×

Concert

17 april 2013

Het verhaal en de muziek van The Band

Geschreven door: Edwin Wendt

“Wat fijn dat De Wereld Draait Door er is!” Leo Blokhuis kon dinsdagavond vanaf het podium van het Oude Luxor in Rotterdam een afgeladen zaal in kijken. De lijntjes zijn kort tussen ‘Don Leo’ en Matthijs van Nieuwkerk. Dat hij van de week in het razend populaire programma tien minuten mocht komen vertellen over zijn The Band-project, zal zeker hebben geholpen om eventueel nog lege stoelen gevuld te krijgen. “Maar dit is een project uit liefde. Wij staan alle zes op het podium uit liefde voor de muziek van The Band.”

Die zes zijn, behalve Leo Blokhuis, die vanachter zijn digitale lessenaar het verhaal van The Band vertelt, vijf doorgewinterde Nederlandse muzikanten. Wouter Planteijdt en Richard Heijermans (Sjako), Hans van der Lubbe (De Dijk), Eric van Dijsseldonk (Gigantjes, Ricky Koole) en Roel Spanjers (Captain Gumbo, JW Roy) zijn al jaren groot liefhebber van The Band. In die hoedanigheid zal Leo Blokhuis het vijftal ook optreden in een kroeg in Brabant, op een zondagmiddag een jaar of acht geleden. “Ik stond achter een grote pilaar, het was stampvol, ik kon geen kant uit. Links van de pilaar kon ik een stukje van de drummer zien, rechts van de pilaar de gitarist. Wat daar tussenin zat, moest ik raden. Maar wat een fantastische muziek.”

Ook bij Blokhuis zit The Band ‘diep’, al sinds eind jaren zeventig. Toen hij en Ricky Koole (ook privé zijn partner) na een aantal gezamenlijke theatervoorstellingen besloten dat ze vorig seizoen en dit seizoen afzonderlijk zouden werken (‘Je moet oppassen dat je geen Saskia & Serge word’), vroeg Blokhuis aan de vijf muzikanten of ze zin hadden in een gezamenlijk theaterprogramma. Dat was het geval en ook de theaters zagen het zitten. Vorig seizoen werden zo’n 35 voorstellingen gespeeld, de reprise van dit seizoen werd, mede door drukke agenda’s, beperkt tot vijftien voorstellingen tussen nu en eind mei.

De voorstelling in Rotterdam diende tevens als presentatie van de cd/dvd-box The Band Collected, die Blokhuis samenstelde: twee cd’s van The Band, één met materiaal van na de split in 1976 en een dvd met een registratie van de theatervoorstelling, vorig jaar opgenomen in Hoofddorp. De vijf muzikanten bewijzen al vanaf de eerste tonen van Chest Fever dat ze goed op elkaar zijn ingespeeld en het Band-repertoire door en door kennen. “Inderdaad, ook zij zijn met zijn vijven, maar het is niet zo dat elk lid van onze band voor één The Band-lid staat.” Wel zijn (op bassist Van der Lubbe na) alle muzikanten multi-instrumentalisten en zangers, net als bij The Band.

Blokhuis doet, zoals de kijkers van het Top 2000 Café elk jaar gewend zijn, zijn verhaal met voor zich een laptop waaruit muziekfragmenten de zaal in worden gestuurd. ‘In ruwe viltstiftstreken’ vertelt hij eerst over de rock ‘n’ roll van Chuck Berry, Buddy Holly en Fats Domino, later over de British Invasion die vanaf 1964 Amerika overspoelde. De heersende trend in de muziek van 1968, dat zijn The Beatles met Revolution, de protesten tegen de Vietnam-oorlog en het geluk dat achter de regenboog ligt (Rainbow Chaser van Nirvana). The Band gaat daar niet in mee. “Ze nemen het bandjes-concept over van de Britten, maar grijpen terug op de Amerikaanse oergenres: blues, country, gospel en soul. De eerste plaat van The Band verscheen in 1968. Maar de leden van The Band droegen niet van die gekleurde hemden als waar Jimi Hendrix in liep. En waar iedereen in die tijd zijn album begon met een lekker stevig nummer, opende The Band haar Music From Big Pink met een slepend nummer waarin ook het generatieconflict voorkwam, maar dan geschreven vanuit de ouders: waar is het misgegaan tussen ons?”

We carried you in our arms on Independence Day
Now you’d throw us all aside and put us all away
(Tears Of Rage)

Verschil met de tv-optredens is dat Leo Blokhuis zich in het theater wat persoonlijke terzijdes kan permitteren die bij de Top 2000 niet zouden passen. Zijn ontdekking, tijdens een eerste reis naar het zuiden van Amerika (helemaal verkeerd, niet naar New Orleans of Memphis, maar naar ‘bejaardenhuis’ Florida) dat de muziek van The Band niet zozeer over heimwee naar het zuiden van de VS gaat, maar over heimwee an sich.
It Makes No Difference (‘De mooiste song over gebroken harten’) wordt gekoppeld aan een verhaal over nostalgie: van alle herinneringen blijft alleen het mooie over. “Nostalgie, dat is dat mijn zoon tegen mij zegt: pa, weet je nog dat jij in dat gave huis in de bossen woonde? Terwijl we in tranen naar de stacaravan reden waar ik tijdelijk woonde omdat ik in scheiding lag.”  

Op de sociale media werd geklaagd dat Blokhuis (onder andere in De Wereld Draait Door) The Band zou gebruiken ter meerdere eer en glorie van zichzelf. Maar wie de voorstelling gaat bekijken, zal niet anders kunnen dan vaststellen dat hier zes muziekfanaten op het podium staan die hun liefde voor The Band met elkaar delen. Wat op de live-dvd niet zo opvalt, maar in de zaal wel, is dat Blokhuis na zijn verhalen niet van het podium gaat, maar de hele voorstelling aan de rand van het podium blijft zitten om te genieten van de muziek. Zittend op een flightcase, het ritme met zijn handen meedrummend, staand meeswingend met de muziek. Bij de aankondiging van Dylans legendarische ‘Judas’- concert: ‘Play it FUCKIN’ loud!’, waarna hij dansend naar de zijkant loopt. Let op: niet dat Blokhuis zichzelf een danser voelt, hij staat erbij zoals mannen in een concertzaal vooraan een podium staan: rug licht gebogen, het ‘luchtdrumstel’ en ‘luchtkeyboard’ binnen handbereik, af en toe een paar zinnen meezingend. Dat hij dat nu aan de rand van een podium doet (buiten de spot) deert hem niet, hij is er niet mee bezig.

Blokhuis noemt de vijf muzikanten ‘helden’ en ‘geweldenaren’ en dat komt gemeend over.

The Band: Music From Big Pink To The Last Waltz is tot eind mei te zien in de theaters.

http://www.leoblokhuis.nl/agenda.asp