×

Concert

25 april 2023

Merope betovert als opener van Les Nuits Botanique

Geschreven door: Jordi De Beule

Label: Granvat

Het is intussen een vertrouwde traditie in Brussel: arriveert de lente, dan gooit Botanique haar zalen én haar tuin open voor een wekenlang festival. Dit jaar werd de aftrap verrassend genoeg gegeven in het naburige Bozar. Een majesteus kader voor wat een langverwachte zegetocht moest worden voor Merope en het Vilnius Chamber Choir Jauna Muzika.

Merope kennen we in de eerste plaats als het koppel dat al jaren fragiele, maar avontuurlijke muziek maakt in de marge. Bert Cools is een fenomeen dat als geen ander zijn weg weet met pedalen en zo zijn gitaar en toetsen heel eigen maakt, soms schijnbaar doet samensmelten. Indre Jurgeleviciute laat ons dan weer telkens vallen voor de kanklès. Die Litouwse harp die je zomaar in je schoot kan leggen, het heeft iets huiselijks. Al kan dat ook de lichte heimwee zijn waarmee Jurgeleviciute het steevast bespeelt. Verweef dit alles met de bansuri-klanken van Jean-Christophe Bonnafous en je krijgt een unieke blend van ambient elektronica en rootsmuziek.

Op hun laatste plaat (Salos, 2021) trok Merope meer dan ooit de kaart van de Litouwse traditie, voor de gelegenheid in het gezelschap van het Vilnius Chamber Choir Jauna Muzika. Het was een combinatie die wonderwel uitpakte en het concert afgelopen zondag trok dan ook veel nieuwsgierigen. 

Na een duf voorprogramma (een residentieproject van Catherine Graindorge dat jammer genoeg in al zijn intenties tekort schoot), bestegen de band en het koor eindelijk het podium. Het sfeervolle schemerlicht was daarbij vast geen toeval. “De kanklès speel je wanneer de mussen gaan slapen,” vertrouwde Jurgeleviciute een Belgisch jazzmagazine eens toe.

De start was dan ook ingetogen: de band en het ruwweg 20-koppige koor schudden zachtjes met metalen kralen om een soort regeneffect te bekomen. De onwezenlijke stem van Jurgeleviciute werd een tweede laag, de elektronica van Cools trokken alles alsnog in het hier en nu terwijl het koor in korte canon ging zingen alsof het geloopt werd. De traditie werd meteen binnenstebuiten gedraaid.

Wat volgde, was een heerlijk bad van borrelende bliepjes, een kabbelende harp, een meditatieve bansuri en een koor dat een oude ziel wist aan te boren. De ene keer lieflijk, de andere keer sacraal (zoals in de interpretatie van het slaapliedje Oi Toli). Jammer genoeg lukte het niet om het koor steeds met Merope te verweven en moest één van beide partijen zich wel eens inhouden. Vooral voor het anders zo vrije Merope betekende dat een beperking. Bovendien kregen de nummers in het midden van het concert zo een veel te voorspelbare structuur.

Dat nam echter niet weg dat er onderweg nog steeds veel gebeurde. Zo maakte Cools plots een uitstap naar West-Afrika met eindeloos cirkelende gitaarlijnen, die de harpklanken van zijn partner wonderwel aanvulden. Dit terwijl haar stem een duet aanging met de bansuri van Bonnafous. En ook het koor verraste nog met een stampevoetende, borstenkletsende choreografie die zorgde voor een sierlijke laag percussie. 

Het talrijk opgekomen publiek, waaronder opvallend veel muzikanten, beloonde het traag ontplooiende concert met een staande ovatie. Een warme start dus voor Les Nuits Botanique. Passeren de komende dagen nog de revue: Lucrecia Dalt, Coby Sey, Clara!, The Haunted Youth, Jyoty en vele anderen.

Foto’s : croelvanhoeck