Geslaagde openingsnacht Blues Peer
In het Limburgse Peer beleefden we het afgelopen weekend de eenendertigste uitgave van het Bluesfestival. Het begrip ‘Blues’ werd altijd al ruim geïnterpreteerd met een evidente uitbreiding naar R&B en soul, het festival vond tot vijf jaar geleden plaats onder de noemer Belgium Rhythm ’n Blues.
De afgelopen jaren was er vooraf telkens sprake van een controverse rond de programmatie. Een uitbreiding naar een ruimer georiënteerde affiche is niet alleen op Peer aan de orde ook op andere gevestigde zomerfestivals is deze evolutie al enige tijd aan de gang. Dat dit noodzakelijkerwijze een slechte zaak hoeft te zijn hebben we tijdens voorgaande edities kunnen vaststellen met verassende passages van Garland Jeffreys en aan rockabilly gerelateerde acts als Imelda May en J D McPherson en publieksfavorieten zoals The Paladins. Dit jaar werden vooral vragen gesteld rond de komst van K’ Choice maar ook The Scabs en Melissa Etheridge deden menige wenkbrauw fronsen. Het muzikale superstel Emmylou Harris & Rodney Crowell prijkt wellicht evenmin bovenaan het verlanglijstje van de doorsnee bluesliefhebber.
Voor ik vrijdag vertrek, zie ik twee landgenoten triomferen in de dertiende Tourrit, Op het zonovergoten festivalterrein druppelen de eerste festivalgangers binnen en zien uitsluitend Belgische bands in een fraaie aanloop naar Ian Siegal.
Sugaree, niet te verwarren met The Sugaree Band, een funky collectief uit het Franse Limoges, trapt af. Sugaree is ook een song van Grateful Dead uit 1966, geïnspireerd door Shake Sugaree dat folktante Elisabeth Cotton in het begin van de voeige eeuw componeerde en onlangs nog opgepikt werd door Rhiannon Giddens van The Caroline Chocolate Drops. De vaste festivalgangers weten meteen waar het om draait als ze Clark Kenis ontwaren. De man met zijn grote baskast verdiende ruimschoots zijn sporen bij onder andere Moonshine Reunion. Tegenwoordig smeedt de flamboyante frontman een muzikaal verbond met de van The Rhythm Chiefs bekende gitarist Dusty Ciggaar en van The Seatsniffers afkomstige saxman Roel Jacobs. Het resultaat, een strak swingende set rockende R&B waarin we klassiekers uit de oude doos herkennen zoals Eddy Clearwaters Two Times Nine en die wordt afgesloten met Shake Sugaree of was het nu toch een interpretatie van de Grateful Dead versie?
Het adjectief Little blijkt niet echt van toepassing op de set van dit Nederlands combo. Little Steven overtuigde al eerder met The Big Beat, inderdaad met twee saxen in de rangen wordt een bij momenten indrukwekkende sound neergezet. Bird Stevens legt met diep brommende bas een onwrikbaar fundament waarop Steven van der Nat geïnspireerde snarenspinsels debiteert terwijl het saxofoonduo, dat opvallend veel ruimte krijgt, zich evenmin onbetuigd laat. Baby Don’t Do It, een prille R&B shouter van James Brown vormt een indrukwekkende opener en even verderop trippelt soulvolle crooning van Clarence Carters Slip Away op soepel uitgebalanceerde licks. Een knap uitgewerkt Double Trouble etaleert de klasse van Nats gitaarwerk dat onmiskenbaar naar de finesse van een bluesmeester als Ronnie Earl refereert. Meestal blijven de ritmische replieken volledig in functie van het songwerk. Enkele nieuwe, zelf gecomponeerde nummers van de nog niet helemaal afgewerkte cd beloven het beste voor de toekomst.
Achter de naam Little Hook schuilt het nieuwe project van Dave Reniers beter gekend als Big Dave die door percussieman Steve Wouters geflankeerd wordt. Het start veelbelovend met een verschroeiend instrumentaaltje waarbij Dave de registers van het smoelschuivertje opentrekt. De uit Luik afkomstige Renaud Lesire speelde ooit met Tee maar ruilde de bas voor gitaar en krijgt assistentie van gitarist Bart Mulder. De basloze formatie slooft zich uit in lang aanslepende boogieblues, helaas soms net iets te lang. Het heeft wellicht ook iets met de ronduit belabberde klankbalans te maken maar evenzeer met de niet bepaald overtuigende zangprestaties van Renaud. Als Dave even op het vocale voorplan komt wordt dit nog eens pijnlijk onderstreept. In de ondertussen al behoorlijk volgelopen tent laat het publiek zich mmeeslepen en amuseert zich te pletter in afwachting van de komst van de afsluiter.
Ian Siegal is het afgelopen decennium een gewaardeerde gast op de bluesfestivals. Sinds we de man tijdens een editie van de Southern Blues Night in Heerlen aan het werk zagen bij The Lee Sankey band legde hij een hele weg af. De Britse bluesman staat voor de vijfde keer op het podium in Peer. Voor de gelegenheid niet ondersteund door zijn eigen trio noch zijn jonge vrienden uit Mississippi. We herkennen de gitarist die even voordien aftrapte met Sugaree. Dat is geen toeval samen met de eveneens uit Nederland afkomstige ritmesectie vergezelde Dusty Ciggaar Siegal al eerder op tournee. Een combinatie die echt werkt, Dusty profileert zich naast begenadigd bluesgitarist als een volleerd fingerpicker en geselt zijn hagelwitte Telecaster in een naadloze set. De hitsige opener krijgt een verlengstuk met een funky James Brown medley incluis screams en pendelt verder met een bulderende Waits adaptatie van Jockey Full Of Bourbon en mondt via John The Revelator van Blind Willie Johnson uit in ‘Back Door Man’. Tussendoor schakelt Siegal moeiteloos over van een blues en soulslijper of een drassige Mississippi blues en rondt een geslaagde openingsnacht af.