, klinkt het toch wel even anders. Hij zoekt contact met het publiek en houdt handen vast. Of anders: handen houden hém vast. “Let me go!”, improviseert hij fluisterend.
Hierna vuurt de band het klassieke The Mercy Seat op de zaal af. Piano en akoestische gitaar geven een afwijkende draai aan deze epische track die al 25 jaar imponeert. De snel roffelende drums van Barry Adamson voeren iedereen naar de executie. Met de murder ballad Stagger Lee doen Cave en de band er nog een stukje bovenop. Zinderende muziek, vuilbekkerij en een salvo als climax. Alleen de kruitdampen ontbreken nog. Push The Sky Away mag het concert gepast afsluiten.
De band komt terug maar Cave waarschuwt voor de eerste song, die weleens rampzalig zou kunnen uitpakken. Abattoir Blues blijft inderdaad wat vlak. Volgens Cave zelfs: ‘fucked up on all levels’. De onderhuidse spanning van We Real Cool maakt alweer wat goed. Een mooie uitvoering van de Cave-klassieker Do You Love Me? zorgt vervolgens voor een nieuw hoogtepunt. De finale komt vanaf de piano: het zoete Into My Arms blijft een mooi, klein liedje. Geen spetterend slot, wél een mooi einde van een sterk en bij vlagen uitermate boeiend concert. Nick Cave live blijft een belevenis, al meer dan dertig jaar lang.
Setlist:
We No Who U R
Jubilee Street
Tupelo
Red Right Hand
Mermaids
The Weeping Song
From Her To Eternity
West Country Girl
Sad Waters
God Is In The House
Wide Lovely Eyes
Higgs Boson Blues
The Mercy Seat
Stagger Lee
Push the Sky Away
Toegift:
Abattoir Blues
We Real Cool
Do You Love Me?
Into My Arms