×

Concert

07 december 2012

Goed concert Deep Purple mist publieksfavorieten

Geschreven door: Natalie Polman

Op de schermen naast het podium staat een boodschap verkondigt: “New Deep Purple album: April 2013?”. Zou natuurlijk te gek zijn, maar vanavond willen de fans toch vooral rocken op de gouwe ouwe hits. De Heineken Music Hall is propvol voor Deep Purple, maar net niet uitverkocht.

Drie jonge gastjes uit een dorpje bij Zwolle mogen openen voor de 44 jaar oude rockband uit Hertfordshire Engeland. Trots dat de Paceshifters zijn. Gitarist Seb Dokman vertelt halverwege de show dat ze gisteren nog bij de afterparty van Marilyn Manson mochten spelen, nu hier staan en volgend jaar naar South By Southwest Festival in Texas gaan. Dat zijn inderdaad mooie dingen voor een band.

Qua muziek doet de band wel iets anders dan Deep Purple: er ontbreken toetsen, een volwassen stemgeluid en de ballen om groteske solo’s in de set te borduren. Maar de muziek heeft wel pit: met z’n drieën produceert Paceshifters een vette bak geluid en het klinkt allemaal meer dan prima in de zaal die er ook om bekend staat een uitstekende akoestiek te hebben. Ook het publiek gaat steeds harder klappen en er gaan zelfs een paar handen de lucht in. Jammer voor trotse krullenbol Seb houdt z’n gitaar tijdens het één-na-laatste nummer ermee op en het duurt bijna het hele nummer voordat hij de boel geklaard heeft. Een groot applaus krijgt hij wanneer hij de eerste noten weer aanslaat en een brede glimlach verschijnt op zijn gezicht. “Ach, het kan niet altijd goed gaan, fuck it!”, roept broertje en bassist Paul Dokman en er is weer gejoel uit het publiek.

Met een bombastisch klassiek stuk van de Russische componist Sergei Prokofiev, Montagues and Capulets (Muse opent zijn concerten hier ook mee), laat Deep Purple het publiek vol spanning wachten. Dan lopen eindelijk de bijna bejaarde rockers van de immens populaire hardrockband het podium van de Heineken Music Hall op.

Klein stukje geschiedenis: drie vijfde deel van de band bestaat anno 2012 uit de ‘klassieke line-up’: zanger Ian Gillan, bassist Roger Glover en drummer Ian Paice zijn nog rotsvaste bandleden (Paice is overigens de enige die vanaf het allereerste begin in Deep Purple zit en nooit is vertrokken). Tussendoor zijn Gillan en Glover al meermaals vervangen, maar dat zorgde al in 1975 voor onvrede en het vertrek van onder de fans zo geliefde gitarist Ritchie Blackmore. En zoals een beetje fan ook weet, ex-toetsenist, mede-oprichter en zeer belangrijke man voor Deep Purple Jon Lord overleed deze zomer aan alvleesklierkanker. Hij verliet de band na 34 jaar dienst in 2002 en werd vervangen door Don Airey, vanavond ook aanwezig. In 1994 werd gitarist Steve Morse definitief aan de band toegevoegd.

deeppurple_3Deep Purple opent met werk van de vier grote albums: de springerige titelsong van Fireball uit 1971, Into The Fire en Hard Lovin’ Man (Deep Purple In Rock uit 1970) klinken geweldig strak en vooral Gillan en Morse zien eruit alsof hun avond nu al niet meer stuk kan. Het rustigere Maybe I’m A Leo (Machine Head uit 1972) zorgt voor een licht inkak moment, maar gelukkig zet de band daarna Strange Kind Of Woman (ook van Fireball) in. Nu komen de fans echt goed los en de hoop op meer bekender werk wordt flink aangewakkerd.

Helaas (?) speelt de band dan ‘nieuwer’ en onbekender werk, ook te merken aan de tamelijk tamme reactie uit het publiek: The Battle Rages On van het gelijknamige album uit 1993 en Contact Lost van Bananas, uit 2003. Gillan gaat naar achter (wat hij veel vaker zal doen tijdens het concert) en gunt Morse een privémoment. Een werkelijk prachtige solo speelt de man, maar het is niet het hoogtepunt van het concert.

deeppurple_11Wanneer Morse Sometimes I Feel Like Screaming (Purpendicular, 1996) inzet, blijft het publiek kalm. Ook The Well-Dressed Guitar, geschreven door Morse en verschenen op een bonus cd van Deep Purple’s laatste album Rapture Of The Deep (2005) laat het publiek ietwat onverschillig. Pas als The Mule gespeelt wordt, worden de mensen weer wakker. Paice doet een fantastische drumsolo en het publiek vindt het terecht geweldig. En Gillan schittert weer door afwezigheid. Het weinige dat hij zingt, valt hem blijkbaar zwaar, want ook tijdens opvolger en met open armen ontvangen Lazy probeert hij tevergeefs de hoge schreeuwnoten te halen die hij in 1972 zo prachtig deed. Mondharmonica beheerst Gillan gelukkig nog prima en het is een mooie toevoeging. Mede dankzij de lange jamintro van Airey is Lazy vanavond één van de hoogtepunten.

Na nog een nummer van Fireball en het speelkwartier oftewel solo van Airey (hij speelt onder andere Tulpen uit Amsterdam en allerlei klassieke stukken) knalt de band Perfect Strangers (1984), Space Truckin’ en – waar de meesten op hadden gewacht – Smoke On The Water erin. Allemaal vol enthousiasme gespeelt en met een Gillan die ondanks zijn (adem)pauzes backstage toch nog erg goed zingt, op de hele hoge noten na.

Wat het visuele aspect betreft pakt de band uit met sterretjes, wolken, golven en andere spacy figuren die over de bandleden op de schermen links en rechts naast het podium hangen. Het doet wat knullig aan, net als de onbeholpen houding en pogingen tot ‘gillen’ van Gillan soms. Morse moet erom lachen en ook Gillan kan niet anders.

Na Smoke On The Water is het publiek wel klaar voor meer hits. Er wordt stilletjes gehoopt op klassieker Child In Time, ook al weten de meeste slimmeriken dat dat er vocaal niet in zit. Na een korte break komt de band terug voor Billy Joe Royal’s lied Hush en ja hoor, weer een solo, dit keer van Glover. Gillan doet zijn laatste backstagebreak en komt dan terug voor Black Night, toch echt de laatste song van het bijna twee uur durende concert.

Tekst door Natalie Polman
Foto’s door Sandy Jansen

Eerder verschenen op JimmyAlter.nl