Drenge oorverdovend lekker in Zwolle
Met een dof gevoel of een piep in de oren zullen de meeste toeschouwers donderdagavond na Drenge de Zwolse novembernacht in zijn gelopen. Ze hebben een lekker oorverdovend avondje livemuziek gehoord in Het Vliegende Paard. Enige puntje van kritiek: het was te kort. O ja, we hoorden dat zanger/gitarist Eoin zich weleens à la Kurt Cobain zich in het drumstel van zijn broertje liet vallen. Ook dat zagen we niet gebeuren.
Wat zagen we wel? Twee knullige broers die ontzettend niet knullige muziek maken. Rond half negen mogen we naar de bovenzaal van het Zwolse studentencafé, waar enkele tientallen muziekliefhebbers staan die tien euro overhadden voor het Britse garagerockduo Drenge. Zwolle’s muziekplatform Let’s Get Lost (opgericht door onder andere Dauwpop-programmeur Frank Satink om goede indiegerelateerde muziek te promoten) organiseerde drie weken na het Let’s Get Lost Festival weer een avond om van te smullen.
Lookapony
Het Eindhovendse Lookapony mag openen voor Drenge, “een hele vette band”, aldus zanger/gitarist Jasper Grave van Lookapony, een garagerockbandje dat een beetje klinkt als Arctic Monkeys maar dan smeriger. De band heeft twee EP’s uitgebracht en doet op dit moment nog mee met de Popronde, maar mocht gisteren (The Rambler, Eindhoven) en vanavond in Zwolle openen voor de herriebroertjes uit Sheffield. Conclusie van het half uur durende voorprogramma: springerige, catchy liedjes met ongelooflijk veel ritme- en tempowisselingen die live net niet allemaal even lekker uit de verf komen. Bovendien heeft Grave niet de lekkerste stem en kijkt ‘ie net iets teveel naar de grond en zijn bandgenoten. Wel een mooie ode aan Alex Turner, de frontman van Arctic Monkeys, die ook niet erg bekend staat om publieksinteractie.
Drenge
Dan is het rond kwart voor tien tijd voor Drenge. De boomlange Eoin en zijn langharige broertje Rory Loveless (drums) komen timide het kleine podium opgewandeld. Wanneer Rory, zijn gezicht verstopt achter zijn donkere haar, aftikt en de eerste noten gespeeld worden gaat er een tinteling door de ruimte. Man, wat is dit lekker! Het geluid staat oorverdovend hard, maar heb je oordoppen in of probeer je door de herrie heen te luisteren, hoor je slimme, vuig gespeelde, bluesy garagerock. Liedjes als Dogmeat, Bloodsports en Face Like A Skull gaan erin als vers gesneden koek.
Het publiek is eerst nog wat terughoudend, maar als ondergetekende bijna omver geduwd wordt wanneer de band tweede single Backwaters inzet, komt het steeds meer los. Eoin probeert coole tricks met zijn gitaar, bespeelt hem met zijn microfoon, zijn tanden en slingert hem tegen de versterkers. Het ziet er wat knullig uit allemaal, maar we vergeven het de jonkies, die pas twee jaar in dit bandje zitten. Bovendien gaat het om de muziek, die grotendeels veelbelovend is. Zo is de uitvoering van het meer dan acht minuten durende Let’s Pretend zeer sfeerverhogend. Als Drenge na nog geen drie kwartier afsluit met albumsluiter Fuckabout, is het feestje alweer voorbij. Ondergetekende hoopt op een spoedig vervolgoptreden in ons landje met een iets langere setlist en een groter zaaltje met een iets beter geluid. De broertjes Loveless zijn het waard.